maandag 11 januari 2010

Klein mysterie 127 – Coalitieakkoord

Als u dezer dagen op straat iemand tegenkomt die onherkenbaar is vanwege de modder waarmee hij of zij is besmeurd, dan kunt u ervan verzekerd zijn dat u van doen heeft met een Horster politicus. Want de afgelopen dagen en weken hebben de dames en heren elkaar bestookt met vele kruiwagens van dit ‘mengsel van aarde, vuil en allerlei organische stoffen met water’ (Van Dale). Tijdens de raadsvergadering, op websites, in de krant, in de weekbladen, in tweets, op weblogs. Over de coalitieonderhandelingen, over het aantal wethouders, over de vergoedingen voor raadsleden en wethouders, over niet integer handelen tijdens de verkiezingscampagne, over het coalitieakkoord. Over wat eigenlijk niet? De verleiding is groot míjn mening over al die punten te spuien. Toch geef ik daar niet aan toe. Ik beperk me hier tot de kritiek van D66 en SP op het coalitieakkoord. Beide partijen bezigden over dit document termen als ‘vaag’, ‘nietszeggend’ en ‘weinig concreet’. Hebben ze daarin gelijk? Ik besloot de proef op de som te nemen en te kijken wat het akkoord zegt over vijf van mijn stokpaardjes:

(1) het belang van kunst in de openbare ruimte en instelling van een kunstencommissie. De enige zinsnede die ik hierover tegenkom in het coalitieakkoord: ‘Kunst in de openbare ruimte geeft kwaliteit aan de omgeving.’ Inderdaad vaag, nietszeggend en weinig concreet.

(2) de noodzaak van invoering van betaald parkeren in het Horster centrum. Het akkoord: ‘Gratis parkeren blijft uitgangspunt.’ Ik ben het er niet mee eens, maar dit is volstrekt helder, veelzeggend en heel concreet.

(3) het overschot aan wandel- en fietsroutes in het buitengebied: ‘Themaroutes over de streek met een educatieve waarde kunnen het toeristisch-recreatief gebruik verder stimuleren.’ Behoorlijk vaag. Waarschijnlijk wordt bedoeld: ‘We willen het ontwikkelen van themaroutes over de streek met een educatieve waarde stimuleren omdat je daarmee aantrekkelijker bent voor toeristen.’

(4) het tegengaan van glastuinbouw in het buitengebied: ‘Glastuinbouw wordt zoveel mogelijk geconcentreerd binnen Klavertje 4. Aan uitbreiding van solitaire glastuinbouwbedrijven buiten concentratiegebieden en boven de kaders wordt alleen medewerking verleend als er sprake is van kwaliteitsverbetering.’ Enigszins verhullend, zou ik zeggen. Met ‘zoveel mogelijk’ en ‘kwaliteitsverbetering’ (wat zijn de criteria daarvoor?) zijn er ontsnappingsmogelijkheden.

(5) respect voor het onroerend erfgoed: ‘De belevingswaarde van de bebouwde omgeving wordt voor een groot deel bepaald door rijks- en gemeentelijke monumenten. Vanwege deze waarde zullen we het gemeentelijk monumentenbeleid opwaarderen.’ Vrij duidelijk, al blijft onduidelijk wat die opwaardering inhoudt.

Score: drie keer (vrij) vaag, twee keer (vrij) duidelijk.
Conclusie: D66 en SP hebben voor een deel gelijk. Of ben ik nu zelf vaag, nietszeggend en weinig concreet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten