Ik heb het al vaker gezegd: als je plezier wilt beleven aan een uitwedstrijd van VVV dan moet je dat buiten de wedstrijd om proberen te zoeken. Dus ging ik afgelopen donderdag, op weg naar de inderdaad triest stemmende uitwedstrijd tegen Volendam, langs in Lelystad en in Nagele.
Mijn dag was al geslaagd na het aanschouwen van Exposure, dit indrukwekkende kunstwerk van Antony Gormley:
Vanaf een dijk één kilometer uit de kust van Lelystad kijkt deze hurkende dan wel poepende reus (25 meter) sinds september vorig jaar uit over het Markermeer. Wat me er zo in aanspreekt? Lastig in een paar woorden uit te drukken. Laten we het houden op een mix van de melancholie die per definitie besloten ligt in het uitkijken over zee, bewondering voor het vermogen een constructie van zestig ton zó licht en breekbaar te doen ogen en de metamorfose die het kunstwerk ondergaat naarmate je het dichter nadert en naarmate de lichtinval verandert.
Dan Nagele. Een in de jaren vijftig tot stand gekomen dorp in de Noordoostpolder. Geheel ontworpen door architecten van De 8 en Opbouw (zoals Aldo van Eyck, Gerrit Rietveld en Mien Ruys) volgens de principes van het Nieuwe Bouwen.
Aspecten die meteen opvallen als je door het dorp (een kleine tweeduizend inwoners) loopt, zijn de gelijkvormige architectuur, de ruime opzet, de platte daken en de strikte scheiding van functies als wonen, werken, verkeer en ontspanning (klik bijvoorbeeld hier voor meer achtergrondinformatie).
Jaren geleden was ik al eens een keer in Nagele geweest. Het maakte toen een troosteloze indruk op me. Ik weet dat aan het troosteloze weer. Nu scheen de zon volop, maar nog steeds maakte Nagele een vrij troosteloze, doodse indruk op me. Waar dat aan ligt? Mogelijk aan de ruimtelijkheid. Ergens las ik dat Nagele is gebouwd volgens de principes van een stad. Alleen is Nagele geen stad, maar een (klein) dorp. Een dorp dat bovendien is omgeven door een onmetelijke onbebouwde ruimte. Juist in zo’n dorp zou je enige intimiteit mogen verwachten.
Het tegendeel is het geval: de grote open ruimtes scheppen afstand en daarmee afstandelijkheid. Elke middelgrote of grote stad zou zich een wijk met de kenmerken van Nagele moeten wensen, maar hier midden in de verlaten polder oogt het als een Fremdkörper.
Als ik Nagele moest vergelijken met een van de zestien kernen van Horst aan de Maas, zou dat zonder enige twijfel Griendtsveen zijn.
Ook Griendtsveen is van origine een tekentafeldorp, zij het zestig jaar ouder dan Nagele. Waar Nagele veel van z’n oorspronkelijke karakter heeft weten te behouden, is Griendtsveen in architectonisch en ruimtelijk opzicht bepaald niet ongeschonden gebleven. Toch, of misschien wel juist daardoor, lijkt het erop alsof er in Griendtsveen veel meer leven zit. Een treurig stemmende conclusie voor een ouwerwetse socialist als ondergetekende wanneer je je bedenkt dat in Griendtsveen de feodale verhoudingen bewust werden benadrukt en weerspiegeld, terwijl de idealistische ontwerpers van Nagele streefden naar een gelijkwaardige samenleving met een architectuur die verschillen tussen mensen verminderde en niet benadrukte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten