Ook na meer dan een jaar blijven ze me intrigeren, de straatnaamborden. Onlangs kreeg ik van iemand het advies eens in Slooyerbroek te gaan kijken, er zou iets met de straatnaambordjes aldaar aan de hand zijn. Zes keer ben ik de straat op en neer gefietst, maar niets dat me opviel. Ik ken die iemand niet als iemand die me een loer zou willen draaien, dus ik besloot de straatnaambordjes ook nog maar eens een zevende keer aan een inspectie te onderwerpen. En verdomd. Onbegrijpelijk dat het me nooit eerder was opgevallen, zes keer Slooyerbroek en één keer Slooijerbroek:
Gaat ongetwijfeld hoog scoren in mijn ooit samen te stellen top 5 van straatnaambordjesblunders. Vooral natuurlijk vanwege die twee aan een en dezelfde lantaarnpaal hangende bordjes.
Wat het nog vermakelijker maakt: Slooyerbroek, Slooijerbroek, Slooierweg: proef de verschillen. ‘Wil de echte Slooi/Slooij/Slooy opstaan?’ zou Herman Emmink zeggen. Voor de jongere lezers: Herman Emmink was zanger (‘Tulpen uit Amsterdam’), maar voor mij vooral presentator van Wie van de drie, een door de AVRO vanaf het begin van de jaren zeventig uitgezonden televisiespelletje. Met een vast panel dat althans in mijn tijd bestond uit Albert Mol, Martine Bijl, Sonja Barend en Kees Brusse. Dat garandeerde een half uur meligheid van de ergste soort. Onvergetelijk: de hysterische schaterlach van Albert Mol (naar schatting dertig keer per uitzending). Christelijke tegenhanger van Wie van de drie was de destijds al belegen NCRV-quiz Zo vader zo zoon. Die werd gepresenteerd door de afgelopen week overleden Gerard van den Berg, zelf een type ideale schoonzoon.
Vergeef me deze ietwat sentimentele uitwijding, nog even terug naar de straatnaambordenraadselen. Zo kras als met Slooi/Slooij/Slooy kom je ze zelden tegen. Of het zou in Castenray moeten zijn. Daar trof ik aan het begin van een weg dit bordje aanen aan het einde dit:Het lijkt zo’n simpel vak, straatnaambordengieter. Niets is minder waar. Eén moment van verslapping en je gaat gruwelijk (Middelijk – Middeldijk), iets minder gruwelijk (Slooi – Slooij – Slooy) of een beetje (Veld Oostenrijk – Veld-Oostenrijk) de mist in. Eén geluk heb je: er is niemand die er iets van zegt (behalve ik dan, maar ik heb niets te zeggen).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten