maandag 30 augustus 2010

Klein mysterie 193 – Frik

Tot mijn schande moet ik bekennen dat er ergens diep in mijn binnenste een frik huist. Dat heb je als zoon van een schoolmeester. Genetisch bepaald dus. Op zich heb ik er weinig last van, de pest is alleen dat die frik er om de zoveel tijd uit moet. Niets en niemand kan hem dan tegenhouden. Afgelopen week was het weer zover. Een bericht op de website van de gemeente Horst aan de Maas bracht de frik in mij tot leven. Het bericht is zeventien zinnen lang en heeft als kop ‘Stand van zaken stormschade’. Met de eerste zin is nog niets mis: Gemeentewerken en brandweer hebben honderden meldingen gekregen van omgewaaide bomen en afgebroken takken naar aanleiding van de storm van 14 juli 2010.
Maar dan de tweede zin: In de afgelopen zes weken zijn er meer dan 550 bomen gesneuveld en zijn inmiddels meer dan 6000 bomen (ernstig) beschadigt. Geen lekker lopende zin. ‘Er’, het tweede ‘zijn’ en ‘inmiddels’ weglaten, zou al wonderen doen. ‘Beschadigt’ met een t staat ook een beetje slordig. Maar afgezien daarvan is vooral de inhoud opmerkelijk. De auteur doet het namelijk voorkomen alsof de storm van 14 juli nog zes weken heeft voortgewoed. In de zes weken ná 14 juli zouden dus 550 bomen zijn gesneuveld en 6000 (ernstig) beschadigd? Was de frik in mij volkomen ontgaan.Derde zin: Een deel van de schade zoals verdroogde takken in de kruinen, zijn duidelijk zichtbaar. Zesde zin: Het kernhout waar de takken en stammen hun stevigheid aan te danken hebben zijn dan bijvoorbeeld gescheurd (…). Louis van Gaal (en velen met hem) gebruikt steevast in een zin waarin het woord ‘media’ onderwerp is, een werkwoordsvorm in derde persoon enkelvoud (‘de media heeft’). De schrijver van zin 3 en zin 6 doet precies het tegenovergestelde: hij laat een onderwerp in het enkelvoud volgen door een persoonsvorm in het meervoud (‘de schade zijn’, ‘het kernhout zijn’).Achtste zin: Deze bomen kunnen hun stabiliteit verliezen waardoor ze (te) groot risico kunnen vormen voor hun omgeving. ‘Een’ vergeten tussen ‘ze’ en ‘(te)’. Schoonheidsfoutje.
Elfde zin: Bij bomen waarbij de stronk nog vast in de grond zit, worden deze weg gefreesd. Deze zin kostte mijn frik de meeste hoofdbrekens. Wordt (in plaats van worden) de weg gefreesd als de stronk nog vast in de grond zit? Maar waarom zou je in godsnaam de weg frezen? Is ook gemakkelijker gezegd dan gedaan, de weg frezen. Of wacht, zou de schrijver soms ‘weggefreesd’ bedoelen? Natuurlijk: niet de weg wordt gefreesd, maar de stronken worden weggefreesd. Waarom niet gezegd Nog vast in de grond zittende stronken worden weggefreesd? Duidelijker én veertig procent korter. Zestiende zin: Bestaande houtwallen zullen zich van naturen redelijk snel herstellen terwijl laanbeplanting en bomen in plantsoen en pleinen zich minder goed/snel herstelen. Die tweede ‘n’ in ‘naturen’ zij de schrijver vergeven, maar wat is herstelen? Bij planten valt daar misschien nog iets bij voor te stellen (stelen?), maar bij bomen?
Zeventiende zin: Op dit moment wordt er een plan opgesteld over de aanplant van nieuwe bomen (en op welke lokaties). ‘Lokaties’: zó jaren zeventig.Zo, de frik kan weer z’n hok in. Hopelijk komt ie er voorlopig niet meer uit. Het wachten is eigenlijk op een nog frikkeriger frik die mijn frik eens een lesje leert zodat ie diep beschaamd definitief afdruipt. Wie durft?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten