Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
zaterdag 26 juli 2008
Intermezzo – Verschnaufpause (1)
Nu mijn missie (zie ‘Vooraf’) er voor meer dan de helft opzit, gun ik mezelf een Verschnaufpause. Dit betekent dat u het enkele dagen zonder nieuwe berichten zult moeten stellen. Voor u dus een uitgelezen kans om Horst (opnieuw) te leren kennen. Ontdek bijvoorbeeld waar de millenniumboom staat die het geografische middelpunt van de voormalige gemeente Horst markeert.Of zoek eens waar dit RD (Rijksdriehoeksmeting)-meetpunt zich bevindt:Wilt u per se voor de pc blijven zitten dan kan ik u aanraden een bezoek te brengen aan Voortschrijdende Inzichten, mestreech.eu, De Dorpskrant of de laatste nieuwsbrief van de Stichting Geschiedenis Melderslo over de Melderse droogmolen. Ondertussen blijven uw tips, reacties, suggesties et cetera uiteraard van harte welkom!
Top 5 – Niet verwijderde gevelreclames van niet meer in bedrijf zijnde Horster winkels
Mijn top 5 van niet verwijderde gevelreclames van niet meer in bedrijf zijnde Horster winkels:
1. Zó mooi! Stelt de nummers 2 tot en met 5 van deze top 5 volledig in de schaduw en zou onverwijld op de monumentenlijst geplaatst dienen te worden. Klik voor meer details (bijvoorbeeld de opschriften op de ramen) vooral op de foto.
2.
3.
4.
5.
1. Zó mooi! Stelt de nummers 2 tot en met 5 van deze top 5 volledig in de schaduw en zou onverwijld op de monumentenlijst geplaatst dienen te worden. Klik voor meer details (bijvoorbeeld de opschriften op de ramen) vooral op de foto.
2.
3.
4.
5.
Klein mysterie 18 - Paaltjeshiërarchie
Je bent snel geneigd ze over het hoofd te zien, al die paaltjes. Pas als je er op gaat letten, merk je dat de hele openbare ruimte – en niet alleen die in Horst – er van vergeven is. Wat ik nooit heb geweten en pas onlangs heb ontdekt, is dat er een paaltjeshiërarchie bestaat. Met andere woorden: het ene paaltje staat hoger in de pikorde dan het andere.
Ik zal me nader verklaren. Ongetwijfeld zijn ook u wel eens de losse haaientanden opgevallen die op het eerste gezicht een beetje lukraak op het wegdek zijn aangebracht. In eerste instantie had ik het vermoeden dat het hierbij ging om uitglijders van dronken wegmarkeerders. Bij nader inzien zouden het dan wel héél veel uitglijders van héél veel dronken wegmarkeerders zijn, dus die veronderstelling klopt niet. Op een gegeven moment viel me op dat de spitste punt van die losse haaientanden altijd aan de rechterkant zit. Toen ik me dat eenmaal realiseerde, was het kwartje snel gevallen. Wat ik altijd had aangezien voor haaientanden waren in werkelijkheid pijltjes die ergens op wijzen. Waarop dan? Op paaltjes! Niet op alle paaltjes, maar, geloof me, alleen op paaltjes van de WML (Waterleiding Maatschappij Limburg).De vraag is nu natuurlijk waarom deze paaltjes zo belangrijk zijn dat er apart op gewezen moet worden. Wat maakt deze paaltjes tot koningen in het rijk der palen? Is het misschien omdat ze meer verscholen in het struikgewas staan dan andere paaltjes?
(Zet bij het filmpje het geluid hard: op de achtergrond is het gebeier van de Horster kerkklokken hoorbaar.)
Het antwoord op die vraag moet ontkennend luiden, want naar anderssoortige paaltjes die ook moeilijk vindbaar zijn, wordt niet met een pijl verwezen. Bovendien tref je de pijl ook aan bij WML-paaltjes die wél duidelijk in het zicht staan. De zichtbaarheidstheorie kunnen we dus uitsluiten. Speculaties over andere theorieën laat ik voorlopig even achterwege: stel je voor dat ik het mysterie op zou lossen. Wie denkt dat hij het antwoord op mijn vragen weet, wil ik wel waarschuwen dat de zaak nog veel ingewikkelder is dan nu al lijkt. Wat hebben sommige WML-paaltjes bijvoorbeeld misdaan dat ze het zonder pijl moeten stellen?En waaraan hebben andere WML-paaltjes het te danken dat ze juist twee pijlen krijgen toebedeeld?Blijkbaar bestaat er dus niet alleen een hiërarchie tussen de verschillende soorten paaltjes, maar zijn er ook binnen de gelederen van de WML-paaltjes nog standsverschillen. Rrraarrr, zou Jiskefet zeggen.
Ik zal me nader verklaren. Ongetwijfeld zijn ook u wel eens de losse haaientanden opgevallen die op het eerste gezicht een beetje lukraak op het wegdek zijn aangebracht. In eerste instantie had ik het vermoeden dat het hierbij ging om uitglijders van dronken wegmarkeerders. Bij nader inzien zouden het dan wel héél veel uitglijders van héél veel dronken wegmarkeerders zijn, dus die veronderstelling klopt niet. Op een gegeven moment viel me op dat de spitste punt van die losse haaientanden altijd aan de rechterkant zit. Toen ik me dat eenmaal realiseerde, was het kwartje snel gevallen. Wat ik altijd had aangezien voor haaientanden waren in werkelijkheid pijltjes die ergens op wijzen. Waarop dan? Op paaltjes! Niet op alle paaltjes, maar, geloof me, alleen op paaltjes van de WML (Waterleiding Maatschappij Limburg).De vraag is nu natuurlijk waarom deze paaltjes zo belangrijk zijn dat er apart op gewezen moet worden. Wat maakt deze paaltjes tot koningen in het rijk der palen? Is het misschien omdat ze meer verscholen in het struikgewas staan dan andere paaltjes?
(Zet bij het filmpje het geluid hard: op de achtergrond is het gebeier van de Horster kerkklokken hoorbaar.)
Het antwoord op die vraag moet ontkennend luiden, want naar anderssoortige paaltjes die ook moeilijk vindbaar zijn, wordt niet met een pijl verwezen. Bovendien tref je de pijl ook aan bij WML-paaltjes die wél duidelijk in het zicht staan. De zichtbaarheidstheorie kunnen we dus uitsluiten. Speculaties over andere theorieën laat ik voorlopig even achterwege: stel je voor dat ik het mysterie op zou lossen. Wie denkt dat hij het antwoord op mijn vragen weet, wil ik wel waarschuwen dat de zaak nog veel ingewikkelder is dan nu al lijkt. Wat hebben sommige WML-paaltjes bijvoorbeeld misdaan dat ze het zonder pijl moeten stellen?En waaraan hebben andere WML-paaltjes het te danken dat ze juist twee pijlen krijgen toebedeeld?Blijkbaar bestaat er dus niet alleen een hiërarchie tussen de verschillende soorten paaltjes, maar zijn er ook binnen de gelederen van de WML-paaltjes nog standsverschillen. Rrraarrr, zou Jiskefet zeggen.
vrijdag 25 juli 2008
Top 5 - Lelijke Horster parkeerplaatsen voor winkelwagentjes
Wat zou de wereld er mooi uitzien als supermarkten werden gedwongen hun winkelwagentjes inpandig te stallen! Zolang dat niet het geval is, staat niets mij in de weg een top 5 van lelijke Horster parkeerplaatsen voor winkelwagens samen te stellen:
1. Lidl heeft duidelijk geen enkele moeite gedaan de lelijkheid te maskeren:2. Plastic van het ergste soort bij Jan Linders. Bovendien felrood, waardoor de stalling juist nog meer opvalt:3. Het oorspronkelijk beslist niet onaardige Aldipand wordt door deze parkeerplaats alleen maar verder verpest:4. De muurtjes onttrekken de winkelwagens nog enigszins aan het zicht, maar in feite zou alle aandacht op dit pleintje uit moeten gaan naar die prachtige boom: 5. Als al dat groen nu maar de kans krijgt om te blijven groeien, bestaat de kans dat deze stalling ooit op nummer 1 eindigt in mijn top 5 van mooie Horster parkeerplaatsen voor winkelwagens (hoewel dit eigenlijk een contradictio in terminis is):
1. Lidl heeft duidelijk geen enkele moeite gedaan de lelijkheid te maskeren:2. Plastic van het ergste soort bij Jan Linders. Bovendien felrood, waardoor de stalling juist nog meer opvalt:3. Het oorspronkelijk beslist niet onaardige Aldipand wordt door deze parkeerplaats alleen maar verder verpest:4. De muurtjes onttrekken de winkelwagens nog enigszins aan het zicht, maar in feite zou alle aandacht op dit pleintje uit moeten gaan naar die prachtige boom: 5. Als al dat groen nu maar de kans krijgt om te blijven groeien, bestaat de kans dat deze stalling ooit op nummer 1 eindigt in mijn top 5 van mooie Horster parkeerplaatsen voor winkelwagens (hoewel dit eigenlijk een contradictio in terminis is):
Klein mysterie 17 – Stortverbod (1)
Kijk het daar nu staan in al zijn lulligheid:De paal is te hoog voor het kleine bordje, dat bovendien op een wat vreemde manier aan de paal is bevestigd. Maar daar gaat het me nu even niet om: ik verwonder me vooral over de tekst:Laat ik nu altijd gedacht hebben dat het overál verboden is vuil en puin te storten. Dit bordje impliceert het tegenovergestelde: je mag overal vuil en puin storten, behalve hier op dit speelterreintje bij de Risseltkapel. Anders zou je zulke bordjes toch op veel meer plaatsen tegenkomen?
Waarom zou nu juist hier wel zo’n bordje staan? Als ik al vuil en puin zou willen storten, zou ik daar beslist een meer anonieme locatie voor uitzoeken. Toch niet op deze plaats, waar iedereen je op de vingers kan kijken? Blijkbaar zijn meer mensen die opvatting toegedaan want de afgelopen weken heb ik hier regelmatig inspecties uitgevoerd en nooit heb ik er enig vuil, laat staan puin, aangetroffen. ‘Zie je wel, dan heeft het bordje toch zijn nut’, zou men tegen kunnen werpen. En dat is me dan weer net iets te gemakkelijk. Er zijn in Horst tal van locaties aan te wijzen waar zo'n bordje niet staat, maar waar evenmin enig vuil, laat staan puin, te vinden is.
Mijn voorstel: verwijder het bewuste bordje eens voor een bepaalde periode en kijk wat er daarna gebeurt. Ontstaat er een vuilnisbelt, dan dient het bordje uiteraard als de wiedeweerga te worden teruggeplaatst en buig ik nederig het hoofd. Blijft het er echter even proper als het nu is, dan verdient het bordje een ereplaats in het Museum voor Overbodige Bordjes. Mocht dat (nog) niet bestaan – wat zonde zou zijn – dan ben ik er van overtuigd dat het ook bij Thijs Houwen in veilige handen is. (Hetgeen mij er weer aan herinnert dat de bewoners van de Julianastraat nog altijd niet zijn overgegaan tot het van de muur schroeven van het voetbalverbodsbordje, zie klein mysterie 7.)
Waarom zou nu juist hier wel zo’n bordje staan? Als ik al vuil en puin zou willen storten, zou ik daar beslist een meer anonieme locatie voor uitzoeken. Toch niet op deze plaats, waar iedereen je op de vingers kan kijken? Blijkbaar zijn meer mensen die opvatting toegedaan want de afgelopen weken heb ik hier regelmatig inspecties uitgevoerd en nooit heb ik er enig vuil, laat staan puin, aangetroffen. ‘Zie je wel, dan heeft het bordje toch zijn nut’, zou men tegen kunnen werpen. En dat is me dan weer net iets te gemakkelijk. Er zijn in Horst tal van locaties aan te wijzen waar zo'n bordje niet staat, maar waar evenmin enig vuil, laat staan puin, te vinden is.
Mijn voorstel: verwijder het bewuste bordje eens voor een bepaalde periode en kijk wat er daarna gebeurt. Ontstaat er een vuilnisbelt, dan dient het bordje uiteraard als de wiedeweerga te worden teruggeplaatst en buig ik nederig het hoofd. Blijft het er echter even proper als het nu is, dan verdient het bordje een ereplaats in het Museum voor Overbodige Bordjes. Mocht dat (nog) niet bestaan – wat zonde zou zijn – dan ben ik er van overtuigd dat het ook bij Thijs Houwen in veilige handen is. (Hetgeen mij er weer aan herinnert dat de bewoners van de Julianastraat nog altijd niet zijn overgegaan tot het van de muur schroeven van het voetbalverbodsbordje, zie klein mysterie 7.)
donderdag 24 juli 2008
Intermezzo - Straatnaambordreactie
Van een lezer die anoniem wenst te blijven, ontving ik de volgende reactie op de straatnaambordenmysteries (nota bene: de toegevoegde foto's zijn van mij):
'Zoals verwacht mocht worden, bestaat er inderdaad een NEN voor straatnaamborden en wel NEN 1772. Ik heb met mijn ambtelijke blik de door jouw in het spotlicht gezette straatnaamborden vluchtig getoetst aan NEN 1772. Mijn eerste indruk is dat de borden conform deze normen zijn. Aan een toetsing van de plaatsing van de borden durf ik mij niet te wagen, want daarvoor volstaat alleen een visitatie ter plekke. Die wil ik tegen een marktconform tarief wel uitvoeren namens mijn adviesbureau Street Sign Consultancy, dat ik sinds enkele dagen naast mijn ambtelijke bestaan bestier.
Onderstaand citaat over een toelichtende tekst uit het Handboek Nummering en naamgeving van de gemeente Amsterdam d.d. 17 september 2004 wil ik je niet onthouden: "Het aanbrengen van een verklarende tekst op een straatnaambord wordt ontraden. Indien toch een verklarende tekst aan een straatnaam wordt toegevoegd moet deze tekst buiten de witte bies worden geplaatst, zie figuur 6. De verklarende tekst moet zijn uitgevoerd in witte letters op een blauwe ondergrond. Beide dienen niet retro-reflecterend te worden uitgevoerd. De letterhoogte van de verklarende tekst mag niet meer bedragen dan 20 mm."Zou het kunnen dat een consciëntieuze ambtenaar van de gemeente Horst kennis heeft genomen van het handboek van de gemeente Amsterdam en de kwestie van de verklarende tekst heeft voorgelegd aan de gemeentesecretaris, waarna het college van B&W op voorstel van deze heeft besloten voortaan de verklarende tekst achterwege te laten? En dat Dr. Lemmen daarvan het slachtoffer is geworden?'Waarvan akte!
'Zoals verwacht mocht worden, bestaat er inderdaad een NEN voor straatnaamborden en wel NEN 1772. Ik heb met mijn ambtelijke blik de door jouw in het spotlicht gezette straatnaamborden vluchtig getoetst aan NEN 1772. Mijn eerste indruk is dat de borden conform deze normen zijn. Aan een toetsing van de plaatsing van de borden durf ik mij niet te wagen, want daarvoor volstaat alleen een visitatie ter plekke. Die wil ik tegen een marktconform tarief wel uitvoeren namens mijn adviesbureau Street Sign Consultancy, dat ik sinds enkele dagen naast mijn ambtelijke bestaan bestier.
Onderstaand citaat over een toelichtende tekst uit het Handboek Nummering en naamgeving van de gemeente Amsterdam d.d. 17 september 2004 wil ik je niet onthouden: "Het aanbrengen van een verklarende tekst op een straatnaambord wordt ontraden. Indien toch een verklarende tekst aan een straatnaam wordt toegevoegd moet deze tekst buiten de witte bies worden geplaatst, zie figuur 6. De verklarende tekst moet zijn uitgevoerd in witte letters op een blauwe ondergrond. Beide dienen niet retro-reflecterend te worden uitgevoerd. De letterhoogte van de verklarende tekst mag niet meer bedragen dan 20 mm."Zou het kunnen dat een consciëntieuze ambtenaar van de gemeente Horst kennis heeft genomen van het handboek van de gemeente Amsterdam en de kwestie van de verklarende tekst heeft voorgelegd aan de gemeentesecretaris, waarna het college van B&W op voorstel van deze heeft besloten voortaan de verklarende tekst achterwege te laten? En dat Dr. Lemmen daarvan het slachtoffer is geworden?'Waarvan akte!
Klein mysterie 16 – Huis aan drie straten
Peter Meijers refereert in zijn reactie op Intermezzo Stoeprantstraten aan het aan drie straten gelegen huis van zijn grootouders. Toevallig waren zijn grootouders ook mijn grootouders, dus mij is dat huis eveneens bekend. De voordeur was gesitueerd aan de Julianastraat (vandaar het adres Julianastraat 49), net als de slaapkamers. Maar de woonkamer lag aan de Prinses Margrietstraat en de badkamer en de volière aan de Westerholtstraat. Vooral opa pronkte met die ligging aan drie straten. Een gelegenheid om er gewag van te maken liet hij zelden passeren. Als het huis ooit een naam had gekregen dan had het ongetwijfeld ‘Huis aan Drie Straten’ geheten.
Maar er was een keerzijde. Behalve een grote kindervriend en een gepassioneerd voetballiefhebber was opa ook iemand die maar wat trots was op zijn tot in de puntjes bijgehouden en aan drie straten gelegen tuin. De tuinliefhebber in hem won het altijd van de kindervriend en voetballiefhebber. Dat betekende dat als er een bal in zijn tuin terechtkwam, hij steevast in woede ontstak. Met een tuin aan drie straten (en een grote schare straatvoetballers – er werd in de jaren zeventig en tachtig heel wat gestraatvoetbald in de toen nog kinderrijke Norbertuswijk) gebeurde dit helaas vrij regelmatig. Overigens was opa behalve kinder-, voetbal- en tuinliefhebber ook nog vogelliefhebber. Dat huis en tuin aan drie straten en dus behoorlijk in het zicht lagen, heeft hem er nooit van kunnen weerhouden tot op hoge leeftijd in het najaar vogels te vangen. Een illegale activiteit die nimmer door de politie is opgemerkt, hoewel ik me niet kan voorstellen dat die takkenbossen op het dak van de bungalow nooit tot enige argwaan hebben geleid.
Laat u trouwens niet op een verkeerd been zetten door deze misschien wat minder vleiende herinneringen aan opa: hij was een geweldige grootvader!
Opa is inmiddels alweer meer dan elf jaar geleden overleden, maar Julianastraat 49 bestaat – zij het in drastisch gewijzigde vorm – nog altijd. En nog altijd ligt dit huis aan drie straten. Wat ik me nu afvraag: zou er één ander huis in Horst te vinden zijn waarvan ditzelfde kan worden gezegd?
Maar er was een keerzijde. Behalve een grote kindervriend en een gepassioneerd voetballiefhebber was opa ook iemand die maar wat trots was op zijn tot in de puntjes bijgehouden en aan drie straten gelegen tuin. De tuinliefhebber in hem won het altijd van de kindervriend en voetballiefhebber. Dat betekende dat als er een bal in zijn tuin terechtkwam, hij steevast in woede ontstak. Met een tuin aan drie straten (en een grote schare straatvoetballers – er werd in de jaren zeventig en tachtig heel wat gestraatvoetbald in de toen nog kinderrijke Norbertuswijk) gebeurde dit helaas vrij regelmatig. Overigens was opa behalve kinder-, voetbal- en tuinliefhebber ook nog vogelliefhebber. Dat huis en tuin aan drie straten en dus behoorlijk in het zicht lagen, heeft hem er nooit van kunnen weerhouden tot op hoge leeftijd in het najaar vogels te vangen. Een illegale activiteit die nimmer door de politie is opgemerkt, hoewel ik me niet kan voorstellen dat die takkenbossen op het dak van de bungalow nooit tot enige argwaan hebben geleid.
Laat u trouwens niet op een verkeerd been zetten door deze misschien wat minder vleiende herinneringen aan opa: hij was een geweldige grootvader!
Opa is inmiddels alweer meer dan elf jaar geleden overleden, maar Julianastraat 49 bestaat – zij het in drastisch gewijzigde vorm – nog altijd. En nog altijd ligt dit huis aan drie straten. Wat ik me nu afvraag: zou er één ander huis in Horst te vinden zijn waarvan ditzelfde kan worden gezegd?
woensdag 23 juli 2008
Klein mysterie 15 – Zwaluwstraatflats
Met de komst van de Westsingel veranderde ook mijn blik op Horst. Ineens zag ik dingen die ik daarvoor nooit had gezien of kunnen zien. Zoals de diversiteit aan erfafscheidingen aan de achterzijde van de woningen aan de Nieuwstraat. Om nu te zeggen dat die van een grote schoonheid is, gaat me te ver. Toch spreekt die afwisseling mij meer aan dan de uniformiteit iets verderop, maar dat kan ook liggen aan de lelijkheid van de schuttingen. Wat me nog meer opviel nadat ik enkele keren over de Westsingel had gereden, was dat Horst waarachtig wel lelijker gebouwen heeft dan de zes flats (of is ‘appartementenblokken’ een betere omschrijving?) aan de Zwaluwstraat. Zeker na de voltooiing van een rigoureuze renovatie – die dacht ik ongeveer samenviel met de opening van de Westsingel – werd duidelijk dat de Zwaluwstraatflats de vergelijking met andere, meer recente Horster appartementencomplexen glansrijk kunnen doorstaan.Ik citeer even de website van Wonen Horst: ‘De appartementengebouwen zijn voorzien van een nieuwe entree, de balkons zijn aangepast, de dakranden zijn aangepast en alle gevels zijn in frisse kleuren geschilderd. Het resultaat mag er zijn, er wordt weer positief gesproken over de Zwaluwstraat. De gehele omgeving, de appartementen alles ligt er weer stralend bij: de Zwaluwstraat straalt!’Trots en zelfs een beetje overdrijving is in dit geval inderdaad best geoorloofd. Maar met de uitspraak ‘Alles ligt er weer stralend bij: de Zwaluwstraat straalt!’ wordt de werkelijkheid beslist geweld aangedaan. Juister was geweest: ‘De helft ligt er weer stralend bij: de halve Zwaluwstraat straalt!’ Want van de zes appartementengebouwen die de Zwaluwstraat telt, hebben er slechts drie een facelift ondergaan. De andere drie bezitten nog hun oorspronkelijke entree, balkons, dakranden en gevelkleur.Waarom dit verschil? Was het geld op na het opknappen van de eerste drie blokken? Zijn er misschien verschillen in eigendomsverhouding? Of speelt wellicht mee dat de drie niet-gerenoveerde flats wat verder van de Westsingel verwijderd liggen en daarmee minder geschikt zijn om als visitekaartje te fungeren?
Intermezzo - Oranje eengleuvige
Een trouwe lezeres maakte mij attent op deze oranje eengleuvige hangbrievenbus (zie ook klein mysterie 2):Helaas hangt ze niet binnen het gebied dat mijn weblog bestrijkt (de voormalige gemeente Horst), maar nét erbuiten, namelijk in Californië aan de weg van Sevenum naar Grubbenvorst.
dinsdag 22 juli 2008
Intermezzo – Stoeprantstraten
Een verschijnsel dat je de laatste jaren ’s avonds vanaf een uur of zeven steeds vaker ziet, is dat van (meestal) twee vrouwen die een wandelingetje maken. Af en toe eens een echtpaar, maar overwegend toch vrouwen. Opmerkelijk, want bijvoorbeeld in Italië zijn het vooral mannen (en in mindere mate gezinnen) die ’s avonds een ‘passagiata’ (ommetje) maken. Maar dit laatste terzijde. Wat ik me bij die wandelende Horster vrouwen afvraag, is waarmee hun mannelijke partners zich bezighouden op het moment dat ‘de vrouw’ aan de wandel is. De afwas? De kinderen naar bed brengen? Het onderhouden van hun buitenechtelijke relatie? Er zijn waarachtig wel zinniger vormen van tijdsbesteding te bedenken. Zoals? Stoepranten! Mannen van Horst: zet alle schroom overboord, laat het kind in jezelf weer opbloeien en ga ’s avonds tussen zeven en acht stoepranten! Die afwas kan wel even wachten totdat vrouwlief weer thuis is en de kinderen – en desnoods je buitenechtelijke partner – neem je gewoon mee. Stoeprantvriendelijke straten zijn er nog meer dan voldoende te vinden in Horst en anders moet de gemeente behalve voor pannakooien en skatebanen ook maar voor stoeprantstraten zorgen.Als de Horster mannen eenmaal gehoor hebben gegeven aan deze oproep en het stoepranten weer vast verankerd is in de Horster cultuur, dan neem ik wel contact op met de Unesco. Want zeg nu zelf, wat verdient eerder een vermelding op de Werelderfgoedlijst voor Immaterieel Erfgoed: stoepranten of het Oud-Limburgs Schuttersfeest?
Klein mysterie 14 – Dug-outs
Het gegeven is eigenlijk heel eenvoudig: om reservespelers en begeleiders van een voetbalteam beschutting te bieden tegen de weersomstandigheden bouw je een hokje, dug-out genaamd. Hoffelijkheid gebiedt dat je er niet alleen voor jezelf een bouwt, maar ook voor de tegenstander. Om goed zicht op het spel te hebben, is het praktisch de dug-outs langs de zijlijn te positioneren, zo dicht mogelijk bij de middenlijn. Dan heb je het wel zo’n beetje gehad met de basisvoorwaarden. Maar denk nu vooral niet dat die minimale vereisten leiden tot eenvormigheid in de uitvoering. Juist het tegendeel is het geval. Wie dat niet gelooft, zou ik willen adviseren het werkelijk prachtige boekje van David Bauckham over Engelse dug-outs aan te schaffen (klik vooral ook op 'afbeelding'). Voor 14,95 euro heeft u het binnen een week in huis.
Geïnspireerd door Bauckham besloot ik de Horster dug-outs eens aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen. Veel verwachtte ik er niet van, want Bauckham heeft heel Engeland afgereisd en uiteindelijk de 75 meest fraaie en buitenissige exemplaren in zijn boek opgenomen. Mijn zoektocht beperkte zich slechts tot de sportparken van de zes voetbalclubs van de voormalige gemeente Horst. Toch stelt het resultaat me beslist niet teleur. Dat ik er soms halsbrekende toeren voor uit moest halen – tijdens de zomerstop zijn sportparken veelal onneembare vestingen – had ik graag over voor de goede zaak. Ik ontdekte zes kleine dug-outmysteries die ik graag puntsgewijs even met u door zou willen nemen.
1. De Nederlandse vertaling van het Engelse voltooid deelwoord dug-out luidt ‘uitgegraven’. Zouden de dug-outbouwers zich dat wel realiseren? Alleen in America en Meterik heeft men zich aan die letterlijke betekenis gehouden en is men gedeeltelijk ondergronds gegaan.
2. Een standaard voor de afstand tussen de twee dug-outs bestaat er overduidelijk niet: in Melderslo zit men bijna bij elkaar op de lip, terwijl in Griendtsveen een wel extreem veilige afstand is aangehouden.
3. Evenmin bestaat er overeenstemming over de vraag of de dug-out van de thuisclub links dan wel rechts van de middenlijn hoort te staan.
4. Om optimaal zicht op het veld te hebben, zijn met name voor de dug-outbewoners aan de uiteinden zijraampjes eigenlijk onontbeerlijk. Toch zijn die slechts aanwezig bij America, Meterik en Wittenhorst.
5. Bankjes (America, Hegelsom, Meterik, Wittenhorst), stoelen (Melderslo) of helemaal geen zitgelegenheid (Griendtsveen)?
6. Het zal u ten slotte niet verbazen dat ook het materiaalgebruik per club verschilt.
Geïnspireerd door Bauckham besloot ik de Horster dug-outs eens aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen. Veel verwachtte ik er niet van, want Bauckham heeft heel Engeland afgereisd en uiteindelijk de 75 meest fraaie en buitenissige exemplaren in zijn boek opgenomen. Mijn zoektocht beperkte zich slechts tot de sportparken van de zes voetbalclubs van de voormalige gemeente Horst. Toch stelt het resultaat me beslist niet teleur. Dat ik er soms halsbrekende toeren voor uit moest halen – tijdens de zomerstop zijn sportparken veelal onneembare vestingen – had ik graag over voor de goede zaak. Ik ontdekte zes kleine dug-outmysteries die ik graag puntsgewijs even met u door zou willen nemen.
1. De Nederlandse vertaling van het Engelse voltooid deelwoord dug-out luidt ‘uitgegraven’. Zouden de dug-outbouwers zich dat wel realiseren? Alleen in America en Meterik heeft men zich aan die letterlijke betekenis gehouden en is men gedeeltelijk ondergronds gegaan.
2. Een standaard voor de afstand tussen de twee dug-outs bestaat er overduidelijk niet: in Melderslo zit men bijna bij elkaar op de lip, terwijl in Griendtsveen een wel extreem veilige afstand is aangehouden.
3. Evenmin bestaat er overeenstemming over de vraag of de dug-out van de thuisclub links dan wel rechts van de middenlijn hoort te staan.
4. Om optimaal zicht op het veld te hebben, zijn met name voor de dug-outbewoners aan de uiteinden zijraampjes eigenlijk onontbeerlijk. Toch zijn die slechts aanwezig bij America, Meterik en Wittenhorst.
5. Bankjes (America, Hegelsom, Meterik, Wittenhorst), stoelen (Melderslo) of helemaal geen zitgelegenheid (Griendtsveen)?
6. Het zal u ten slotte niet verbazen dat ook het materiaalgebruik per club verschilt.
Abonneren op:
Posts (Atom)