maandag 8 augustus 2011

Intermezzo – Ger (4)

Iemand die de laatste tijd geheel buiten beeld is geraakt, is Ger Driessen. Het ene moment sier je nog dagelijks de voorpagina van de krant, het andere dreig je weg te zinken in vergetelheid. Daarom is het maar goed dat z’n heldendaden onlangs op schrift zijn gesteld. De SP (met in haar kielzog de onvermijdelijke reaguurders) mag dan wel weer een potje verongelijkt zitten te doen over de dure afscheidsbijeenkomsten van vier voormalige gedeputeerden, we hebben er wel mooi De simultaan schaker – De nieuwe horizonten van gedeputeerde Ger Driessen (1999-2011) aan overgehouden.
Auteur Peet Adams voert de lezer in veertig bladzijden door het bestuurlijke leven van Ger. Adams vergelijkt ‘een van de meest onconventionele, robuuste en resultaatgerichte bestuurders die Limburg ooit heeft gekend’ met een simultaan schaker: ‘Steevast zes, zeven zetten vooruit denken. Onorthodox spelen. Daarbij legt hij z’n partners graag z’n speelwijze op. Weet vanuit bijna onmogelijke spelsituaties toch weer kansen te creëren en wil altijd winnen.’
Het moet gezegd: een zuivere hagiografie is het niet geworden. Kritische woorden worden hier en daar niet geschuwd: ‘Soms heeft Driessen te ver voor de troepen uitgelopen. Als solist geopereerd. Wrevel en onbegrip gewekt.’ Toch overwegen de loftuitingen. Zie bijvoorbeeld de hoofdstuktitels: ‘Tsunami’, ‘Kleurrijk palet’, ‘Rijzende ster, groeiende invloed’, ‘Tamboer maître’. Kopstukken uit politiek en bedrijfsleven die Driessen van nabij hebben meegemaakt, prijzen hem regelrecht de hemel in. Zoals Romé Fasol, voormalig burgemeester van Horst: ‘Ik overdrijf niet. Na Sjeng Kremers is Ger Driessen de eerste bestuurder die weer belangrijke concrete resultaten heeft geboekt voor Limburg.’
De vraag is natuurlijk of het niet te vroeg is voor een afgewogen oordeel over ’s mans daden en resultaten. Wordt Greenport Venlo inderdaad ‘een turbomotor voor de werkgelegenheid met op termijn 20.000 nieuwe arbeidsplaatsen’? Zal de vergelijking van ‘de toekomstige dynamiek van de Innovatoren met de Eiffeltoren in Parijs’ inderdaad opgeld doen? Gaan de twee miljoen bezoekers van de Floriade ‘de metamorfose van Noord-Limburg tot kenniscentrum in de agribusiness’ inderdaad ‘over de hele wereld uitdragen’? Wordt de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum inderdaad het succes dat ons is voorgespiegeld? De vlag kan pas echt uit als dergelijke vragen over enkele jaren van een bevestigend antwoord zijn voorzien.
Maar positief of negatief, succes of fiasco, houd te allen tijde de afsluitende woorden van het boek in uw achterhoofd: ‘Driessen deed het niet voor zichzelf. Hij deed het voor Limburg.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten