Ik herinner me een rode hardplastic spaarpot die ik op gezette tijden aan de
hand van mijn vader of moeder ging legen, waarna het gespaarde bedrag werd
bijgeschreven in mijn Spaarboekje. Ik herinner me doorzichtige buizen waarin
papiergeld van de ene naar de andere bankmedewerker werd getransporteerd. Ik
herinner me dat de kassier Marcellis heette en naast de bank woonde.
Het pand Jacob Merlostraat 11 in Horst was al ruim 25 jaar geen bank en al ruim
vijftig jaar geen Boerenleenbank meer. Toch was het voor mij altijd ‘de
Boerenleenbank’ gebleven. Ook de laatste restanten van dit instituut zijn nu
bijna gesloopt. Het voelt als het einde van een tijdperk. En: wéér een
toonbeeld van wederopbouwarchitectuur in Horst naar de gallemiezen. Zonder slag
of stoot. Triest.
De Boerenleenbank en de aanpalende kassierswoning werden in 1958 ontworpen door
J.J. Margry. Diens ontwerp kwam op de algemene ledenvergadering in maart 1959
ter sprake. Het
Dagblad voor Noord-Limburg noteerde:
‘Directeur
Versleyen waarschuwde degenen, die het ontwerp te revolutionair vonden, dat het
bankgebouw in een zich snel ontwikkelende kern komt te staan en ook over vijftig
jaar nog bruikbaar en acceptabel zal moeten zijn.’
‘Modern landhuis’ en ‘Florissante nieuwbouw’ noemde het
Dagblad voor
Noord-Limburg de Boerenleenbank bij de opening in 1959. De directeur van de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank in Eindhoven verrichtte op woensdag 16
december de openingshandeling, waarna deken Debye het gebouw inzegende.
Uit het
Dagblad voor Noord-Limburg van 28 november 1959:
‘Dit moderne
pand is een waardige bijdrage tot het algemeen architectonisch beeld van Horst.
Dit nieuwe bankgebouw heeft niets van een bastion van bankgeheimen, het staat
vanwege het vele glas en het revolutionaire ontwerp dichter bij een modern
landhuis.’ Negen loketten telde het gebouw. Tot de inventaris behoorde – in
de woorden van de krant – ‘een hypermoderne Amerikaanse boekhoudmachine’ die
twintigduizend gulden had gekost. ‘Ten gerieve van het publiek is er in de
ruime hal een telefooncel geplaatst.’
Twee jaar na de opening bracht de Horster beeldend kunstenaar Bert Coppus een
muurschildering aan in het bankgebouw. Die verdween bij een van de latere
uitbreidingen van de bank. Een eerste ingrijpende verbouw vond plaats in 1971,
opnieuw onder auspiciën van architectenbureau J.J. Margry. Het betrof vooral
een interne verbouwing die nauwelijks gevolgen had voor aanzien en karakter van
het gebouw.
Dat was wel het geval met de ingrijpende verbouwing aan het begin van de jaren
tachtig. De kassierswoning verdween. Ervoor in de plaats kwam een in mijn ogen
volstrekt detonerende aanbouw die het oorspronkelijke karakter van het pand
volkomen teniet deed.
Pas bij de recente sloopwerkzaamheden kreeg het gebouw, dat sinds 1998 een
niet-bancaire bestemming had, weer heel even iets van zijn vroegere glorie
terug.
War weer een geweldig verhaal Wim! En waat zund!
BeantwoordenVerwijderenIn mijn herinnering bestond Bert Coppus zijn creatie vooral uit blauwe en groene tinten…. Kan me vergissen…. Ik was dan ook nog maar een peutertje en mijn neusje kwam net boven de teun… De zilvervloot werd de Grijp5 rekening (waarom heette dat eigenlijk zo?) maar dat geld ging uiteindelijk allemaal op aan de snoepjes van drogist Theunissen.
BeantwoordenVerwijderen