‘Helemaal, meneer. Ik heb met m’n vader afgesproken dat ik vandaag de duiven melk. In ruil mag ik dan vanavond opblijven voor de wedstrijd. Weet u trouwens hoe ik de duiven moet melken, meneer?’
Ehhh … Sorry jongen, maar ik moet verder.
‘Dag, meneer.’
Dag, jongen.
‘Waarvoor?’
Ja, nou wordt ie helemaal mooi. Voor het voetballen van vanavond natuurlijk.
‘Voetbal?’
Waarom heeft u dan zo’n oranje hoed op?
‘Meneer, het is 35 graden! Mag ik nu misschien doorgaan met m’n werk?’
‘Ja. Hoewel het wel lastig kijken is, hoor, liggend met zo’n kind op je buik.’
Wat als Jack en Wesley ook nog op uw schoot plaats willen nemen?
‘Ze zijn van harte welkom. Van de wedstrijd zal ik dan helemaal niets meer zien, vrees ik. Maar dat heb ik wel over voor de goede zaak.’
‘Ik ben er helemaal klaar voor, ja. Ik sta op het punt me te gaan verdrinken.’
Hoe bedoelt u?
Ben ik niet duidelijk genoeg? Ik duik die put in om er nooit meer uit naar boven te komen.’
Hoe dat zo?
‘Paul. De octopus. Ik kan er allemaal niet meer tegen.’
Vaarwel, monnik van Broekhuizen.
‘En of we d’r klaar voor zijn! Sinds vier uur vanochtend vormen we zo’n kring. Goed WK-voorbeeld doet volgen.’
Maar jullie gaan de wedstrijd toch niet missen?
‘Toch wel. Nu op dit moment de band verbreken, zou dodelijk zijn. Wij offeren ons op voor Oranje.’
Zo willen we het horen!
‘Eerlijk gezegd bij lange na niet. Ze vallen hier bij bosjes. Weet u, het is de hitte.’
Wordt dus een lange dag voor u?
‘Vrees het wel, ja. De wedstrijd kan ik wel op m’n buik schrijven.’
Verschrikkelijk!
‘In zekere zin wel. Van de andere kant: je bent Barmhartige Samaritaan of je bent het niet. Dat schept nu eenmaal verplichtingen.’
Veel sterkte de rest van de dag.
‘Bedankt.’
‘Even wachten. Kleurt die oranje sjaal wel goed bij die rode jurk?
Perfect!
‘En ik sla met dat hoedje toch geen Erica Terpstrafiguur?’
Hoe kóóóóm je erbij?
‘Goed, dan ben ik d’r helemaal klaar voor.’
‘Cognac, cognac en Spanje krijgt de zak.’
Kabouter Wijsneus …
‘En van je hela hola, hou de moed er in.’
Kabou …
‘We zijn d’r bijna, we zijn d’r bijna, maar nog niet helemaal.’
Ok. U bent d’r helemaal klaar voor, zo te horen.
‘Hup Holland Hup, laat de leeuw niet in z’n hempie staan…’
‘Voor het feest van vanavond? Jazeker zijn wij daar klaar voor. Wat denkt u: voor deze ene keer zal het toch wel gepermitteerd zijn in evakostuum te verschijnen?’
‘Ik wel, maar m’n kind verdorie niet. Die koter zit al de hele dag te jengelen en ik zie ‘m daar vanavond niet mee stoppen. Dat het ook juist nu zo warm moet zijn.’
Maar u zult toch wel veel steun hebben van uw man?
‘M’n man? Die hangt als sinds vrijdag in de kroeg, de schurk. Valt in deze recessie niet mee om je brood te verdienen als timmerman. Had ie net een klusje, jaagt ie de opbrengst er in twee dagen doorheen. En mij opschepen met die baby.’
Horst-sweet-Horst leeft met u mee, mevrouw.
Conclusie van vanochtend: Horst aan de Maas is d’r klaar voor. Min of meer dan.
Ook ik vroeg zondag iemand om een reactie. Ik was bij het graf van mijn vader en zei hem dat het, bijna 5 jaar na zijn dood, vanavond dan eindelijk, na 74 en 78, weer zover was: de finale. 'Laten we hopen', meende ik te horen, 'dat we op onze manier, met fraai aanvallend vleugelspel en veel technisch vernuft de wereld versteld doen staan.'
BeantwoordenVerwijderenIk zweeg en droop af, ik wilde mijn vader niet postuum teleurstellen en dacht: laat Spanje maar lekker winnen.