Over de strijdbaarheid van de jaren zeventig ging het hier
drie weken geleden. En de strijdbaarheid van nu, die veel minder lijkt. Wat
niet wil zeggen dat er tegenwoordig helemaal geen strijdbaarheid meer is: strijdbaarheid
is iets van alle tijden. Ter illustratie van die stelling nu aandacht voor de strijdbaarheid
van Heinrich Gerhard ter Voert (1905-1984), hoofdonderwijzer te Griendtsveen
van 1935 tot 1970.
Ter Voert schreef in juli 1939 een pamflet waarin hij op
ongezouten wijze zijn beklag doet over zijn werkomstandigheden. Hij liet het op
eigen kosten drukken en bezorgde het bij alle Horster gemeenteraadsleden.
Het pamflet is een van de meer schrijnende documenten uit de
Horster geschiedenis. Pijnlijk gedetailleerd beschrijft Ter Voert de
wantoestanden die heersten op de openbare lagere school in Griendtsveen. Enkele
citaten:
‘Is het niet belachelijk, dat je staat te praten over hygiëne in een school, waar in de naden van de vloer in ieder lokaal 15 dm3 stof zit? Waar de privaten op de speelplaats stank verspreiden; in een school zonder gordijnen, zonder verlichting; in een school waar de vochtplekken op de muur van het plafond af tot bijna op de grond reiken?’
‘Geef maar onderricht in hygiëne als de kinderen in wrakke, versleten banken schots en scheef moeten gaan zitten om hun werk te maken. Praat maar over orde en netheid als de schoolinrichting duidelijk de sporen van verwaarlozing draagt. Als gebroken tegels en kapstokhaken niet worden vervangen; als deuren van privaten en waterplaatsen schuren over de drempels, als deurklinken stuk zijn, als raampjes niet meer gesloten kunnen worden, als zolderingen boven privaten verrot zijn, als de muren der privaten in heugelijke tijden geen beurt meer hebben gehad, als het benedenste gedeelte van die muren niet met water gereinigd kan worden, als vloeren bestaan uit hobbelige bakstenen.’
‘Praat maar over orde en netheid als de kinderen met vuile inkt moeten schrijven of de inktkokers met deksels van schoensmeerdoosjes moeten afsluiten. Praat maar over orde en netheid als deksels van W.C.’s zijn gebroken of kromgetrokken en als een nieuw deksel met een zakmes (of weet ik waar mee) uit een stuk triplex wordt gesneden.’
Ter Voert richtte zijn grieven tegen het gemeentebestuur van
Horst, dat in zijn ogen ernstig nalatig was en veel te weinig geld beschikbaar
stelde voor lager onderwijs. Pikant, omdat Ter Voert daarmee feitelijk in
opstand kwam tegen zijn werkgever: het gemeentebestuur was tevens schoolbestuur.
Hij was zich terdege van bewust van de moeilijkheden die hij zich met het
pamflet op de hals kon halen: ‘Voor het
belang van de school ben ik bereid de waarheid te publiceren, hoe onaangenaam
’t voor sommige personen ook moge zijn en hoe onaangenaam de gevolgen voor mij
zelf ook kunnen zijn.’ Maar had hij een andere keus? ‘Nooit zal ik mij neerleggen bij deze ellendige toestand. Nooit.’
Het pamflet lijkt geen negatieve gevolgen voor Ter Voert te
hebben gehad: hij bleef tot aan z’n pensionering schoolhoofd in Griendtsveen. Veel
effect had het ook niet, de gemeenteraad besloot slechts tot een marginale
verhoging van de financiële middelen. Wrang genoeg zorgde pas de Tweede Wereldoorlog
voor daadwerkelijke verbeteringen. Op de dag van de Duitse inval, 10 mei 1940,
werd Griendtsveen geëvacueerd. Ook de in het dorp gelegerde Nederlandse
militairen verlieten het dorp. Bij hun aftocht wierpen ze versperringen op en richtten
vernielingen aan. Van de school bleken alleen de buitenmuren nog het behouden
waard. Enkele maanden later stelde de gemeenteraad achtduizend gulden
beschikbaar voor herbouw en modernisering van de school.
En Ter Voert? Die bleef strijdbaar. Ruim dertig jaar later,
op 22 januari 1971 stuurde hij mijn vader, die in de gemeenteraad tevergeefs
had gepleit voor meer financiële armslag voor de Horster lagere scholen, het
pamflet (‘geschriftje’ noemde hij het zelf) uit 1939 toe. Citaat uit zijn begeleidend
briefje: ‘Als ik niet gepensioneerd was, zou ik nog graag meevechten: de
strijdlust laait weer op!’
(Klik voor meer informatie over het pamflet hier en ga
vervolgens naar bladzijde 21.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten