Wie ooit in de trein van Hannover naar Berlijn heeft gezeten, moeten ze beslist zijn opgevallen: de tientallen, misschien wel honderden jachthutten aan beide zijden van het spoor. In één oogopslag zie je er soms wel vier of vijf. Ongelooflijk. Leitersitze, geschlossene Hochsitze, Kanzelleitersitze, Kanzel, noem de types allemaal maar op. Alleen fahrbare Hochsitze lijken te ontbreken, maar dat kan ook gezichtsbedrog zijn omdat de trein op dit traject voortdendert met een snelheid van 250 kilometer per uur. Je vraagt je af hoe het mogelijk is dat er überhaupt nog wild bestaat in Duitsland.
Is Duitsland daarmee het walhalla voor een jachthutspotter? Voor deze jachthutspotter niet. Eerder heb ik al eens uiteengezet dat het me bij jachthutten vooral om de Entdeckerfreude te doen is. Welnu, in Duitsland heb je jachthutten in zo’n groten getale dat je bezwaarlijk nog van ‘ontdekken’ kunt spreken. ‘Waarnemen’ zou ik het eerder willen noemen. En waarnemen is per definitie iets kils, iets klinisch, iets waaraan je geen vreugde beleeft. Nee, ware Entdeckerfreude gedijt het beste bij relatieve schaarste. Dus prijs ik me althans in jachthutopzicht gelukkig dat ik in Horst aan de Maas woon. Je struikelt er hier niet over en het zijn ook weer geen spelden in een hooiberg. Eigenlijk precies goed dus. Laatst had ik er weer een te pakken. Zomaar ontdekt tijdens een rondje rennen in de Elsbeemden in Sevenum. Een ontdekking waar ik best trots op ben, want er zijn jachthutten die beter in het zicht liggen. Sowieso is het signaleren van een jachthut in een tijd waarin er blaadjes aan de bomen zitten een aanzienlijk knappere prestatie dan in de winter (als u het niet doet, complimenteer ik mezelf maar).Het bereiken van deze hut vergde trouwens nog wel enige inspanning: eerst onder prikkeldraad door kruipen (over knappe prestaties gesproken), daarna enkele honderden meters ploeteren door een plaatselijk drassig weiland met hoog opschietend gras en tenslotte tussen rietkragen door laveren over een smal paadje. Voor betere foto’s had ik me ook nog op een smalle en wankele plank over een beekje kunnen begeven, maar ik vond dat ik mezelf al meer dan genoeg had gepijnigd.
Behalve de geïsoleerde ligging en de raampjes aan vier zijden verwonderde ik me ook over de positie van de jachthutstoel:Deed me denken aan het houten krukje met rieten zitting dat ik twee jaar geleden onder de jachthut in de Reulsweg in Horst aantrof:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten