maandag 12 december 2011

Klein mysterie 298 – Onthoofding

Horst-sweet-Horst is niet in de eerste plaats bedoeld om persoonlijke perikelen met lezers te delen. Soms valt er evenwel niet aan te ontkomen. Bijvoorbeeld wanneer er in m’n directe omgeving sprake is van een onthoofding.

Zoals wel vaker opende ik woensdagochtend de gordijnen. Nietsvermoedend. Uiteraard nietsvermoedend, want wie opent er nu ietsvermoedend de gordijnen? Goed, ik opende dus de gordijnen om vervolgens te worden geconfronteerd met dit tafereel:
Een uiterst luguber tafereel mag ik wel zeggen. Mijn schapen onthoofd! Mijn geliefde blauwe schapen die zo vaak hadden gefungeerd als decorstukken bij een enscenering voor Horst-sweet-Horst.
Duitse schapen waren het, creaties van Aktionskünstler und Blauschäfer Rainer Bonk. Een jaar of zeven, acht geleden gekocht op de schapenmarkt in Duisburg. Vallende walnoten bezorgden beide dieren enkele herfsten terug een gat in de rug. Een klap die ze wonderwel doorstonden: hun levenslust en vitaliteit boetten er niet merkbaar door in.
Over het motief voor de gruweldaad van afgelopen week tast ik volledig in het duister. Vredelievender dieren dan mijn blauwe schapen kom je zelden tegen: ze hadden er niet het minste bezwaar tegen als eekhoorns en allerlei vogelsoorten hun kop (of hebben schapen een hoofd?) als rust- dan wel uitkijkplaats gebruikten, kinderen waren van harte welkom op hun rug en als ze in de gaten hadden dat de wekelijkse wasbeurt eraan zat te komen, begonnen ze spontaan met hun oren te klapperen. En nu dan ineens onthoofd.
Of ik een vermoeden heb van de dader? Wat heet vermoeden? Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid durf ik te stellen dat Jan de W. de man achter deze beulsdaad is. Maanden heb je geen last van ’m en dan ineens slaat ie weer in alle hevigheid toe. En altijd zijn z’n eerste slachtoffers de weerlozen, de schrijnende gevallen, de kwetsbare groepen. Opmerkelijk aan het onderhavige geval is de klinische wijze waarop Jan de W. te werk is gegaan: met feilloze precisie heeft ie de koppen van de rompen weten te scheiden. Uit het feit dat de lijven van beide schapen nog fier overeind stonden, leid ik af dat er geen voorafgaande worsteling heeft plaatsgevonden.
Mijn blauwe schapen waren overigens niet de enige slachtoffers die Jan de W. afgelopen week maakte. Zaterdag constateerde ik dat hij de vliegende blauwe dolfijn aan de Grauwveenweg in Griendtsveen
hoogstpersoonlijk van z’n voetstuk had gehaald.
Het mag voor zich spreken dat ik de zaak (zaken) in handen heb gegeven van de dierenpolitie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten