Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
maandag 4 januari 2010
Actualisatie – De visboer en het kruidenvrouwtje
Gisteravond op dvd het Italiaanse meesterwerk Caos calmo aanschouwd. Dat herinnerde me er aan dat ik op 14 december schreef dat ik de kerstdagen zou benutten om na te denken over de vraag of ik me zou laten omscholen tot filmregisseur. Dit naar aanleiding van het verhaal over de visboer en het kruidenvrouwtje en het filmscenario dat ik daarvoor in gedachten had. Nu heb ik de kerstdagen voor veel en van alles benut, maar niet voor het nadenken over een omscholing tot filmregisseur. Was natuurlijk ook niet helemaal serieus bedoeld, de schoenmaker-blijf-bij-je-leest-gedachte is me niet vreemd. Dit neemt niet weg dat ik nog steeds van mening ben dat er uit het verhaal over de visboer en het kruidenvrouwtje beslist een speelfilm te peuren valt. Ik denk daarbij aan iets in de droogkloterige stijl van Alex van Warmerdam of Aki Kaurismäki. Misschien moet ik beide heren maar eens een e-mail sturen met de mededeling dat in Meterik het materiaal voor een film zomaar voor het oprapen ligt.Overigens, voor wie het nog niet wist: na het eerste artikel in De Echo van Horst over de visboer en het kruidenvrouwtje zijn er nog enkele verdere details naar buiten gekomen over het conflict. Die wil ik u beslist niet onthouden. Zo heeft de dorpsraad de gemeente gevraagd bordjes te plaatsen die het parkeren op vrijdag moeten verbieden. Verder zei dorpsraadvoorzitter Mat van Rijswick in De Echo dat het vertrek van visboer Gommans niet te voorkomen was: ‘Ik was erbij toen de zaak escaleerde. Gommans was erg boos en ging vreselijk tekeer tegen de familie Zaalberg. Terwijl zij Gommans juist geruime tijd van gratis stroom hebben voorzien en steeds hun best hebben gedaan om zijn standplaats vrij te houden.’ ‘Allemaal leugens’, aldus Gommans een week later in De Echo: ‘Hij zegt dat ik gratis stroom kreeg van de familie Zaalberg. Dat klopt. Maar die familie kwam bijna iedere week een grote tas met vis halen, die ze voor niks kregen. En hij zegt dat ik vreselijk tekeer ging. Dat is niet zo. Ik voelde me niet op mijn gemak, daarom ben ik weggegaan. Meneer Van Rijswick kwam zelf vis bij mij halen, en toen er een keer boompjes op het plein stonden waar ik nauwelijks aan voorbij kon, zei hij: “Kijk zelf maar hoe je op je plek komt”.’ Begint u nu een beetje te begrijpen waarom ik vind dat deze vete filmische potentie heeft?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten