Dagblad De Limburger bevatte zaterdag een artikel over de monniksgier. Een mooie aanleiding om mijn verleden met de aegypius monachus op te biechten.
Woensdag 16 maart 2005. In mijn herinnering een druilerige ochtend. Rond een uur of elf rijd ik vanaf de dan wel de Peelheideweg op, langs vakantiepark Loohorst, richting Meterik. Hé, wat zweeft daar? Daar vrij hoog in de lucht boven de Heere Peel, het kunstmatige stukje Peel aan de noordzijde van de Peelheideweg? Een vogel? Nee, veel te groot, da’s heel geen vogel! Wat dan wel? Een schermvlieger of paraglider? Daar vertoont het zwevende gevaarte meer gelijkenis mee. Zijn er op of bij het Loohorstcomplex trouwens niet regelmatig demonstraties en/of wedstrijden schermvliegen of paragliden? Juist! Maar schermvliegers blijven toch niet steeds op min of meer dezelfde plaats zweven? En schermvliegers hangen toch meters onder hun scherm? Raarrr. Wacht. Waarom zou het eigenlijk geen flink uit de kluiten gewassen vlieger zijn? Opgelaten door een voor mij vanuit m’n auto onzichtbare Loohorstgast in de Heere Peel. Kan niet anders, dat moet het zijn. Raadsel opgelost.
Andere plichten roepen, ik sta in de loop van de dag verder niet meer stil bij deze ervaring. Totdat ik ’s avonds de televisie aanzet en midden in het weerbericht van provinciale zender L1 val. Nog net hoor ik de dienstdoende weerman – ik dacht Thijs Zeelen, al kan het ook Léon Rademakers zijn geweest – zeggen dat er die dag in de buurt van Beers, circa veertig kilometer ten noorden van Horst, een monniksgier is gesignaleerd. Een vliegende kolos met een spanwijdte van meer dan drie meter. De grootste roofvogel van Europa, slechts twee keer eerder gesignaleerd in Nederland.Een dag later wordt de vogel nog verschillende malen gespot in de omgeving van Beers. Op 21 maart duikt hij op bij de Oostvaardersplassen in Flevoland. Daar verblijft Carmen, zoals de gier wordt gedoopt, bijna vijf maanden. Op de avond van 15 augustus komt Carmen in botsing met een passerende trein en legt daarbij het loodje. Intussen is duidelijk geworden dat de dame begin mei 2003 in de Extremadura in Spanje is gevonden met vergiftigingsverschijnselen. Ze verblijft vervolgens anderhalf jaar in een gierenopvang, eerst op Mallorca en later in het Zuid-Franse Baronnies. Daar wordt ze op 2 februari 2005 losgelaten. Om welke reden dan ook moet Carmen dus al vrij kort daarna koers hebben gezet richting noorden, om op 16 maart in Beers te landen.
Is het dan heel vreemd om te veronderstellen dat wat ik die dag boven de Heere Peel met enige aarzeling aanzag voor een flink uit de kluiten gewassen vlieger, in werkelijkheid een monniksgier was?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten