Posts tonen met het label wandelen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wandelen. Alle posts tonen

zondag 17 augustus 2025

Intermezzo – Zondagochtendwandeling

Zondagochtendwandeling, in afwachting van Go Ahead-Ajax. Het Meterikseveld. De zinderende hitte is afgetaaid, met medeneming van de zon. Grauwe luchten, eindeloze akkers, weidse vergezichten, dreigende bosrand op de verre achtergrond. Adembenemend decor. Drie haspels van regeninstallaties doorbreken de leegte. Een man loopt van haspel naar haspel. Hij oogt nietig, nauwelijks meer dan een pluisje tussen hemel en aarde.


Gedachten die afdwalen. Richting de overweldigende landschappen van Caspar David Friedrich. Gedachten die op drift raken. Richting de haspelman, onderweg van de eerste haspel naar de tweede, van de tweede naar de derde, van de derde naar de eerste, onophoudelijk, dag en nacht, dagen, weken lang. De noeste werker, arbeidsmigrant zonder gezicht, opvolger van de buizenlegger.

Gedachten die op hol slaan. Richting de Haspengouw, in België. Fruitstreek toch? De perenvreters van Sint-Truiden. Gedachten die uit de bocht vliegen. Haspelgouw. Hapselgouw. Hapsel. ‘Zeg, neem jij verdorie dat hapsel eens heel gauw van je mond!’ Hapselgauw. ‘Neem dat vies van je mond.’ Gevleugelde uitdrukking van de gevreesde MH. Wie herinnert het zich nog? Nul hits op Google.

Doorlopen nu, Go Ahead-Ajax wacht.

zondag 20 april 2025

Intermezzo – Zandweggetje weg (2)

Ruim een maand geleden maakte de gemeente Horst aan de Maas bekend dat ze een eeuwenoud zandweggetje op het Melders Veld wil verkopen aan Eurotree Horst Beheer BV.


‘Het erfgoed van Horst aan de Maas gaat in de verkoop’, concludeerde Ger Hermans daarna in een stukje dat ik aan de voorgenomen verkoop wijdde (klik hier). Iemand vroeg het gemeentebestuur om dat voornemen te motiveren (klik hier) en het bestuur van LGOG Kring Ter Horst drong aan op een zorgvuldige omgang met landschapserfgoed (klik hier).


De gemeenteraadsfractie van Perspectief stelde er schriftelijke vragen over (klik hier). Die werden afgelopen dinsdag beantwoord door wethouder Eric Beurskens (klik hier en ga naar 1.39.40). Hij verzekerde dat de angst dat het weggetje zou verdwijnen, ongegrond is:
‘Er zijn voorwaarden gesteld, denk bijvoorbeeld aan openbaarheid en instandhouding van de weg. De gemeente heeft geen dringende reden om dit perceel in eigendom te houden. De verkoop betekent minder onderhoudslasten. Voor de afspraken tot behoud van het pad en instandhouding van de weg hebben we het eigendom niet nodig. Eigendom en behoud van cultureel erfgoed staan los van elkaar.’
Klinkt goed. Wat dan weer te denken geeft, is dat de erfgoeddeskundige van de gemeente niet enthousiast was. Beurskens: ‘Haar conclusie was: liefst niet verkopen, maar in elk geval de erfgoedwaarde borgen voor de toekomst.’


Wat eveneens te denken geeft, is dat er blijkbaar plannen bestaan om de wandelroute die over de zandweg loopt, te verleggen. Beurskens: ‘Landschap Horst aan de Maas, dat voor ons het beheer van dergelijke routes doet, heeft aangegeven het wandelpad zonder extra kosten te willen omleggen.’ Maar waarom zou je het pad willen verleggen als het openbaar blijft?


Op de vraag waarom Eurotree de weg in eigendom wil hebben, antwoordde Beurskens: ‘De weg ligt precies tussen twee percelen van de ondernemer. We kunnen ons voorstellen dat hij de toegankelijkheid van de weg geborgd wil zien.’ Maar die toegankelijkheid is bij een openbare weg toch sowieso geborgd?


Gaat Eurotree de weg inderdaad kopen? Beurskens: ‘De mogelijke koper beraadt zich of hij de koop wil doorzetten nu die kwalitatieve verplichtingen worden aangezegd.’ Dat roept de (niet beantwoorde) vraag op of die kwalitatieve verplichtingen er al vanaf het begin waren. Of werden ze pas geëist nadat van diverse zijden was gewezen op de erfgoedwaarde van de zandweg?

woensdag 9 april 2025

Intermezzo – In het bos


Ik parkeer m’n fiets bij de ingang van het bos. De wandeling die ik in gedachten heb duurt een uurtje. Het eerste stuk gaat rechtdoor. Na enkele honderden meters zie ik dat honderdvijftig meter verderop een zilvergrijze Mercedesachtige auto staat geparkeerd op een plek waar ik nog nooit een auto heb gezien. Naast de auto staat een man. Een andere man stapt uit. Ik kijk er niet naar uit de auto en vooral beide mannen te passeren.

Ik verleg m’n route, sla linksaf en beland op het pad waar ik een week of twee geleden een man in groene, bosachtige kleding passeerde die opdook uit het struikgewas om iets onder de snelbinder van z’n tegen een boom geparkeerde groene vouwfiets te doen en die vervolgens, terwijl ik verder liep, een meter of vijftien achter me bleef fietsen. Ditmaal geen spoor van man of fiets.

Na enkele tientallen meters sla ik rechtsaf en vervolgens opnieuw rechtsaf, met de bedoeling weer op m’n oorspronkelijke route te komen. Ik bevind me nu op een ballastweg. Een megalandbouwvoertuig dat meer dan de volle breedte van de weg beslaat dwingt me de berm in. Een tweede, iets minder mega landbouwvoertuig volgt. Dwars in de laadbak voor de cabine ligt een mobiel toilet. De bestuurder wekt niet de indruk zicht te hebben op de weg. Uit voorzorg zoek ik nogmaals de berm op.

Verder lopend over de ballastweg zie ik in de verte van rechts een zilvergrijze Mercedesachtige auto de weg opdraaien in mijn richting. Ik verstar. De zilvergrijze Mercedesachtige auto stopt na enkele meters. Ik kijk er niet naar uit de auto en vooral zijn inzittenden te passeren. Ik draai me om en loop in versneld tempo verder.

Vanuit de verte komt een man met loslopende hond me tegemoet. Geen zin in een ontmoeting. Ik draai me opnieuw om. De zilvergrijze Mercedesachtige auto is inmiddels van rijrichting veranderd en rijdt stapvoets richting het uiteinde van de ballastweg.

Ik vervolg mijn weg en sla linksaf een zandpad in. Ik bevind me nu op de route die ik in gedachten had. Een man en een vrouw – echtpaar of moeder en zoon? – komen me tegemoet. Ze beantwoorden mijn groet niet.

Ik sla linksaf een zandpad in en ga aan het einde daarvan links, een ballastweg op. Na honderd meter staan ter linkerzijde een vrouw in motorpak en een man in camouflagekleding bij een quad. Ik groet. De man mompelt iets terug. De vrouw blijft met haar rug naar de weg gekeerd staan en doet alsof ik lucht ben.

Iets voorbij de man en vrouw met quad sla ik linksaf een zandpad in. Aan het einde daarvan rechts en dan steeds rechtdoor. Ik passeer de plek waar de zilvergrijze Mercedesachtige auto geparkeerd stond. Sporenonderzoek ter plekke leidt niet tot resultaat.

Ik loop voorbij het pad van de man met de groene, bosachtige kleding en de groene vouwfiets. Nog steeds geen spoor van man of fiets. Honderd meter verder komt een man met een woest aanzien, gehuld in shabby kleren, me tegemoet. Hij beantwoordt mijn groet als we elkaar passeren.

Tweehonderd meter voor ik bij m’n fiets ben loopt op een zijpad van links een man met een hond aan de lijn. De afstand is te groot om elkaar te groeten. Verder lopend hoor ik de hond vlak achter me snuffelen. Ik kijk er niet naar uit om om te kijken. Honderd meter voor m’n fiets duikt een motorcrosser rechts het bos in op een plek waar geen pad is. Ik hoor de hond nog steeds. Vijftig meter voor m’n fiets kijk ik om. Geen hond, geen man, geen motorcrosser.

Ik ontsluit m’n fietsslot. Bij de eerste kruising stop ik om passerend gemotoriseerd verkeer voorrang te verlenen. Van links rijdt een zilvergrijze Mercedesachtige auto voorbij. Ik verstar. Ik steek de kruising over en stap af. En kijk. De zilvergrijze Mercedesachtige auto is stapvoets gaan rijden, komt bijna tot stilstand, rijdt dan weer stapvoets verder en slaat na enkele honderden meters rechtsaf de ballastweg in waar ik ‘m eerder al zag.

Stapvoets rijdend verdwijnt de zilvergrijze Mercedesachtige auto uit mijn blikveld, de bossen in.

Ik stap weer op m’n fiets en keer huiswaarts.

woensdag 19 maart 2025

Intermezzo – Zandweggetje weg (1)

Mensen eigenen zich van alles en nog wat toe. Denk aan dieren, bossen, rivieren, zeeën, bergen, oerwouden, de ruimte. Deze entiteiten hebben met elkaar gemeen dat ze onmondig zijn. Dat betekent dat er altijd óver hen wordt gepraat, nooit mét hen. Gelukkig is er een trend gaande om ook hen een stem te geven, in de vorm van mensen die hen vertegenwoordigen. De Noordzee is een voorbeeld van zo’n entiteit die inmiddels een stem heeft.


Ik moest hieraan denken toen ik afgelopen week met Ger Hermans over een zandweggetje liep in zijn woonplaats Melderslo. Een zandweggetje over het Melders Veld, een eeuwenoud complex van aaneengesloten akkers. Het lijkt een zandweggetje van niks: voor het grootste deel kaarsrecht, niet romantisch, niet omzoomd door bomen. In wezen doet het alleen wat een weg wordt geacht te doen, namelijk je van hier naar daar brengen, in dit geval van de Lottumseweg naar de Denenweg (en vice versa). Maar dit onopvallende zandweggetje draagt een geschiedenis met zich mee die op z’n minst twee eeuwen teruggaat. Het was de levensader die afgelegen boerderijen verbond met de wereld, aanvankelijk vooral met Horst en later, toen Melderslo zich vanaf het begin van de twintigste eeuw ontwikkelde tot een dorp met een kerk en een school, ook met Melderslo. Vandaag de dag is het zandweggetje vooral onderdeel van een veel gelopen wandelroute.

Deze uitsnede geeft de situatie ter plekke rond 1840 weer. Linksboven de huidige Lottumseweg, rechtsonder de huidige Denenweg. Daartussen het groen gearceerde zandweggetje.
We zijn hier omdat de eigenaar, de gemeente Horst aan de Maas, het zandweggetje wil verkopen aan de eigenaar van de aangrenzende percelen – waardoor historisch erfgoed in commerciële handen komt en het voortbestaan ervan twijfelachtig wordt. Dat stemt Ger Hermans, bestuurslid van LGOG (Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap) Kring Ter Horst, verdrietig. ‘Dit is niet zomaar een lap grond. Het is een tastbare herinnering aan ons verleden, het weerspiegelt de ziel van dat verleden. Het verdwijnen van het weggetje zou een gat slaan in ons gemeenschappelijk erfgoed. Het zegt iets over onze voorouders, hun noeste arbeid, hun verbondenheid met het land. Als we oude wegen en paden verliezen, verliezen we een stukje van onszelf.’


In een week waarin ook al bedreigingen opdoemden voor de toekomst van de Kasteelse Bossen en kasteel Ooijen, komt het mogelijke verdwijnen van het weggetje extra hard aan bij Ger. ‘Het erfgoed van Horst aan de Maas gaat in de verkoop’, sombert hij.


Bezwaar indienen tegen het gemeentelijk voornemen om het zandweggetje te verkopen, is alleen mogelijk voor belanghebbenden. Zijn niet alle inwoners van Horst aan de Maas belanghebbenden? Of moeten we soms lijdzaam toezien hoe erfgoed verdwijnt? Is het onmondige zandweggetje zelf trouwens niet de allergrootste belanghebbende? Wordt het niet tijd dat ook ogenschijnlijk onbetekenende historische relicten een stem krijgen die opkomt voor hun belangen?

N.B. 1 Dit stukje verscheen vandaag in ingedikte vorm ook in Via Horst-Venray

N.B. 2 Ger Hermans maakte gisteren tijdens de raadsavond gebruik van het burgerpodium om de gemeenteraad te wijzen op het belang van een zorgvuldige omgang met historische infrastructuur. Bekijk en beluister zijn betoog hier (ga naar 2.03.10). Let overigens ook op de waarschuwing van burgemeester Ryan Palmen aan het adres van Ger Hermans nog voordat die ook maar een woord heeft gesproken. Een warm welkom klinkt bepaald anders.

vrijdag 17 januari 2025

Intermezzo – Lang zök

op een mistige ochtend
door de schoolstraat lopen
de ene man tegen
de andere man
horen zeggen
diiin haet lang zök á

en dan samen
met die twee mannen
weten
dat diiin geen
lange sokken aanheeft
maar korte sokken
of anklets
of kniekousen
of helemaal geen sokken

woensdag 31 januari 2024

Intermezzo – Avondwandeling

19.37 uur – avondwandeling. Avondwandelingen zijn leuk. Avondwandelingen met een doel, opdracht of thema zijn leuker. Deze avondwandeling heeft vooralsnog geen doel, opdracht of thema. Niet forceren, het komt of het komt niet, maakt ook niet uit, avondwandelingen zijn immers sowieso leuk.

20.00 uur – ik sta bij de kruising Noordsingel – Venrayseweg te wachten tot het stoplicht groen wordt. Tegenover voormalig café Aquarius. Heette dat ook niet ooit De Kar? Nee. Wel iets in die geest. De Koets? Wacht. Is ‘Horster panden waarin ooit een café was gevestigd’ geen geschikt thema voor deze avondwandeling? Jazeker wel! Nummer 1:


20.01 uur – De Griëze moet nummer 2 worden bedenk ik me. Op naar de Venloseweg! Honderd meter verder draai ik me al om: eerst Cambrinus even meepikken. Hoe kon ik Cambrinus nu vergeten?

20.06 uur – Cambrinus. [Mislukte foto, zie ik bij thuiskomst, maar wtf]


20.07 uur – terug naar de Noordsingel, andermaal op naar De Griëze. Wacht. Ik kan De Vlègel natuurlijk ook nog even meepikken en dan van daar via De Meent doorsteken naar de Doolgaardstraat en mijn weg richting De Griëze vervolgen.

20.17 uur – De Vlègel.


20.18 uur – wacht. Nu ik toch in de Loevestraat ben, kan ik natuurlijk net zo goed ook even De Buun meepikken en daar via de Harrie Driessenstraat doorsteken naar de Doolgaardstraat en mijn weg naar De Griëze vervolgen.

20.19 uur – De Buun.


20.20 uur – wacht. Ik kan natuurlijk net zo goed doorlopen naar het Sint-Lambertusplein om daar Kling mee te pikken. En dan gewoon via de Hoofdstraat en de Venloseweg naar De Griëze. Wat was het eigenlijk voor dwaas idee om per se via de Doolgaardstraat te willen lopen?

20.21 uur – Kling.


20.22 uur – ik heb nu vijf Horster panden gehad waarin ooit een café was gevestigd. Onderweg naar De Griëze bedenk ik me dat de opdracht voor deze avondwandeling wordt: ‘Tien Horster panden waarin ooit een café was gevestigd’ – meer dan tien foto’s kan ik op Insta immers niet kwijt.

20.32 uur – De Griëze. Mislukte foto. Denk ik. Nieuwe. Die lukt wel. Vind ik. [Bij thuiskomst blijkt de mislukte foto toch gelukter dan de gelukte]


20.35 uur – van De Griëze terug richting Horster centrum bedenk ik me wat de resterende vier Horster panden waarin ooit een café was gevestigd moeten worden.

20.42 uur – ik passeer Domino’s en hoor de ene jongen tegen de andere zeggen: ‘Mijn gevoel zei ook tegen mij van “Ga die gewoon zoeken, man!”’

20.46 uur – Wilhelminaplein. De Schitspool. Meest hermetische van alle Horster cafés. Kwam daar überhaupt wel eens ooit iemand?


20.47 uur – voor Scapino hoor ik een jongen tegen een groepje jongens en meisjes zeggen: ‘Ik heb nog nooit een boete gehad.’ Opdracht voor een volgende avondwandeling kan misschien zijn ‘Tien toevallig opgevangen quotes’.

20.49 uur – via Albert Heijn naar de Herstraat. Qual der Wahl hier. Ik kies voor Van der Sterren.

20.58 uur – Van der Sterren. Lichte twijfel of dit wel het juiste pand is. Slechte foto.


20.59 uur – hoezo lichte twijfel? Natuurlijk was dat Van der Sterren!

21.01 uur – Schoolstraat. Babouche. Al ben ik eerder geneigd dit Bar ’t Keteltje te noemen. In geen van beide ooit geweest als ik het wel heb.


21.08 uur – op de Meterikseweg hoor ik het ene voorbijfietsende jongetje tegen het andere voorbijfietsende jongetje zeggen: ‘Tijn, je bent dromig!’

21.11 uur – Roëze Grád! Nummer 10! Missie volbracht!


21.28 uur – thuis, na 9,67 kilometer. Snel stukje schrijven.

donderdag 14 april 2022

Intermezzo – Wandelmijmeringen

De zondag doet zijn naam eer aan. Ik maak een wandeling. Ik loop langs de Kabroeksebeek. Een koppel eenden vliegt op. Honderd meter verderop strijken de eenden weer neer in de beek. Ik loop verder langs de beek. Als ik de eenden tot op enkele meters ben genaderd, vliegen ze opnieuw op. Weer strijken ze honderd meter verderop neer in de beek. Enzovoort. Ik heb te doen met de eenden. Ik gun de eenden de tegenwoordigheid van geest om weg te vliegen tegen mijn looprichting in. Het zou hen een hoop gedoe besparen. Zou ik die tegenwoordigheid van geest wél hebben als ik een eend zou zijn? Uitgesloten.


Moet ik de eenden niet langer opjagen en me omdraaien? Is dat niet net iets teveel eer voor de eenden? Of kun je eenden niet genoeg eer bewijzen? Of breng ik onrust in andere eendenlevens door me om te draaien? Ik kies voor een pragmatische oplossing: ik laat de beek links liggen. Ik loop nu langs een verharde weg, richting America. Koppeltjes mensen op de fiets passeren me. Allemaal koppeltjes op leeftijd. Zoals altijd vraag ik me af waarom mensen van boven de pensioengerechtigde leeftijd uitgerekend – en waarschijnlijk ook uitsluitend – op zondagmiddag gaan fietsen. Een van generatie op generatie ingesleten patroon? Dwangmatig fietsen op zondagmiddag? Zoiets. Zou ik, als ik de pensioengerechtigde leeftijd ben gepasseerd, ook uitgerekend en uitsluitend op zondagmiddag gaan fietsen? Uitgesloten.  


In de verte lonkt America. Ik loop voorbij een setje van drie verkeersborden boven elkaar. Het middelste bord is rond. Het verbiedt gemotoriseerd verkeer om door te rijden. Het onderste bord is rechthoekig. Het zegt dat tractoren zijn uitgezonderd van het verbod voor gemotoriseerd verkeer om door te rijden. Het bovenste bord is driehoekig. Het waarschuwt gemotoriseerd verkeer voor een verkeerspaal. Maakt het middelste bord het bovenste bord niet overbodig? Zou er op de hele wereld ook maar iemand zijn die zich hetzelfde afvraagt? Uitgesloten. 


‘Pas op wegblokkade!’, waarschuwt een fluorescerend geel bord enkele honderden meters verderop. ‘Roadblock’, zingt het rond in mijn hoofd. Mijn gedachten dwalen af naar Oekraïne. Ik vraag me af of Oekraïne op het moment een aaneenschakeling van roadblocks is. Mijn gedachten dwalen af naar het Russische leger. Zou een Russische tank zich laten weerhouden door dit Noord-Limburgse roadblock, met America binnen handbereik? Uitgesloten.


Ik besluit terug te lopen. Zal ik de omweg door het bos nemen? Of toch maar de kortere route langs de beek? Uitgesloten.

Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray.

donderdag 13 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (23) | Egbert Derix

Ik: ‘Dag Egbert, Je zult wel hebben gedacht “Ik had me op tijd aangemeld, waarom reageert die klootzak niet?” Maar dat heeft een reden: je bent om de een of andere reden in mijn spambox verzeild geraakt. Jouw geluk is dat ik om de een of andere voor mijzelf onverklaarbare reden zojuist iets deed wat ik normaliter nooit doe: in mijn spambox kijken. Dus vergeef me. Zullen we alsnog een afspraak maken?’

Egbert: ‘Ik dacht al zoiets. Lijkt me leuk een wandeling te maken langs het Östenriekske, de Vlies, de JoHo, Steppin In, Desperado, Zopo of wat daar nog allemaal van over is.’

Ik: ‘Een kroegentocht! Leuk! “Is de cirkel rond”, zou Louis van Gaal zeggen: de serie begon met Geert (klik hier) bij de Nieuwe Lind en eindigt dan met jou bij een aantal andere verdwenen kroegen. Er zullen tijdens de wandeling ook nieuwe werelden opengaan voor mij: geloof het of niet, in geen enkele van de gelegenheden die je noemt, ben ik ooit geweest.’


Egbert Derix (51) is pianist, componist en docent aan Fontys Rockacademie in Tilburg. Hij woont al zijn hele leven in Horst, ik ken hem van jongs af aan. We hebben op dinsdagavond afgesproken bij De Leste Geulde, voorheen het Östenriekske. Egbert: ‘Het Östenriekske was mijn eerste uitgaansgelegenheid. Op vrijdagavond, voor vijfde- en zesdeklassers van de Sint-Jozefschool. Er zat destijds een bepaalde opbouw in de uitgaansmogelijkheden voor de jeugd, gerelateerd aan je leeftijd. Na het Östenriekske ging je naar JoHo, vervolgens naar De Vlies en daarna was je oud genoeg om naar Zopo of het café te gaan. Het sterke aan JoHo en De Vlies was dat de begeleiders maar een paar jaar ouder waren dan de bezoekers. Zij hadden een natuurlijk overwicht en dat zorgde voor een ontspannen sfeer.’ Deze uitgaanscultuurinfrastructuur bestaat al lang niet meer. We concluderen dat dit een verlies is en mijmeren over de mogelijke oorzaken. We komen er niet uit.


De Vlies is nu een kerk. Egbert herinnert zich dat De Vlies tijdens de nieuwbouw onderdak vond aan de overzijde van de straat, in de ook al lang geleden verdwenen Tuinbouwloods. Onderweg naar Zopo, het huidige OJC Niks, gaat het over corona. Egbert zag zijn optredens drastisch teruglopen. Lesgeven aan de Rockacademie doet hij nu online, met uitzondering van de eindexamenleerlingen. Hij bespeurt een almaar toenemende moedeloosheid onder zijn studenten.


Op weg naar het dorpscentrum hebben we het over school. Egbert heeft gelezen dat ik het Boschveldcollege – ook zíjn middelbare school – verschrikkelijk vond. Hij verbaast zich daarover. Zelf vond hij het wel meevallen. Ook de gymnastiekleraar op Boschveld komt weer ter sprake – de man is zo langzamerhand uitgegroeid tot de running gag van deze serie wandelingen.


We houden halt voor Gossimijne. Ooit was hier café Desperado gevestigd. Egbert: ‘Ik kwam daar maar zelden.’ Dat was anders met het ook al verdwenen Steppin In, schuin tegenover Desperado aan de huidige Jan ván Tenggats: ‘Steppin In was jarenlang mijn stamkroeg. Met het mooiste terras van Horst, onder de plataan.’


Verder gaat het, naar het begin van de Schoolstraat, waar in de voormalige bioscoop ooit het roemruchte Modern zetelde. Egbert: ‘Hier kwam ik veel toen ik een jaar of 16, 17 was, vrijdag, zaterdag en zondag. En later vaak bij het Happy Hour, vroeg op de avond.’ Via de Molenstraat belanden we op de Venrayseweg. Op de kruising met de Noordsingel bevond zich ook jarenlang een café. Namen die ons daarbij te binnenschieten: Aquarius, De Koets, Liesbeth.


Verderop ligt Cambrinus, na de sluiting van Steppin In Egberts nieuwe stamkroeg, totdat die in 2018 zijn deuren sloot. Zowel het eerste als het laatste muzikale optreden in Cambrinus werd verzorgd door Egbert. Het Horster cafébezoek van Egbert beperkt zich sindsdien vooral tot Liesbeth’s Grand Café.


Door de straten van onze jeugd in het Neej Dörrep wandelen we terug naar De Leste Geulde. Egbert wil nog één ding van mij weten: mijn wandeling met Kay Thijssen (klik hier) riep bij hem de vraag op of ik soms de Horster politiek in wil gaan. Haha, nee hoor, dank je feestelijk! En al zeker niet bij Essentie, ondanks de veren die ik Kay in zijn achterste stak.

Ten slotte: hoewel het voorgaande misschien een andere indruk wekt, heb ik niet het idee dat Egbert een probleemdrinker of alcoholist is of was. Zullen we het op kroegtijger houden?


Hiermee eindigt
Wandelgang, een serie van 23 wandelingen met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze serie. 

woensdag 12 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (22) | Bor en Joop Lucassen en Aukje van Dijk

Zondag 9 januari. Laatste dag van mijn kerstvakantie. Laatste wandeling in deze serie – denk ik dan nog. Ik heb het waarschijnlijk al eerder geschreven: elke wandeling is speciaal. Elke wandeling om een andere reden. Deze wandeling is alleen al speciaal omdat het – denk ik dan nog – de laatste is. Maar ook omdat ze in het teken staat van een van mijn bijzondere voorliefdes.


Op alwéér zo’n koude natte ochtend sta ik te wachten op de parkeerplaats bij natuurgebied het Ham aan de Hesselenweg als Bor Lucassen (5) en zijn ouders Joop (46) en Aukje (45) aan komen fietsen. Bor, voorop bij Aukje, heeft dikke pret als mama door een grote plas water fietst. De fietsen worden geparkeerd, we duwen het klaphek open en onze speurtocht naar de huisjes van David en Lisa kan beginnen. David en Lisa? De hoofdrolspelers van een geocache in het Ham! David en Lisa zijn kabouters (een van mijn bijzondere voorliefdes) en de bouwers van zeven kabouter-vogelhuisjes in het Ham. Uit de toelichting bij de cache: ‘Deze vogelhuisjes zijn kabouterhuisjes, die kun je goed herkennen omdat het gat waar de vogeltjes in kunnen vliegen dicht is. Bij elk vogelhuisje hoort een verhaaltje en over dit verhaaltje wordt een vraag gesteld.’


Aukje heeft deze kerstvakantie op een traject van in totaal 19 kilometer zes afvalzakken met zwerfafval verzameld. Totale gewicht: 22 kilo. Ook vandaag is Aukje ZAP-per (‘zwerfafvalpakker’) van dienst. Joop heeft een dubbelfunctie: hij is zowel navigator als voorlezer. Mijn rol blijft beperkt tot volgen, toehoren en als-het-maar-enigszins-kan-de-modder-mijden (wat maar zelden kan). Bor is de gedreven kabouter-vogelhuisjesjager. En de minstens even gedreven als-het-maar-enigszins-kan-midden-door-de-modder-loper.


De cache is niet louter voor de leuk, hij dient ook een natuureducatief doel. Medebewoner van het  vierde kabouter-vogelhuisje is bijvoorbeeld een everzwijn. Uit het bijbehorende verhaaltje: ‘Dit dier is een soort varken, en weet je dat een volwassen mannetje in Nederland wel 120 kg kan wegen!?? Het everzwijn zit graag in een bos waar ook modderpoelen zijn.’ Omdat er daarna een vraag volgt over het verhaaltje is de deelnemer, Bor in dit geval, gedwongen goed te luisteren. Toch vraag ik me af of het beklijft. Ik moet denken aan de legendarische Lei Coppus (‘meister Coppus’) die zestig, zeventig jaar geleden met zijn leerlingen de natuur introk en er ter plekke over doceerde. Die leerlingen van toen hebben het er nu nog over. Over beklijven gesproken. Maar dit terzijde.


Bij een wei met koeien aan de Reulsweg knijpt Bor zijn neus dicht: ‘Het stinkt hier.’ Verder vermaakt hij zich opperbest. Hoe onbegaanbaarder de paden worden, hoe meer hij geniet. Gebiologeerd staart hij naar een bijna doormidden geknaagde boom. Wie dat heeft gedaan? Bor: ‘Een bever.’ Het kan dus toch: natuureducatie die beklijft zonder dat Lei Coppus eraan te pas heeft moeten komen.


Aukje is eveneens in haar sas: aanvankelijk leek het erop alsof ze nog geen boterhamzakje gevuld zou krijgen met zwerfafval, maar geleidelijk blijkt dat ze er toch goed aan heeft gedaan een bigshopper mee te nemen. Drukt je met de neus op de feiten.


Bor heeft alle vragen goed beantwoord. Dat betekent dat het vinden van het einddoel, het Grote Huis, een fluitje van een cent is. Daar ligt een kleine beloning te wachten. Joop noteert de naam van Bor in het notitieboekje dat in het Grote Huis ligt. Bemodderd maar voldaan keren we terug naar de parkeerplaats. Bor, Joop en Aukje fietsen weg. Bor, ditmaal voorop bij Joop, heeft dikke pret als papa door een grote plas water fietst.


Dit was bedoeld als laatste aflevering van
Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst (klik hier voor een toelichting). Totdat eergisteren bleek dat één (tijdige) aanmelding voor een wandeling in mijn spambox terecht was gekomen. Die wandeling heeft gisteren alsnog plaatsgevonden. Morgen of overmorgen het verslag daarvan.

dinsdag 11 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (21) | Ton Hoeijmakers

‘Ik zou het leuk vinden om een keer met jou door het buitengebied van de Gortmeule en omgeving te wandelen’, heeft Ton Hoeijmakers me gemaild. Mij lijkt dat ook leuk. Ton (74) woont al zijn hele leven op De Gortmeule, een boerderij met een geschiedenis van eeuwen. Dat het verleden er wordt gekoesterd zie je, voel je, proef je. In alles. De Gortmeule is een van de weinige resterende plekjes in Horst aan de Maas waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan.


We kennen elkaar. De begroeting is hartelijk. Ton begroet iederéén hartelijk. Het is zoor deze zaterdagmiddag. Ton heeft een geelzwarte sjaal om. ‘Doet me goed dat je een VVV-sjaal om hebt’, zeg ik. Ton: ‘Het zou ook een Horster Mannenkoorsjaal kunnen zijn of een voormalige-gemeente-Horst-sjaal.’ Maar ter zake. Terwijl we over de ook al eeuwenoude onverharde toegangsweg naar de boerderij lopen, zegt Ton dat hij me de mooie maar ook de minder mooie dingen rondom landgoed De Gortmeule wil laten zien.


Eerste halte is het Gortmeules  Kruus, in 1915 geplaatst door Gortmeules Hannes, de grötvader van Ton. Het staat onder een majestueuze eik, ooit in de race als dikste boom van Limburg. De eik heeft een omtrek van 4,78 meter. Zelfs blikseminslag, in 1984, heeft de oude reus niet klein kunnen krijgen. Kruis en eik vormen samen wat je tegenwoordig een landmark noemt. ‘Koesteren’, zou je denken. Toch zijn er bedreigingen: het is niet uitgesloten dat in de toekomst een kas en een biomassacentrale het vrije zicht vanaf de Schengweg op kruis en eik zullen bederven. Dat vooruitzicht stemt Ton verdrietig. Zo verdrietig dat hij binnenkort gaat inspreken in de gemeenteraad.


We lopen verder richting Veld-Oostenrijk. Ton vertelt over het Kloetswegske, over de twaalf boerderijen die samen d’n Östrik vormden, over markante bewoners, over het beekje dat tussen Veld-Oostenrijk en Venrayseweg stroomt en waarvan ik nu eindelijk de naam leer kennen: Schoot. Ton heeft er niet voor gestudeerd maar hij kan het landschap net zo goed lezen als Wim Heijligers (klik hier). Het resultaat van overlevering, generatie op generatie. Indrukwekkend.


Tussendoor attendeert Ton me op de aaneenschakeling van kassen en foeilelijke hoge hekwerken. Die zijn eigendom van dé grootgrondbezitter aan Veld-Oostenrijk en omgeving, zo’n rupsjenooitgenoeg waarvan Horst aan de Maas er al veel te veel telt. Ton heeft hier in de loop der jaren bestuurders van allerlei rang en stand rondgeleid om ze te wijzen op de aantasting van het landschap. Hij ontmoet altijd begrip, maar daar blijft het dan ook meestal bij. Ook dat stemt Ton verdrietig.


De oostzijde van Veld-Oostenrijk is nog vrijwel ongeschonden. Ton wijst me waar ooit het boerderijtje stond van de man met de weinig vleiende bijnaam Kruujer Jantje. Jantje had wel al heel vroeg een televisie. Ton herinnert zich dat er een massa fietsen stond bij de boerderij als een wedstrijd van het Nederlands elftal werd uitgezonden. Gehaaid als hij was plaatste Jantje dan een lege jampot bij zijn voordeur met daarbij een bordje met het opschrift ‘Een kwartje in de pot en je lacht je rot’. 


Langzaam naderen we De Gortmeule weer. Aan de Australiëweg wordt met man en macht gewerkt aan de herinrichting van de Paes en aan de totstandkoming van een ecologische verbindingszone tussen Gortmeule en Paes. Ton verheugt zich er nu al op samen met vrijwilligers van Landschap Horst aan de Maas op de grond achter het Gortmeules Ven allerlei oude gewassen te gaan zaaien. Dit moet leiden tot de terugkeer van diersoorten die zich hier al decennia niet meer hebben vertoond.


Als we weer terug zijn bij de boerderij laat Ton me nog de met riet beklede schuur zien, een unicum voor Horst. Zoals eigenlijk alles uniek is aan De Gortmeule.


Dit was aflevering 21 van
Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Na vandaag volgen nog twee verslagen van wandelingen.

maandag 10 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (20) | Jim Weijs

Donderdag vroeg iemand zich af of ik soms word gesponsord door het Horster centrummanagement met die wandelingen. ‘Ga eens naar bijvoorbeeld Broekhuizen, Ooijen-Wanssum of Meerlo. Tien keer beter!!!’ Hoho! Er was een open aanmelding voor deze wandelingen en ik laat iedereen de keus waar hij of zij wil wandelen. Op deze vrijdag begeef ik me zelfs tot twee keer toe een heel eind buiten Horst. Met Jim Weijs heb ik afgesproken op de parkeerplaats in het Schuitwater. Jim (26) is docent in het middelbaar onderwijs en was van 2015 tot 2020 gemeenteraadslid voor D66 en D66+GroenLinks in Horst aan de Maas. Hij is opgegroeid in Lottum en woont nu in Tegelen. We kennen elkaar.


‘Zullen we de blauwe route lopen?’
‘Prima, het is jouw feestje.’
‘Dan beginnen we aan deze kant van de weg en komen we straks aan de andere kant van de weg bij het echte Schuitwater.’
‘Huh? Het Schuitwater ligt toch aan beide kanten van de weg?’
‘Zo wordt het genoemd ja, maar het echte Schuitwater ligt aan de Lottumse kant van de weg.’
‘Is dit Lottums chauvinisme of zo?’
‘Euhhh …’


Jim heeft dan al gezegd dat hij is opgegroeid aan het Zwaanen Heike in Lottum, op een steenworp afstand van het Schuitwater. Fantastische straatnaam, alleen al vanwege die beide a’s, daar zijn we het snel over eens. Wel een naam die je vaak moet spellen.


We zijn meteen al zó druk in gesprek dat we de blauwe route binnen de kortste keren bijster zijn. Alsof het iets uitmaakt: Jim kent het gebied op z’n duimpje, hij heeft hier vaak gerend en gewandeld. Wandelen door een bebouwde omgeving vindt ie maar niks.


Tot mijn groot genoegen blijkt Jim een voetballer te zijn. Hij speelt in het tweede elftal van SV Lottum, ‘met vrienden, voor mijn plezier’. Jim zegt het niet met zoveel woorden, maar tussen de regels door lezend kom ik tot de conclusie dat hij in de jeugd geen onverdienstelijk voetballer moet zijn geweest. Hij is een beetje afgeknapt op mensen die geen verschil zien tussen voetballen bij een dorpsclub en in de finale van de Champions League spelen.


We zijn inmiddels de weg overgestoken en komen bij het Schuitwater. Het échte Schuitwater. Ik vergeet Jim hiermee te plagen omdat ons gesprek een wending heeft genomen: van voetbal naar politiek. Mijn ervaring met lokale (ex-)politici, van welke politieke kleur dan ook, is dat ze niet meer kunnen ophouden met over politiek praten als ze iemand, mij bijvoorbeeld, treffen die de politiek intensief volgt. Jim vormt geen uitzondering op deze regel. We hebben het onder meer over de vraag of de landelijke politiek naar rechts is opgeschoven en hoe je, ook lokaal, moet omgaan met populistische partijen.


Terwijl we door de modder baggeren – een vrij frequent fenomeen tijdens deze serie wandelingen – zegt Jim het te betreuren dat de linkse partijen in Horst aan de Maas nooit een blok hebben weten te vormen tegenover het almachtige CDA. Ik vraag of hij D66 dan als een linkse partij beschouwt – plagen zit in mijn aard. ‘Ja, hoor. Althans, de Horster tak wel. Andere takken en landelijk niet altijd.’ Hoe dan ook, van het besluit, vier jaar geleden, om met D66+GroenLinks toe te treden tot de coalitie heeft hij geen spijt. En zo zouden we ongetwijfeld nog uren zijn doorgegaan als er geen volgende wandelafspraak op de agenda stond. 


Dit was aflevering 20 van
Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. De kerstvakantie en de wandelingen zijn inmiddels voorbij. Morgen en overmorgen volgen nog verslagen van de laatste twee wandelingen.