donderdag 3 oktober 2019

Ingezonden – Pioniers van het platteland

Horst-sweet-Horst ontving een ingezonden bijdrage van Lotte Spreeuwenberg. Lotte is afkomstig uit Melderslo en is onderzoeker en docent filosofie aan Universiteit Antwerpen. 

Pioniers van het platteland

Deze week protesteerden de boeren tegen het steeds kleiner wordende draagvlak voor voedselproductie in Nederland. In Horst aan de Maas lijkt dat draagvlak nochtans erg groot: afgelopen weekend werd het Nieuw Gemengd Bedrijf geopend (de grootste megastal van het land) en vlak daarvoor werden datzelfde bedrijf en zijn coöperatie genomineerd voor de lokaal prestigieuze ondernemersprijs (met dit jaar het thema ‘mens en dier’). In diezelfde week gaf de commissie Remkes aan dat er minder dieren gehouden moeten worden en legden wereldwijd meer dan zes miljoen mensen voor één dag hun werk neer om klimaatactie op te eisen.


Over de idealen in de regio, een overwegend agrarisch gebied waar trots geboerd wordt, kunnen we positief zijn. Varketing Group wil ‘door samenwerkingsverband maatschappelijk verantwoord vernieuwen’. Uitgangspunt voor NGB is ‘hoe kunnen we het beter doen dan de gangbare intensieve veehouderij’ met aandacht voor ‘zorgvuldige, duurzame, diervriendelijke productie van gezond en veilig voedsel’. Criteria voor het winnen van de ondernemersprijs zijn (zo lezen we op de site) ‘het inspelen op trends zoals gezondheid, dierenwelzijn, energietransitie’ en ‘het op de kaart zetten van Horst aan de Maas’. In Horst aan de Maas willen we pionieren. In Horst aan de Maas willen we in 2025 zelfs de Gezondste Regio te zijn.


De idealen op het platteland doen dus in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd niet onder voor de wereldwijde transitie die gaande is in focussen op een groener en duurzamer beleid. Toch blijft het fors achter in het uitvoeren ervan. Want hoe kunnen we Gezondste Regio rijmen met een rode loper voor elk agrarisch belang? Voor de wetenschap, gezondheidszorg, ethici en andere delen van het land is het overduidelijk dat die twee onverenigbaar zijn. Hoe kan een gemeenschap als Horst aan de Maas achterblijven terwijl de juiste doelen gesteld worden?

Het probleem zit in de vraagstelling. In Horst aan de Maas vragen we ons af: ‘Hoe kunnen we de gezondste regio worden?’ of ‘Hoe kunnen we verduurzamen?’ We vergeten daarbij de vragen die daaraan voorafgaan. Wat ís gezondheid eigenlijk? Gezond voor wie? Wat is duurzaamheid? Wat is de relatie tussen mens, dier en de natuur? En hoe zou die moeten zijn?

Vragen beantwoorden doen we altijd vanuit ons eigen perspectief. Door andere ervaringen heeft iedereen kennis van andere zaken en zullen we dus anders op vragen antwoorden. Daarnaast spelen belangen (bewust en onbewust) ook mee. Op de vraag wat gezond is zal een dokter anders antwoorden dan een veehouder. Het gaat dus om de juiste vragen stellen, maar ook om die zo eerlijk mogelijk te beantwoorden. In een gemeenschap als Horst aan de Maas worden (kijkend naar de afgelopen decennia) de vragen en antwoorden structureel door dezelfde mensen gesteld en bepaald: agrariërs en de politieke partij die het meest met de agrariërs voor heeft. Een groep mensen met dezelfde doelen en wensen. Het gaat er (nu) niet om of die wensen goed of verkeerd zijn, maar een homogene groep stelt onvermijdelijk dezelfde vragen, geeft dezelfde antwoorden en stelt dus ook steeds dezelfde prioriteiten boven andere belangen. Pionieren wordt dan moeilijk – maar niet onmogelijk.


Iedereen groeit op in een systeem waarvan we denken dat dát systeem toevallig precies het juiste is. Door voorbij de grenzen van onze eigen wereld te kijken en onze voorkeuren open te bevragen kunnen we blijven leren en de vooruitgang boeken die we allemaal zo graag willen. Wie opgroeit in een systeem dat prioriteit geeft aan economische belangen (‘the sky is the limit!’), legt die prioriteit automatisch minder bij ecologische waarden. Er kan tenslotte maar één ding tegelijk het belangrijkste zijn. Maar we hoeven niet toe te geven aan wat we gewend zijn. Het ‘eco’ in beide woorden komt van het Griekse ‘oikos’: huis. Hoe willen we zorgen voor ons huis, onze gemeenschap, onze aarde? Geven we prioriteit aan economie of ecologie?

Naast open vragen stellen en eerlijke antwoorden zoeken is nog iets anders noodzakelijk voor vooruitgang: het erkennen van onze prioriteiten. Een megastal kan zo duurzaam mógelijk ingericht worden, maar een duurzame megastal bestaat niet. Een megastal kan ingericht worden dat het zo goed mógelijk bij een gezonde regio past, maar het meest gezond is het natuurlijk niet. Wie het daar niet mee eens is zou zichzelf de open vraag moeten stellen: wat is gezond? En voor wie? Let op: je mag niet je eigen prioriteiten mee laten wegen. (Vervelend spel hè.)


Erkennen van prioriteiten is een stap in de richting van vooruitgang. Diervriendelijk vlees bestaat niet. Vonden we welzijn van de dieren belangrijker dan onze eetwensen, dan lieten we zo'n megastal snel achterwege. Een ‘Doener in Passie’ (lees hier) zou daarnaast ook een ‘Denker over zijn Passies’ mogen zijn. Vinden we Gezondste Regio en een transitie naar een groener en duurzamer Horst aan de Maas het belangrijkst? Dan moeten andere belangen daar automatisch voor wijken. Dat heeft niets met boertje pesten of politieke voorkeur te maken, dat zijn de spelregels van logica.

Wie is er nu verantwoordelijk voor die vooruitgang? Het is inderdaad enorm oneerlijk de last volledig bij het platteland en de boer te leggen. De stedeling kan zijn prioriteiten makkelijker verschuiven: die heeft niet dezelfde belangen. Het is te makkelijk om vanuit de stad te zeggen dat de boer de juiste vragen moet stellen, om vervolgens wel de goedkoopste kip te willen eten. Die prioriteit voor economische belangen bij zowel politiek als burger zorgt ervoor dat de boer al decennia steeds meer moet voor steeds minder. Pionieren begint daarom bij het erkennen dat we in een niet langer houdbaar systeem zitten. Prioriteit voor financiële belangen heeft niet gewerkt: de aarde raakt op, de boer houdt de kop niet boven water, we missen de natuur en we willen verandering. De echte pioniers bevinden zich juist daarom op het platteland: daar moet men meer opgeven om vooruitgang te bewerkstelligen. Boeren is een prachtig beroep, net als ondernemen. Er zijn al mooie voorbeelden van door de lokale consument gestuurde boerenbedrijven waarbij de boer duurzaam en zonder financiële risico’s kan boeren (zie - klik hier - de aflevering ‘Plattelandspioniers’ van Tegenlicht).


Maar ook dichtbij proberen ondernemers de Horstenaar voorbij de grenzen van de eigen wereld te laten kijken. Foodbar Gember bijvoorbeeld (genomineerd voor de jonge ondernemersprijs) laat zien hoe we ook anders kunnen ondernemen, tegen de gebaande paden in: Gember werkt nauw samen met Natuurwijzer (ook al zo’n pionier) om verspilling tegen te gaan en duurzaamheidsenthousiasme bij de klant aan te wakkeren. Overigens een perfect voorbeeld van blind zijn in ons eigen Horster perspectief: Natuurwijzer ontving in 2017 de prijs ‘Ondernemer van het jaar’ van Horst-Centrum onder andere vanwege ‘een innovatief concept’. Ironisch, want Wilmi Thijssen opende de winkel al in 1991. Maar ook positief: haar vooruitziende en gedurfde open blik wordt erkend.


Pionieren lukt alleen als we onze vragen met open blik stellen. Zijn we bereid eerlijke antwoorden te zoeken, die niet alleen vanuit ons eigen perspectief komen? Zoals de organisatie Gezondste Regio zegt: ‘Stilstand is achteruitgang!’ Maar vooruitgang eist bereidheid om onze andere belangen achterwege te laten. Dat is best moeilijk wanneer de initiatiefnemers van je organisatie – Gezondste Regio 2025 – wéér uit diezelfde groep mensen met dezelfde wensen bestaat. Durven we onze eigen opvattingen te bevragen? Durven we de juiste prioriteiten te stellen? En durven we de eerlijkste antwoorden te accepteren? Wie écht vooruitgang wil is nooit klaar met leren. Maar dan moeten we wel willen.

Lotte Spreeuwenberg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten