maandag 25 oktober 2010

Top 5 – Horster aanvullingen op het Limburg Huis der Wonderen

Vorige week het Limburg Huis der Wonderen bezocht in de Hoofdwacht op het Vrijthof in Maastricht. Inderdaad ja, die tentoonstelling met de jongensonderbroekjes uit de collectie van het bisdom Roermond. Heb me kostelijk vermaakt; lang geleden dat ik zo gelachen heb op een tentoonstelling. ‘Een lichtvoetige, kaleidoscopische evocatie van de geschiedenis der beide Limburgen’, noemen de samenstellers het. ‘Een hilarische verzameling Limburgse rariteiten en fake-rariteiten waar je zelf maar een betekenis aan moet proberen te hechten’, zou ik zelf zeggen. Presentatiewijze van de objecten en sfeer doen soms sterk denken aan die van het Missiemuseum in Steyl. Een groot verschil is dat je in het Limburg Huis der Wonderen steeds op je hoede moet zijn. De tekstbordjes mogen bedrieglijk authentiek ogen, ze zijn het in veel gevallen niet. De makers proberen bezoekers er van alle kanten in te luizen. Of dacht u nu werkelijk dat de slagtand van een mammoet ooit werd aangezien voor een teennagel van Satan? Of dat dit een Joruka masker van Chriet Titulaer is? Of dat de voorwerpencollectie van het bisdom Roermond behalve die jongensonderbroekjes bijvoorbeeld ook nog een duivel, een handafdruk van Jezus Christus en een echtheidscertificaat van haren van het Lakota Chief Crazy Horse bevat?Naast een gigantische hoeveelheid lof is ook een enkele kritische kanttekening bij de tentoonstelling op z’n plaats. Zo vroeg ik me af waarom het onlangs door hulpbisschop Everard de Jong aan Tweede Kamerleden gezonden plastic poppetje dat een foetus verbeeldt, niet op de expositie is te zien. Of heb ik niet goed genoeg gekeken?

Wat me het meest steekt, is het totaal ontbreken van Horster rariteiten in het Limburg Huis der Wonderen. En dat terwijl Horst aan de Maas op het gebied van curieuze objecten heus z’n woordje meespreekt. Alleen al van de collectie Horster rariteiten van Horst-sweet-Horst zou je met gemak een kleine expositie kunnen samenstellen. Mijn top 5 van aanvullingen op het Limburg Huis der Wonderen, afkomstig uit de collectie van Horst-sweet-Horst (die ik graag beschikbaar stel voor de tot 15 januari lopende expositie):

5.
4.(Voorwaarden voor het verkrijgen van dit predicaat: geboortig en woonachtig zijn tussen Heesbeemden en Groot Luttel, de vrucht zijn van het samengaan van een Echte Sevenummer met een Echte Sevenumse en cum laude afgestudeerd zijn aan de Eigenwijsheidsacademie.)

3. (Deze derde plaats in de top 5 was eigenlijk toebedeeld aan het haarbandje van Horster voetbalheld uit de jaren vijftig Lei Duijf, maar dit is op mysterieuze wijze uit de collectie verdwenen.)

2.
1.(De lange tijd meer algemene Kleine Lullenscheerder zou pas een decennium jaar later definitief het onderspit delven.)

Klein mysterie 209 – Kerstbes

Vorige week passeerde ik op de Nachtegaallaan in Melderslo een boom met daarop een geprint A-4tje:Inderdaad wat je noemt een rijke oogst. Mijn belangstelling ging vooral uit naar de ‘kerstbes slingervruchtjes’. Zie je heden ten dage weinig meer te koop aangeboden, kerstbes slingervruchtjes. Wat dat zijn? Zal ik u eens even uit de doeken doen. Kerstbes slingervruchtjes zijn gedroogde laurierbessen die bij het kerstbesslingeren een zachte landing moeten garanderen. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was het gebruik van die vruchtjes vrij ongebruikelijk bij het kerstbesslingeren. Onder invloed van maatschappelijke protesten zijn ze sindsdien echter overal ingeburgerd. Sterker nog: sinds 1997 is hun gebruik zelfs verplicht. Wat niet wegneemt dat her en der nog wel eens wordt gekerstbesslingerd zonder vruchtjes. Ongetwijfeld zal daar een einde aan komen door de aanstelling van kerstbesslingervruchtjesagenten door het nieuwe kabinet.
Wat zegt u? U weet niet wat kerstbesslingeren is? Dat méént u niet, ik had u hoger ingeschat! Enfin, ook dat zal ik u uit de doeken doen. Het kerstbesslingeren is een volksgebruik waarvan de oudst bekende schriftelijke vermelding dateert uit 1278. Ook toen had je al van die schoonmoeders op leeftijd die de kerstdagen van hun kinderen en kleinkinderen kwamen verzieken. ‘Kerstbessen’ werden ze in de volksmond genoemd.Een zekere Sjang van den Crommentuijn (ja, dit gebruik heeft Meterikse wortels)was zijn kerstbes op een gegeven moment zo beu dat hij haar na de nachtmis uit het raam slingerde. Daarmee bracht hij anderen op een idee. Om een lang verhaal kort te maken: het kerstbesslingeren na de nachtmis groeide op het hele Limburgse platteland uit tot een volksvermaak dat eeuwenlang z’n weerga niet kende. Ofschoon er wel eens een kerstbes het loodje legde, was dit geen vooropgezette bedoeling. De kunst was juist om de kerstbes exact voor twee dagen uit te schakelen. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de weerstand tegen het kerstbesslingeren. Tot een algeheel verbod is het nooit gekomen, maar om de ergste excessen tegen te gaan, zijn dus op een gegeven moment die kerstbes slingervruchtjes in zwang geraakt. Kerstbessen landen nu op een bedje van gedroogde laurierbessen. Nadeel hiervan is wel dat het tegenwoordig nog slechts zelden voorkomt dat een kerstbes voor beide kerstdagen wordt uitgeschakeld.Kijkt u van op, hé!

Actualisatie – Officieuze straatnamen (6)

‘Het kwam aan als een mokerslag’ klinkt me iets te pathetisch, maar pijnlijk getroffen was ik in elk geval wel door de reactie van Peter op het stukje over de Maïsboulevard van vorige week maandag. Daarin beweerde ik met grote stelligheid dat Horst aan de Maas behalve over wegen, straten, lanen, banen, pleinen, hoven, paden, dijken en singels nu voor het eerst ook over een boulevard beschikte. Was ik maar zo verstandig geweest een veiligheidsclausule in te bouwen in de vorm van ‘volgens mij’ of ‘bij mijn weten’. Dan was de door Peter uitgedeelde klap (‘We hadden in Horst al jaren een officieuze boulevard: namelijk de Anita Wagenaar Boulevard, in de Klompenmakerstraat’) ongetwijfeld minder hard aangekomen. Wat het allemaal nog erger maakt: Peter had me al ruim een half jaar geleden, op 23 maart, op het bordje in de Klompenmakerstraat gewezen.Mij restte weinig anders dan de ongetwijfeld zwaar beledigde bewoner(s) van de woning aan de Klompenmakerstraat (misschien Anita zelf wel?) mijn oprechte excuses aan te bieden voor deze blunder van de eerste orde. Vrijdagmiddag was het zover. Met lood in de schoenen maakte ik de zware gang naar de Klompenmakerstraat, voorbereid op een schrobbering van heb ik jou daar. Maar wat een opluchting: Anita (ja, ze woont er zelf) en haar vriend Mario bleken de zaak gelukkig sportief op te vatten. Van enige gekrenktheid viel althans niets te bespeuren. Vergis ik me, of waren ze zelfs enigszins vereerd met de plotse aandacht voor het bordje? Dat was trouwens een cadeau van Mario geweest, kort nadat ze elkaar hadden leren kennen, nu ruim tien jaar geleden. Daarmee had hij exact de juiste snaar getroffen bij Anita: ‘Een naar mij vernoemde straat had me altijd al leuk geleken.’ Vanzelfsprekend was het bordje meegegaan toen ze van Rotterdam naar Horst waren verhuisd. In de drie maanden dat ze in de Vinkenstraat woonden, hadden ze het niet opgehangen, maar hier in de Klompenmakerstraat, waar ze sinds augustus 2000 wonen, wel. Vooral in het begin had het heel wat bekijks gehad, nu was iedereen er wel aan gewend. En weet je wat het mooie was? Ze ontvingen regelmatig post met de adressering ‘Anita Wagenaar Boulevard’! Tenslotte had ik nog willen vragen of ze hun Rotterdamse connecties niet konden aanwenden om ervoor te zorgen dat VVV woensdag De Kuip met een overwinning verlaat. Bij nader inzien heb ik die vraag toch maar achterwege gelaten. Had ik misschien in één klap alle goodwill mee tenietgedaan die ik in de voorgaande minuten had opgebouwd. En dat was het me nu ook weer niet waard. VVV verliest toch wel.

Actualisatie – Trapveldjes (4)

‘Hoe groot is de invloed van Horst-sweet-Horst?’, vroeg ik me op 7 augustus af. Dagblad De Limburger had op 30 juni bericht over een fout op een Horster straatnaambordje en twee weken later was het verwijderd. Horst-sweet-Horst schreef op 7 augustus over een even aperte fout op een ander straatnaambordje. Zou dit bordje binnen twee weken worden verwijderd dan was de invloed van Horst-sweet-Horst groter dan die van Dagblad De Limburger, duurde het langer dan twee weken dan had de krant meer invloed. Als ik u vertel dat het betreffende bordje er nog altijd hangt, weet u genoeg. Toch heeft Horst-sweet-Horst afgelopen week een gigantische sprong voorwaarts gemaakt op de Horster invloedsindex. Want dat straatnaambordje mag er nog altijd hangen, het trapveldje op de hoek Bemmelstraat – Westsingel is gemaaid! Dat noem ik nu invloed hebben: maandag een stukje schrijven, drie dagen later al resultaat. Lange neus naar iedereen die klaagt over langzaam malende ambtelijke molens. Heeft de maaibeurt van het trapveldje trouwens het beoogde effect gehad? Pas du tout. Het gras is weliswaar enigszins gekortwiekt, een potje voetbal blijft op dit veld een hachelijk avontuur.
Zo kan je invloed nog zo groot zijn, niet altijd schiet je er iets mee op. Soms kun je ook te veel willen.

Klein mysterie 208 – Boekenlegger

Onlangs kwam ik in het bezit van een bijzondere boekenlegger. Tweezijdig bedrukt. Met de ene zijde is weinig aan de hand, hoewel ik nooit zal kunnen wennen aan die belachelijke naam BiblioNu:De andere zijde is raadselachtiger:Gekozen is voor de stijlfiguur van de vergelijking. Van de als-vergelijking zelfs. ‘Horst aan de Maas laat zich lezen als je favoriete boek.’ Was het daar maar bij gebleven. Had de fantasie met de lezer aan de haal kunnen gaan om te bepalen waarin die overeenkomst tussen Horst aan de Maas en ‘je favoriete boek’ gelegen zou kunnen zijn. Maar het gemak dient de mens, dus is de vergelijking verder uitgewerkt. Met behulp van een uit twee elementen bestaande zin:
1. ‘een wending op elke bladzijde’. Akkoord (qua vergelijking dan);
2. ‘een verrassing om elke hoek’. Hier ontspoort de trein. Horst aan de Maas wordt ineens niet meer vergeleken met ‘je favoriete boek’, maar ‘je favoriete boek’ met Horst aan de Maas. Je moet er maar op voorbereid zijn.

Over naar het boek. Moet iemands favoriete boek per se aaneenhangen van verrassingen en wendingen? Nee. Lijkt me een kwestie van smaak. Zoals de een houdt van minimalistische kunst en de ander van expressionistische. Mijn favoriete boek (Het bureau van J.J. Voskuil, en wel alle zeven delen) is juist omdat het géén aaneenschakeling van wendingen en verrassingen is, mijn favoriete boek. Gortdroog en dat duizenden bladzijden lang. Mieters.

Ho. Stop. Ik geloof dat de frik die in me huist in het voorafgaande weer iets teveel de overhand heeft gekregen. Excuses. Want op de keper beschouwd zijn het natuurlijk briljante vondsten, die ‘wending op elke bladzijde’ en die ‘verrassing om elke hoek’. Never a dull moment in Horst aan de Maas. Voorbeelden? Héél Horst-sweet-Horst is eigenlijk het levend bewijs van de juistheid van die beweringen, maar als u per se voorbeelden wilt, dan beperk ik me tot vier woorden:1. Passi;
2. skatebaan;
3. straatnaamborden;
4. schommel.
Klik er op en de verrassingen en wendingen vliegen u om de oren.

maandag 18 oktober 2010

Klein mysterie 207 – Tegels konijn

Hoewel het minstens een jaar geleden moet zijn dat ik nog eens vlees at, kan de wekelijkse advertentie van slagerij Joosten in De Echo van Horst onverminderd op mijn warme belangstelling rekenen. Niet dat ik enig benul heb van wat voor lekkers er schuil gaat achter benamingen als blinde vinken, varkensfricandeau en cordon bleu. Ben ik ook niet echt in geïnteresseerd. Waar het mij om gaat in die advertenties, zijn de originele (bij)namen die vleesgerechten er soms in hebben. Dat leverde de slagerij in juli al een eerste plaats op in de door Horst-sweet-Horst in het leven geroepen strijd om de beste Horster WK-reclamecampagne.Wie dacht dat slagerij Joosten daarna op haar lauweren ging rusten, vergist zich deerlijk. Nee, ze blijft week in week uit op hetzelfde hoge niveau presteren. Neem nu deze aanbieding van afgelopen donderdag:Dat er zoiets bestaat als ‘varkenshaas’ heb ik altijd al vreemd gevonden. Dat zinkt evenwel volledig in het niet bij gestoofd varkensvlees dat konijn wordt genoemd. Gestoofde peren heten toch ook geen appels? Een tweedehands Renault toch geen Peugeot? Opgewarmd stokbrood toch geen croissant?
Ter zake kundigen wezen me er met nadruk op dat het woord konijn in de advertentie tussen aanhalingstekens staat. Daaruit zou je volgens hen af kunnen leiden dat gestoofd varkensvlees de armeluisvariant is op het veelal door rijke(re) stinkerds genuttigde konijn. Nu wil ik dat best geloven, maar waarom is het dan juist een Tegels konijn? Waarom geen Reuvers, Sevenums of Grubbenvorster? Lijkt het Tegels varken qua smaak het meest op een konijn? Zijn Tegelse varkens malser dan Reuverse, Sevenumse of Grubbenvorster varkens? Of zijn Tegelnaren misschien de enigen die echt geloven dat ze konijn eten als ze gestoofd varkensvlees in het zuur op hun bordje krijgen? Zijn de financiële middelen van de Tegelnaren wellicht ontoereikender dan die van de Reuvernaren, Sevenummers en Grubbenvorstenaren die zich tegoed kunnen doen aan konijn terwijl de Tegelnaren zich tevreden moeten stellen met gestoofd varkensvlees in het zuur? Zullen we het voorlopig maar op het laatste houden? Benieuwd welke verrassing slagerij Joosten komende donderdag weer voor ons in petto heeft. (Mededeling voor slagerij Joosten: met een pond Tegels konijn als wederdienst voor deze gratis reclame doet u me geen plezier, maar dat had u waarschijnlijk al begrepen. Een groentespies of gepaneerde ananasschijf gaat er daarentegen altijd in.)

Actualisatie – Officieuze straatnamen (5)

Weer een primeur. Na wegen, straten, lanen, banen, pleinen, hoven, paden, dijken en singels heeft Horst aan de Maas nu ook z’n eerste boulevard. Van Dale geeft verschillende betekenissen voor het woord boulevard. Zoals ‘brede, geplaveide wandelweg langs de zee’. Bij gebrek aan zee is die omschrijving niet van toepassing op de Horster boulevard, die trouwens wel aan de boorden van een drooggevallen beekje ligt. ‘Hoofdverkeersweg met brede trottoirs, overvloedige verlichting, fraaie winkels, koffiehuizen, hotels’ dan? Hoe goed ik ook heb gekeken, ik heb langs de Horster boulevard geen fraaie winkels, koffiehuizen en hotels aangetroffen. Evenmin brede trottoirs en overvloedige verlichting. Űberhaupt geen verlichting zelfs. Een hoofdverkeersweg is de boulevard ook al niet. Laten we het daarom maar houden op een ‘lange, brede, gewoonlijk met rijen bomen beplante straat’.Alleen pintenneukers zullen opmerken dat die straat in dit geval een weg is, die eerder smal dan breed genoemd kan worden. Of hij nu precies voldoet aan de definities van een boulevard of niet, wat mij betreft moet de Horster boulevard vooral worden gezien als een statement: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Of in dialect: stroont wie haet ow geschete? Terwijl een buurgemeente aan de overzijde van de grote rivier al jarenlang met oorverdovend trompetgeschal hoog van de toren blaast over haar Maasboulevard, leggen wij hier in een vloek en een zucht een boulevard aan. Zonder snoeven, zonder er enige ruchtbaarheid aan te geven, zonder dikdoenerij. Gewoon handen uit de mouwen steken en doen:Meesterlijk. Te vinden langs het spoor, aan wat tot voor kort de Wachtpostweg heette. Vereer ‘m met een bezoek zolang het nog kan.Nu nog een heuse allee en we hebben die stadse voorgoed de loef afgestoken.

Actualisatie – Trapveldjes (3)

Wat is dat toch met het trapveldje op de hoek Bemmelstraat-Westsingel? De nummer 3 nota bene van mijn top 5 van Horster trapveldjes. ‘Zou hoger hebben gescoord als het gras korter was gemaaid’, merkte ik destijds (26 augustus 2008) op. Toen ik er op 6 september jongstleden zoals wel vaker met neef Tom een balletje wilde gaan trappen, kwamen we snel van een kouwe kermis thuis. Te hoog gras en te diepe kuilen noopten ons ons heil elders te zoeken. Dat vonden we gelukkig: bij de nummer 1 van die eerder gememoreerde top 5, het trapveldje aan de Waterstraat.
Positief ingesteld als ik van nature ben, verkeerde ik op dat moment nog in de veronderstelling dat we het veldje op de hoek Bemmelstraat-Westsingel net op het verkeerde moment met een bezoek hadden vereerd en dat een fikse maaibeurt niet lang op zich zou laten wachten. Positieve grondhouding of niet, anderhalve maand later kan ik slechts tot de conclusie komen dat die maaibeurt wel héél erg lang op zich laat wachten. Dit nodigt echt niet uit tot een lekker potje voetbal. Heb ik soms iets gemist en hebben de protesten van de volkstuinders ertoe geleid dat de ruige speeltuin aan de Westsingel enkele honderden meters in zuidelijke richting wordt verplaatst?Moet elk trapveldje er dan bij liggen als een biljartlaken? Nee, liever niet zelfs, maar een wasbord is wel het andere uiterste. Dient het gras dagelijks met een nagelschaartje te worden bijgeknipt? Nee, liever niet zelfs, maar eens per maand maaien is toch niet teveel gevraagd? Kinderen, ook voetballende kinderen, hoef je niet te verwennen, ze verdienen wel aandacht. En het zou allemaal zo mooi kunnen zijn! Want het is niet voor niets dat we éérst naar het trapveldje op de hoek Bemmelstraat-Westsingel gingen. Dit heeft namelijk met zijn besloten ligging, zijn aan alle zijde voorhanden hoge hek (waardoor je de bal nooit ver hoeft te halen), zijn sobere, niet te grote goals en met zijn voor trapveldjesvoetbal ideale afmetingen troefkaarten in handen waar andere Horster trapveldjes slechts jaloers op kunnen zijn. Als ik niet vreesde dat m’n eigen grasmaaier niet is opgewassen tegen deze pampa, had ik het wel geweten …

Actualisatie – Straatzanger

Weet u het nog? Eind februari dook ineens op allerlei plaatsen in Horst aan de Maas een straatzanger op. ‘Een onberispelijke verschijning, strak in het pak, goed bij stem, zingend vanaf een met een oranje doek afgedekte ton’, schreef ik destijds. Toch was er iets met hem aan de hand. Een eenvoudig gesprek met hem voeren bleek namelijk onmogelijk: hij sloeg wartaal uit. Mijn conclusie op 1 maart: ‘Tragisch figuur. Achter die onberispelijke verschijning en dat strakke pak gaat iemand schuil die totaal de weg kwijt is. Maar als straatzanger richt hij betrekkelijk weinig schade aan.’Ruim zeven maanden later ziet de wereld er compleet anders uit. De wartaal uitslaande straatzanger die totaal de weg kwijt was, maakte een enkele reis Canossa (© Marc Chavannes, zaterdag in NRC Handelsblad) en kreeg in ruil het ministerschap voor Immigratie en Asiel. Marlies Janssen-Kusters (u weet wel, die mevrouw die ik laatst een open brief schreef, ruimte op m’n weblog aanbood, haar daar via een persoonlijke e-mail van verwittigde maar desondanks niet reageerde) mag dan wel twitteren ‘daar heb ik alle vertrouwen in’, ik blijf bij m’n conclusie van 1 maart en houd, evenals de straatzanger zelf, m’n hart vast. Mocht het mis gaan (en het gáát mis), dan heeft het in elk geval deze observatie van Remco Campert, zaterdag in De Volkskrant, opgeleverd: ‘Voor Gerd Leers, Maastrichtse trots, moet het vernederend zijn geweest dat hij eerst door Wilders moest worden gekeurd voor hij minister werd. “Voorman van alle ordinaire vuilspuiters” noemde hij Wilders eens. Zelden is er dieper in het stof gebeten.’

Top 5 – Stokterwegtekeningen

Herfstvakantie. Als er één groep kinderen is die daar recht op heeft, dan wel de leerlingen van basisschool De Schakel in Broekhuizenvorst. Ze waren de afgelopen weken niet uit de lokale en regionale media weg te slaan, druk als ze waren met actievoeren. Handtekeningen verzamelen, protestborden maken, kaduke fietsen ophalen, de gemeenteraad toespreken: rekenen, taal en wereldverkenning zouden er warempel nog bij inschieten.
Ben ik een heel erg groot voorstander van de inzet van kinderen – die soms nog nauwelijks kunnen lezen en schrijven – om je doel te bereiken? Ik geloof het niet. Handig is het natuurlijk wel, want neem van mij aan dat het wel degelijk verschil maakt of de voorzitter van de dorpsraad de gemeenteraad toespreekt of twee vertederende jongens van een jaar of tien. En indringende tekeningen van kinderen langs een weg spreken ongetwijfeld meer tot de verbeelding dan geprinte teksten van volwassenen. Maar hoe legitiem het doel van een actie (in dit geval het behoud van de openbare bibliotheek in Broekhuizenvorst én de aanleg van een vrijliggend fietspad tussen Broekhuizen en Horst) ook mag zijn, als je kinderen voor je karretje spant, moet je wel verdomde goed opletten dat je ze niet gebruikt. Van sommige van de protesttekeningen (en -teksten) langs de Stokterweg kan ik me nauwelijks voorstellen dat ze spontaan zijn ontsproten aan een kinderbrein. En zou het een kinderidee zijn geweest om verminkte fietsen aan de protestborden te hangen?Hoe het ook zij, een top 5 van Stokterwegtekeningen is natuurlijk nooit weg – of bezondig ik me nu zelf aan een vorm van kindergebruik? Ach, quatsch. Hier komt ie:

5.
4.
3.
2.
1.