maandag 28 december 2009

Klein mysterie 125 – Gasthuis

Dialect moet je doen. Niet lezen, niet schrijven, maar praten. Niets zo vreselijk als het moeten lezen of schrijven van een dialecttekst. U kent dat wel: zo’n worsteling door een woud van trema’s, umlauts en accenten circonflexe, aigu dan wel grave. Volstrekt zinloos ook, al die diakritische tekens. Want of je nu roeteketoet keumt aaltied oet schrijft of roêteketoêt keumt aaltîed oêt: de dialectspreker weet toch wel wat je bedoelt en hoe je het uitspreekt en de niet-dialectspreker weet toch niet wat je bedoelt en hoe je het uitspreekt. Niets om je erg druk over te maken dus, zou je denken. Toch woedt er al lange tijd een oorlog met als inzet de juiste spelling van de Limburgse dialecten. Heel vermakelijk. Des te treuriger dat de strijd de laatste jaren enigszins is geluwd. Daarom vanaf deze plaats een welgemeende poging de vijandelijkheden weer wat nieuw leven in te blazen. Ik mag tenminste hopen dat de verschillende kampen een gefundeerde en van elkaar afwijkende mening hebben over de juiste schrijfwijze van het woord ‘gasthuis’ in het Horster dialect. Voor zover ik na heb kunnen gaan, zijn er momenteel drie versies in omloop: Zouden de dialectologen zich eens over dit probleem willen buigen? En elkaar hierover liefst de koppen in willen slaan (figuurlijk dan)? Mocht dit onvoldoende zijn om de strijd nieuw leven in te blazen dan levert een tweede vraag over hetzelfde woord hopelijk meer stof tot discussie (en meer) op: hoort in het Horster (Hoorster? Hoarster? Hôrster? Hoooooorster?) dialect die t eigenlijk wel thuis in het woord ‘gasthuis’?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten