Telkens weer strelend om te merken dat een stukje wordt gelezen en reacties
oproept. Zoals het stukje vorige week over schume (klik hier), een
dialectwoord dat je tekort doet door het met ‘stelen van vooral fruit’ te
vertalen, hoewel het dat volgens de letter der wet wel is. Zoals vorige week
betoogd zie ik schume eerder als een kwajongensstreek, een vorm van
baldadigheid.
Sommige lezers vroegen zich af wat het verschil is tussen
schume,
schoepe
en
jatte. Iemand zag een opwaartse lijn in de ernst van het vergrijp: ‘Te
beginnen bij
schume (een appel van de boom) naar
schoepe (een
glas in een café, wat je verzameling aanvult) en dan
jatte (een fiets of
groter voorwerp).’ Dit komt naadloos overeen met mijn interpretatie van deze
begrippen.
Mijn vermoeden dat vooral jongens zich bezondigen aan
schume werd door
een aantal lezers tegengesproken. Vrouwelijke lezers welteverstaan.
Ervaringsdeskundigen zelfs, die net als ik herinneringen ophaalden aan appels
schume
in de boomgaard aan de Vliegert in Castenray: ‘Ok megjes die noa Boschveld
fietste schuumde huur! De ierste ni-je appels zien zó lekker. Ikzelf durfde ‘t
aan en woord geliek bestraft mit unne groete scheur in miene jas door de
peendroad.’ Een andere vrouwelijke lezer: ‘Totdat de boer in de bongerd lag en
je schooltas van de fiets trok. Die kon je dan met je ouders op komen halen.’
Ook anderen refereerden aan de eigenaar van de boomgaard die
schumers
met hun ouders bij hem thuis ontbood. Dat de politie er niet aan te pas hoeft
te komen, onderscheidt
schume trouwens misschien ook wel van
jatte.
Weer een andere lezer wiep de prikkelende vraag op of het welbewust niet
scannen van producten aan de zelfscankassa misschien een eigentijdse variant op
het
schume van vroeger is. Ik ben geneigd die vraag met ‘nee’ te
beantwoorden. Omdat dit vergrijp een breder scala van producten bestrijkt dan
uitsluitend fruit, maar nog meer omdat het welbewust niet scannen van producten
aan de zelfscankassa het element van goedmoedigheid ontbeert dat
schume
voor mijn gevoel wel heeft. Maar heel af en toe bewust per ongeluk bij een steenrijke
grootgrutter een product vergeten te scannen beschouw ik nu ook weer niet als
een halsmisdrijf. Ik zou het eerder willen kwalificeren als
schoepe. Trek
hier trouwens niet de conclusie uit dat ik me schuldig zou maken aan
zelfscankassabedrog. Dat heeft in dit geval niets te maken met mijn notoire
braafheid. Wel met het feit dat ik een principieel zelfscankassamijder ben. Daarover
een andere keer misschien meer.
(Dit stukje verscheen afgelopen woensdag in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray
)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten