maandag 21 februari 2011

Intermezzo – Amsterdam

Ajax-VVV gisteren. Uit mijn vorige bezoek aan dezelfde wedstrijd had ik een wijze les getrokken: als ik enig plezier wilde beleven aan deze dag, moest ik me vooral niet beperken tot het potje voetbal. Dus pakte ik op station Horst-Sevenum de trein van half negen, om na aankomst in Amsterdam koers te zetten richting Spaarndammerbuurt. Daar liggen rond het Spaarndammerplantsoen drie door Michel de Klerk aan het begin van de twintigste eeuw ontworpen monumentale volkswoningbouwcomplexen. In het meest expressionistische van de drie is Museum Het Schip gevestigd. ‘Het Schip’ is de bijnaam van het complex dat een van de meest tot de verbeelding sprekende voorbeelden van Amsterdamse Schoolarchitectuur is. Alles aan en in het arbeiderspaleis van De Klerk ademt de socialistische verheffingsgedachte: ook arbeiders hebben recht op goede huisvesting in mooie woningen. Achteraf is het me een raadsel waarom het tot 2011 heeft moeten duren voordat ik een bezoek bracht aan Het Schip. Wat me er vooral in aanspreekt, is de combinatie van idealisme en architectonische vernieuwing. Al ben ik, als puntje bij paaltje komt, geloof ik toch een grotere liefhebber van de soberheid van het Nieuwe Bouwen, zoals in Dessau, dan van de uitbundigheid van de Amsterdamse School.Valt er verder nog opmerkelijks te berichten uit Amsterdam? Weinig. Of het moest zijn dat veel brievenbussen er nog altijd rood zijn. Pluspuntje, dunkt me. En dat Soefie gejat, excuus gestolen, is. Minpuntje. En dat de verkiezingsaanplakborden er heel wat ordelijker uitzien dan in Horst. Pluspuntje. Voor de rest eigenlijk alles als vanouds in Amsterdam. Saai dus. Als je iets wilt beleven, zul je toch echt in Horst moeten zijn.

En Ajax-VVV? Ik zei aan het begin toch dat ik me niet tot het potje voetbal moest beperken als ik deze dag tenminste enig plezier wilde beleven? Dus verder geen woorden meer aan vuil maken.O ja, voor de echte liefhebber: door een aaneenschakeling van toevalligheden kwam ik in de bestuurskamer van de Arena terecht (waar ik een handje kreeg van Peter Boeve en Michael van Praag me minzaam toeknikte, terwijl ie zich vermoedelijk vertwijfeld afvroeg of VVV nu wel of niet naar de topklasse was gedegradeerd) en bekeek ik de wedstrijd niet vanuit het bezoekersvak, vak 413 of vak 428 maar vanaf de hoofdtribune, gezeten naast Piet Keizer. Piet Keizer, aan wie Remco Campert ooit het gedicht 1973 wijdde:

Sombere tijd, zwarte dagen
Een glimp van licht zo nu en dan
Als op het voetbalveld
Jij met lome genialiteit
Je van een verdediger bevrijdt

Ach, die na ons komen
Nooit zullen ze weten
Waarvan we droomden.
Dat doet je dan meteen weer alle ellende van Ajax-VVV vergeten.

2 opmerkingen:

  1. Leuk, die reportatie ook buiten 'ons Horst' groet Claar

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Volgens mij staat er toch echt Soekie op die poster. Soekie hond, dus waarschijnlijk naar Keisuke Honda genoemd.

    BeantwoordenVerwijderen