Posts tonen met het label dieren. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dieren. Alle posts tonen

zondag 7 september 2025

Intermezzo – Bevervaart

Fietsplezier, beverbewieroking, letterverheerlijking en letterbashing, een vergismoord, verloren Zaerumse voorwerpen, een blik door een kapelbril, bekorende koorzang, ontrafeling en creatie van mythes, gedoseerd benenwagengebruik, dammen bouwende werkverzetters, religieus-culinaire hoogstandjes, verhalende vrouwen, aanstekelijke shanties, een sprong in de duistere zee, processieparkbeklemming, de binnenstebuitenmens: je ziet, hoort, beleeft het allemaal op zondag 14 september tijdens de Bevervaart.


Wat de Bevervaart is? Een eenmalige fietstocht van 25 kilometer van Sevenum via Grubbenvorst en Velden naar Venlo die natuur, muziek, actuele kunst en religieus erfgoed combineert. De start is om 9.00 uur bij de installatie Barmhartige Bever van Agata Siwek langs de Molenbeek aan de Klassenweg in Sevenum. Omstreeks 15.00 uur is de eveneens door Agata Siwek ontworpen Kapel Barmhartige Bever in Museum van Bommel van Dam in Venlo het eindpunt.


Onderweg wordt gestopt bij 14 haltes: kapelletjes, diergerelateerde plekken en andere verrassende locaties. Op elke halteplaats is een bijdrage te zien, te horen, te beleven van achtereenvolgens kunstenaar Agata Siwek, ecoloog Wim Heijligers, de kunstenaars Karin Bartels en Anne ten Ham, gemengd koor Sezako, de natuurmensen Robbert Hesen en Mees van den Munckhof, kunstenaar Safia Boulghalgh, social designer Aukje van Dijk, shantykoor De Maashave, fotograaf Louisa Vergozisi, ondergetekende en kunstenaarscollectief City Venlo.


Halverwege is er een lunchstop met vegetarische soep en een broodje. In Museum van Bommel van Dam worden de deelnemers feestelijk onthaald op een consumptie en kruisbessenvlaai. Wie nog voldoende energie heeft wordt bovendien getrakteerd op een rondleiding door de expositie It’s Not A Joke. Na afloop ontvangen alle deelnemers een medaille, een set kaarten en een goodiebag. De kosten voor deelname bedragen 20 euro (t/m 17 jaar gratis). Meld je hier aan.


Cherrypicking kan ook: pik gratis een of meerdere kersen uit de taart en laat de rest van de Bevervaart voor wat ze is. Zorg er in dat geval voor dat je rond het aangegeven tijdstip (de tijden zijn bij benadering) aanwezig bent op de locatie(s) van jouw keuze.

vrijdag 15 augustus 2025

Intermezzo – Maaibeheer

In een hete tent op het Zomerparkfeest in Venlo werd vorige week Caspar Janssen geïnterviewd. Caspar Janssen, geboren in 1962, is een schrijver en journalist die op latere leeftijd de natuur ontdekte. Sinds 2012 publiceerde hij zes boeken over natuur, landschap en dieren. Caspar loopt, het verslag van een voettocht door Nederland waarin hij probeert te verklaren waarom het landschap zo is veranderd, is misschien zijn meest bekende boek.


In het vraaggesprek in Venlo ging het vooral over zijn nieuwste boek, Aard van het beestje, waarin hij honderd dieren portretteert. Hij las een fragment voor van zijn portret van de atalanta, ook wel admiraalvlinder genoemd, die hij in de omgeving van het Floriadeterrein in Venlo had gespot. Daarmee illustreerde Janssen zijn – niet letterlijk zo uitgesproken – stelling dat zelfs op de grootste mestvaalt een bloempje kan bloeien. Met Limburg leek hij sowieso een haat-liefdeverhouding te hebben: van de ene kant mooi (vooral de overgangsgebieden tussen natuur en cultuur), van de andere kant minder mooi.


Of er nog reacties waren uit het publiek. Een wat oudere mevrouw stak haar hand op. Ze vertelde dat ze sinds 1979 in Grubbenvorst woont en dat het daar vroeger qua bermvegetatie aanzienlijk schraler oogde dan nu. Janssen beaamde dat het maaibeheer er in de loop van de tijd op veel plaatsen op vooruit is gegaan. Ik hoorde hem er nog meer over zeggen, maar luisteren lukte me niet langer. Omdat ik was blijven hangen bij die opmerking van de mevrouw uit Grubbenvorst en een eigen ervaring in het verlengde daarvan.


Mijn gedachten gingen terug naar vrijdag 1 augustus, 13.41 uur, toen ik een foto maakte terwijl ik over het fietspad langs de A73 in Horst fietste. Ik fiets daar wel vaker, maar blijkbaar zonder goed te kijken of zonder mijn blik in de juiste richting te wenden. Ditmaal was het anders. Ineens zag ik wat voor fantastisch minilandschap hier recentelijk is ontstaan. Dankzij extensief maaibeheer. Een doodse, gemillimeterde grasvlakte bleek te zijn omgetoverd in een savanneachtige biotoop, begroeid met grassen en kruiden, een eldorado voor insecten. Een foto meer dan waard.


 Als het je lukt de bebouwde omgeving weg te denken en als je je doof probeert te houden voor het lawaai van de autosnelweg, waan je je hier in de binnenlanden van Afrika. Visioenen van olifanten, giraffen, zebra’s, antilopen, leeuwen en neushoorns verschijnen op mijn netvlies. In de gloria met extensief maaibeheer.

(Dit stukje verscheen eerder deze week ook in Via Horst-Venray)

zondag 25 mei 2025

Intermezzo – Tuinrenner


‘Klopt, jullie rennen inderdaad niet door onze tuinen. Waarom eigenlijk niet? Er zijn massa’s tuinen die helemaal zouden opfleuren van een regelmatig bezoek van de tuinrenner. In Frankrijk heeft nagenoeg elke tuin een tuinrenner. ‘Il faut cultiver son coureur du jardin’, is daar het motto. Verzeker je van de diensten van een tuinrenner en je bent gegarandeerd verlost van slakken. Wat veel mensen ook niet weten is dat het zweet van de tuinrenner de plantengroei bevordert. Er zijn tuinmannen die zich hebben bekwaamd in het tuinrennen, maar zij vormen doorgaans geen sieraad voor hun beroepsgroep. Weet je, ik ken een dwangmatige dagelijkse tuinrenner wiens parcours diep is uitgesleten. Geeft dat ooit zo aangeharkte, keurig gemillimeterde gazon een heel bijzondere uitstraling kan ik je verzekeren. Persoonlijk prefereer ik de flierefluitende tuinrenner. Dan zie je ‘m wekenlang niet en dan raust ie dag in dag uit met een noodgang door de tuin, willekeurig als een straalpistool hoppend van bloemperk naar struikgewas. En dan heb je natuurlijk ook nog de tuinrenners die de kantjes er vanaf lopen. Gouden gozers! Waar je trouwens wel voor moet uitkijken zijn de beunhazen onder de tuinrenners, die graven meer dan ze rennen. Hé, kijk! Daar zal je ‘m hebben! Onze tuinrenner! Hij komt uit een echt tuinrennersgeslacht. Wist je dat hij vorig jaar brons heeft behaald op het NK Tuinrennen Artistique?’

donderdag 3 april 2025

Intermezzo – Raaf

Kijk! Daar vliegt ie! Goed kijken! Daar, rechts naast de zon! In Kronenberg!


Hoog op een Poolse berg zag ik eind juni 2022 voor het eerst van mijn leven een raaf. Op een afstand van een meter of twintig, hippend op een rotsblok, zich regelmatig verbaal uitend met een rauw, ver dragend kroa-kroa. Het zien en horen van die raaf deed me iets. Het voelde als een privilege, ik kan niet verklaren waarom.


De daaropvolgende tweeënhalf jaar zag en hoorde ik de raaf opnieuw, op diverse plekken in Duitsland en Polen. Telkens weer die sensatie, die magische roep, dat gevoel uitverkorene te zijn. Helemaal in de ban van de grootste zangvogel die er is, tot op de dag van vandaag verguisd en zwartgemaakt. Ik waagde vorig jaar zelfs een krakkemikkige tekening aan de raaf, met daarbij een van Wikipedia overgenomen tekst waarin enkele van zijn gedragingen worden aangestipt.


Ruim een maand geleden. Ik maak met iemand een wandeling in het buitengebied van Kronenberg. Wat hoor ik? Dat kan toch niet? Ja, ik weet dat Nederland enkele honderden raven herbergt. Maar dan toch zeker in natuurgebieden en niet plompverloren op de arme Kronenbergse zandgronden? ‘Inderdaad een raaf’, reageert mijn wandelgenoot laconiek. Heeft ie enkele weken eerder ontdekt met behulp van een appje toen hij ongeveer op dezelfde plek vogelgeluiden hoorde die hij niet kon thuisbrengen. Waarom heeft hij me dat niet eerder gezegd? Gebiologeerd blijven we staan luisteren. Even later zien we twee raven wegvliegen. Ongelooflijk.


Twee weken geleden. Ik ben aan het wandelen in het Schuitwater. En weer: het zal toch niet? Het zal wel: twee onzichtbare raven, luidkeels met elkaar communicerend. Ongeloof. Genieten. Ineens vliegt een van de raven op, vijftig meter voor me. Snel een foto proberen te maken, maar zo goed als mislukt natuurlijk.  


Vorige week. Terug naar Kronenberg. Zou het? Ja. Twee raven, ik hoor ze wel, maar zie ze niet. Weer een dag later. Terug naar Kronenberg. Zou het? Ja. Twee raven, we horen ze wel en we zien ze ook: dichtbij en hoog in de lucht.


Afgelopen zondag. Terug naar Kronenberg. Zou het? Nee. Ik hoor ze niet, ik zie ze niet. Verontrusting. Maandag dan maar terug. Zou het? Ja. Eén raaf, ik hoor ‘m en ik zie ‘m. Dichtbij en heel hoog in de lucht.


 In Kronenberg. Niet te bevatten.

(Met dank aan Y voor het eerste filmpje en aan Z voor de foto bij het tweede filmpje en voor de laatste foto)

dinsdag 4 maart 2025

Top 5 – Americaanse gifgroene wegdekvissen

‘Meneer! Mooie vissen hè?
‘Jazeker! Prachtig!’
‘Ja!
‘En heel zeldzaam!’
‘Ja?’


Voor het eerst in tientallen jaren is de uiterst zeldzame gifgroene wegdekvis weer in Nederland opgedoken. En wel in America. Horst-sweet-Horst telde vanmiddag liefst 28 exemplaren en wist bovendien een amoureuze ontmoeting tussen twee gifgroene wegdekvissen op de gevoelige plaat vast te leggen. Deze prille liefde wijst mogelijk op toekomstige uitbreiding van het gifgroene wegdekvisbestand. Wat een fraaie lentedag al niet vermag!

Komt ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van Americaanse gifgroene wegdekvissen:

5.

4.

3.

2.

1.

woensdag 8 januari 2025

Top 5 – Molenbeekwegse molshopen

Qua mollenkennis heb ik me de afgelopen decennia nauwelijks ontwikkeld. Als ik héél eerlijk ben moet ik zelfs bekennen dat Momfer, de wat meelijwekkende, immer kuchende bebrilde mol met Limburgs accent in de Fabeltjeskrant, begin jaren zeventig de laatste mol was aan wie ik serieus aandacht heb geschonken. Maar nadat ik vanmiddag aan de Molenbeekweg in Horst een heus molshopenlandschap had ontdekt, voelde ik me met het oog op dit stukje verplicht mijn mollenkennis weer wat bij te spijkeren.


De Molenbeekweg is een industrieterreinweg die pijn doet aan de ogen. Vandaar dat ik ‘m het liefst mijd. Vandaar dat ik niet eens wist dat de Molenbeekweg – die de Meldersloseweg met de Bremweg verbindt en vreemd genoeg op respectabele afstand van de Molenbeek ligt – Molenbeekweg heet. Toch valt zelfs aan die ellendige Molenbeekweg soms iets te beleven. Nu dus een indrukwekkend molshopenlandschap. Dat bestaat uit liefst 82 molshopen (eigenhandig geteld), gelegen in een nagenoeg rechte lijn, parallel aan het wegdek.


Even wat willekeurige mollaria die ik de voorbije uren opdiepte, ter bijspijkering van in elk geval mijn maar wellicht ook uw mollenkennis. In zo ongeveer heel Horst aan de Maas is moêtwaôrm het wonderschone dialectwoord voor mol. Mollen zijn integenstelling tot wat vaak wordt gedacht niet blind en komen in heel Nederland voor, met uitzondering van de Waddeneilanden. Ze graven gangen tot een diepte van meer dan een meter. De vlak onder de oppervlakte gelegen mollengangen heten mollenritten (ook al een mooi woord). De mol graaft deze gangen met een snelheid van twaalf tot vijftien meter per uur. Bij het graven ontstaan hopen zand die molshopen worden genoemd. Volgens Google Translate heet een molshoop in het Duits Maulwurfshügel, in het Engels molehill, in het Limburgs molheuvel (geloof ik niks van), in het Frans taupinière, in het Fins myyränmätäs en in het Italiaans talpa.



Genoeg gemold, hier komt-ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van Molenbeekwegse molshopen:

5.

De meest stenige van het hele stel, moet sporen hebben achtergelaten in ’s mols gebit

4.

 Kakelvers, net gebakken, nog nadampend

3. 

Met afstand de breedst uitwaaierende (43,8 centimeter) hoop van alle 82 hopen

2.

Het meest anarchistische drietal van het hele stel, met de guts om af te wijken van de rechte lijn

1.

De machtige heerser over dit mollenimperium, even arrogant als onweerstaanbaar, even ongenaakbaar als majestueus 

woensdag 25 december 2024

Intermezzo – Dierenvrienden

‘Stelletje kneuzen.’
‘Onnozele steuntrekkers die niets anders te doen hebben.’
‘Hoeven die niet te werken?’
‘Neuzele zijn het.’
‘Wat een mafkezen.’
‘Zijn allemaal vegetarisch die maffen.’
‘Stelletje niets nutten.’
‘Idioot volk, dat ze maar gaan werken.’
‘Rijp voor het Pieter Baan Centrum.’


Met Kerstmis in het verschiet zou je denken, hopen, wensen dat mensen net een tikkeltje zachtaardiger, liever, verdraagzamer zijn dan anders. Maar nee, het lijkt wel alsof de messen nog net iets scherper worden geslepen, de beuk er nog net iets harder in wordt gegooid dan normaal.

De citaten waarmee dit stukje begint, zijn een vrij representatieve selectie van de Facebookreacties op een demonstratie, vorige week woensdag, voor het Horster gemeentehuis. Met die demonstratie vroegen Animal Rights en de Partij voor de Dieren aandacht voor dierenwelzijn in het algemeen en dat van varkens in Horst aan de Maas in het bijzonder.

Afgaand op de beelden (klik hier): vreedzamer dan woensdag gaat het er bij demonstraties maar zelden aan toe. Geen vastketenen, provocaties of dreigementen, laat staan geweld. Nee, het bleef bij protestborden (‘Tofu never screams’, ‘Laat de dieren niet stikken’, ‘Stop de slacht’) het scanderen van leuzen (‘Dieren willen leven, net als wij’, ‘Wat willen wij? Alle dieren vrij!’) en een als varken vermomde vrouw, kruipend in een kleine kooi. Een woordvoerder van de circa twintig demonstranten verklaarde voor de camera van Omroep Horst aan de Maas: ‘We staan hier om ambtenaren wakker te schudden en om de bevolking te laten horen dat er heel veel varkens in deze regio zijn die gevaar lopen. Gevaar voor stalbranden, voor het uitvallen van luchtwassers, gevaar dat ze stikken. Daar wordt veel te weinig rekening mee gehouden.’

Veel beschaafder kan het allemaal niet. Vanwaar dan toch al die denigrerende reacties? Omdat je niet aan het zuurverdiende lapje vlees van de burger mag komen? Zoiets waarschijnlijk. Waar het in elk geval óók mee te maken heeft, is de onzichtbaarheid van de meest geconsumeerde dieren. Noord-Limburg herbergt miljoenen kippen en varkens, maar ze worden stelselmatig aan ons oog onttrokken. De aaibaarheidsfactor van varkens is minstens zo groot als die van honden en katten. Maar niemand die het wil weten. Wat niet weet, wat niet deert. Schande spreken van een hond die tien minuten in de brandende zon in een afgesloten auto zit, maar de neus ophalen voor het welbevinden van kippen en varkens. Houd toch eens op met dat rare onderscheid.

(Dit stukje verscheen deze week ook in Via Horst-Venray)

donderdag 25 juli 2024

Intermezzo – Bergen, woestijnachtige heuvels en vulkanen

Gerede kans dat u dit stukje leest op een of andere Zuid-Europese camping, gezeten op een klapstoel, met een majestueus uitzicht op lonkende Alpentoppen of lieflijke Toscaanse heuvellandschappen. Of anders wel met een ontzagwekkende vulkaan als de Etna, de Stromboli of de Vesuvius binnen handbereik.


Ik schrijf dit stukje gewoon thuis, gezeten aan mijn bureau. Met uitzicht op lonkende bergtoppen, woestijnachtige heuvellandschappen en machtige vulkanen. Heus, ik heb geen stimulerende middelen tot me genomen. Echt niet. Evenmin kijk ik onder het schrijven naar de televisie. En ik heb al helemaal geen bergen- of vulkanenbehang.  


Wat dat panorama dat ik elk moment van de dag voorgeschoteld krijg dan in godsnaam behelst? Welnu, die bergtoppen, heuvellandschappen en vulkanen, onderling losjes verbonden door woestijnen, bevinden zich op de trottoirs rondom mijn huis. Daar bevindt zich een stoeptegelidylle met Sahariaanse trekjes. Niet gecreëerd door de hand van god, niet door de mens, maar door insecten. Wespen vooral, graafwespen, ook wel zandwespen genoemd. Waarvan in Nederland meer dan honderdvijftig soorten leven.


Stoeptegels houden zonnewarmte vast. Graafwespen graven elk hun eigen ondergrondse nest. Die twee gegevens maken de groeven tussen stoeptegels tot een bij uitstek geschikte nestlocatie voor graafwespen. Het zand dat ze afgraven blijft aan de oppervlakte liggen.


Zo vormen zich afhankelijk van de diepte van het nest – die kan variëren van vijf centimeter tot een meter – hoopjes, heuvels of bergen. De vulkaanaanblik ontstaat doordat sommige soorten hun graafwerkzaamheden afsluiten met het maken van een gat in de ontstane zandhoop.


Graafwespen voeden hun larven met insecten. Dat verklaart hun tot de verbeelding sprekende namen als vliegendoder, spieswesp, groefbijendoder, bijenwolf en grote snuittordoder. Graafwespen kunnen dus wel een vlieg kwaad doen, maar de mens doen ze geen vlieg kwaad. Andersom is dat wel het geval. Als je googelt op ‘graafwesp’ voeren websites over plaagdierbestrijding de boventoon. Vanwaar toch altijd dat koersen op de automatische verdelgingspiloot, zelfs als het om niet stekende insecten gaat? Het eeuwige netheidssyndroom? Bekijk graafwespen met een andere blik en de kruispunten van stoeptegels rondom je huis in Griendtsveen, Swolgen of Kronenberg bezorgen je het ultieme vakantiegevoel.


(Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray)

woensdag 4 oktober 2023

Intermezzo – Werelddierendag

4 oktober vandaag. Feestdag van Sint Franciscus van Assisi, erkend dierenvriend. Daarom is 4 oktober óók Werelddierendag. In Nederland sinds 1930, in enkele andere landen al een jaar eerder. De feestdag der dieren is tevens een hoogtijdag der hypocrisie. Op geen enkele dag van het jaar namelijk komt de hiërarchie die de mens heeft aangebracht in de dierenwereld zo duidelijk tot uiting als juist op Werelddierendag.


Werelddierendag is de dag bij uitstek waarop de mens de schapen van de bokken scheidt, met de mate van aaibaarheid als voornaamste criterium. ‘Jij wel, maar jij niet.’ ‘Jij staat vandaag speciaal in het zonnetje, maar jij ziet ook op deze feestdag geen daglicht.’ ‘Jij mag vandaag naar de huisdierenzegening, maar jij wordt vandaag van je staart beroofd.’ ‘Jij krijgt vandaag een extra knuffel, maar jij gaat vandaag naar de slachtbank.’


Ik ben beslist niet de eerste of enige die er zo over denkt. Het verraste me wel om in het Venrayse weekblad Peel en Maas al in 1932 een artikel aan te treffen waarin naar aanleiding van Werelddierendag het begrip dierenbescherming uitermate kritisch tegen het licht wordt gehouden (klik hier). Fragment uit dat artikel, weliswaar lang maar zeer lezenswaardig:

‘Dierenbescherming op zich is een prachtig werk, maar ze wordt o.i. in vele gevallen geschaadt door valsche sentimenten. Veel dierenbescherming is niet anders dan menschelijke zelfkoestering. Omdat we van hond, kat, paard enz. de trouw en aanhankelijkheid kennen, ja, omdat we van den roep en oogopslag, in het algemeen: van de reacties dier beesten iets verstaan of meenen te verstaan, daarom verdragen we het niet als ze slecht worden behandeld. Als die huisdieren worden gekweld, dan wordt ons gemoed geweld aangedaan en vooral dat laatste kunnen we heel moeilijk ondergaan. Daarom werpen velen zich voor Dierenbescherming op. We onderscheiden dieren en dieren. Dagelijks liggen millioenen garnalen, schollen, botten en andere visschen levend op wagens en in manden te spartelen in een doodstrijd van uren; aal wordt levend gestroopt, mosselen komen levend op het vuur. Edele herten worden geschoten, prachtig gevogelte wordt met moordend lood omlaag gehaald. Koningen van de woestijn worden levenslang in ellendige dierentuin-hokken opgesloten.’

‘We onderscheiden dieren en dieren.’ Ergens op de achtergrond meen ik instemmend geloei, geknor, gekakel, gemekker en geblaat te horen van de miljoenen koeien, varkens, kippen, geiten en schapen in deze regio voor wie het bestaan ook vandaag op deze Werelddierendag even uitzichtloos is als op willekeurig welke andere dag.

(Dit stukje verscheen vandaag in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

zaterdag 8 juli 2023

Intermezzo – Petra van de Peel

Lange tijd is het helaas wat stilletjes geweest aan het front van de lange, lange reeks van vergelijkingen van locaties en gebouwen in Horst aan de Maas met archetypische plaatsen, streken, gebouwen en wijken – denk bijvoorbeeld aan Wageningen van het Zuiden, Eiffeltoren van Horst en Florence aan de Langevensche Loop (klik hier voor een langere lijst). Aan die enigszins verontrustende stilte komt nu gelukkig een einde met de lancering van Petra van de Peel.


Misschien goed om Petra eerst even te duiden: Petra is een woestijnstad in Jordanië. De vele eeuwen geleden aldaar in de rotsen uitgehakte woningen behoren tot de zeven wereldwonderen en vormen de grootste toeristische attractie van Jordanië.


Zoals blijkt uit bijgaande foto's heeft Horst aan de Maas sinds kort zijn eigen Petra. En wel aan de Kulbergweg in Kronenberg, gelegen tussen Peelbergen Equestrian Centre en de voormalige vuilstortplaats Zuringspeel in America. In de steile rotsen hier ter plekke zijn de afgelopen maanden enkele tientallen rotswoningen uitgehouwen die de vergelijking met Petra beslist kunnen doorstaan. Ze missen weliswaar nog een beetje de verfijning van hun Jordaanse equivalent, maar wat niet is zal zeker komen: Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd en de rotswoningen van Petra oogden tweeduizend jaar geleden ook aanzienlijk primitiever dan vandaag de dag.


Bovendien wordt nog steeds gebouwd aan de rotswoningen aan de Kulbergweg. Crisis in de bouw? Schaarste aan materialen? Gebrek aan personeel? Niet hier dan toch. Hier heerst een bedrijvigheid die haar gelijke niet kent. De ene bouwvakker is nog niet vertrokken of de andere arriveert alweer. En dat alles met een oogverblindende snelheid en een verfrissende blijmoedigheid.



Misschien komt het door de betrekkelijk recente totstandkoming, maar het Petra van de Peel heeft nog niet de erkenning gekregen die het verdient. Zelfs niet door de eigen gemeente, die er normaliter toch bepaald niet vies van is zichzelf positief op de kaart te zetten. 


Nooit te klein denken: als de Neder-Germaanse Limes, de Grachtengordel van Amsterdam en het ir. D.F. Woudagemaal – om maar eens een paar dwarsstraten te noemen – op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan, waarom dan niet het Petra van de Peel? Wie pakt de handschoen op?

zaterdag 11 maart 2023

Gone but not forgotten – Fritske

- Het gaat heel slecht met Fritske. Hij eet en drinkt al een paar dagen niet meer, moet braken en strompelt dag en nacht rond, botst overal tegenaan. Dementie volgens de dierenarts. Vanmiddag om 17.30 komt ze om Fritske in te laten slapen.
- Wat triest. Maar volgens mij had Fritske bij zijn geboorte nooit kunnen denken dat hij zijn leven lang zou worden omringd door zulke lieve mensen …
- Danke. Gelukkig hebben we dit iconisch verhaal van jou nog!
- Zou Fritske het waarderen als ik dat verhaal op Horst-sweet-Horst publiceer?
- Enorm!!

Zo gezegd, zo gedaan. Onderstaand stukje verscheen in 2019 in de publicatie Norbertuswijk, 60 jaar samen leven in het sjemdörp. De foto’s zijn van Hub Vermeeren, die ik hierbij graag dank zeg voor het hergebruik ervan.


Van alle wijkbewoners kent Fritske (14) de Norbertuswijk misschien wel het beste: minstens driemaal per dag maakt hij een wandelingetje door de wijk. En dat al z’n hele leven lang.

De laatste sneeuwresten zijn nog net niet verdwenen op deze waterkoude middag. Fritske begint aan zijn tweede wandeling van de dag. Met tegenzin, zo lijkt het. Hollen is er niet bij, stilstaan des te meer. Een bekend patroon, volgens zijn vaste wandelmaatje Mart van den Munckhof: ‘Een wandeling met Fritske is een vorm van psychologische oorlogsvoering. Fritske is altijd waers.’

Dat vele stilstaan heeft een reden: Fritske is gebiologeerd door alles wat hij tegenkomt, elke wandeling weer. Hij voelt zich met name aangetrokken tot straatgoten en bladkorven: Mart: ‘Fritske is altijd op zoek naar eten. En dat bevindt zich vooral in straatgoten en rondom bladkorven. Je komt er daardoor wél achter wat mensen allemaal weggooien.’


Erg spraakzaam is Fritske tijdens deze wandeling niet, hij produceert geen enkel geluid. Mart: ‘Dat is gebruikelijk. Ik vraag hem wel eens wat er allemaal door hem heengaat tijdens zo’n wandeling. Of wat hij ruikt. Maar hij geeft geen kik. Nooit.’ Fritske communiceert vooral non-verbaal door overal geursporen achter te laten.

Met zijn wiebelkontje dribbelt Fritske parmantig een stukje door. Totdat hij opnieuw iets eetbaars vindt. Even later hurkt hij neer bij een heg om een grote boodschap van uiterst bescheiden omvang te doen. Aan Mart de schone taak het zaakje in een zwart zakje te stoppen: ‘Tja, dat hoort bij onze rolverdeling. Echt ergerlijk dat zoveel andere wandelmaatjes dat niet in hun takenpakket hebben zitten.’


Uiterst elegant stapt Fritske van de stoeprand om de straat over te steken. Contact met buurtgenoten heeft hij tijdens deze wandeling niet. Mart: ‘Dat laat hij meestal aan mij over. Maar goed ook. Fritske komt namelijk zo nu en dan behoorlijk agressief uit de hoek. Sommige katten kan hij wel schieten. Z’n belangstelling voor de konijnen bij de Twister neemt soms ook ongezonde vormen aan. En gisteren heeft hij een grote hond gebeten.’

Vandaag geen spoor van agressie, integendeel: als de wandeling er bijna opzit, bejegent hij buurman Binky uiterst vriendelijk op het trapveldje tussen Prinses Beatrixstraat en Prins Bernhardstraat.

Eenmaal thuis nestelt Fritske zich op de bank. Nog geen minuut later verkeert hij in dromenland. 

donderdag 2 maart 2023

Intermezzo – Hondentoilet (2)

Tishe! is een van mijn favoriete documentaires (klik hier om Tishe! te bekijken). Uit het raam van zijn appartement in het centrum van Sint Petersburg filmde regisseur Victor Kossakovsky een jaar lang wat zich allemaal afspeelt in zijn straat. Running gag zijn de mannen die telkens weer aan een gat in de straat komen werken.


Afgelopen maand heb ik regelmatig aan Tishe! moeten denken. Ik was namelijk in het gelukkige bezit van een plaats op de eerste rang bij de werkzaamheden die gepaard gingen met het verwijderen van een hondentoilet pal voor mijn deur (klik ook hier). De brief die ik medio februari ontving van de gemeentelijke afvalcoach over het verwijderingsproces schepte door zijn prettige mate van detaillering al hoge verwachtingen. De werkelijkheid overtrof die verwachtingen.

Het verwijderingsproces begon op 16 februari. In het verloop ervan meen ik acht stappen te hebben waargenomen (ik sluit niet uit dat ik de een of andere stap heb gemist) die, met uitzondering van de processtappen 6 en 7, allemaal op verschillende dagen plaatsvonden en werden uitgevoerd door telkens andere gemeentelijke medewerkers:

1. verwijdering van de ronde palen die onderdeel van het hondentoilet vormden
2. verwijdering uit het hondentoilet van het gele zand en de aanwezige hondenontlasting, inclusief afvoer hiervan
3. verwijdering en afvoer van de bekisting van het hondentoilet en afvoer van de ronde palen
4. vlak maken van het voormalige hondentoilet met zwart zand
5. verwijdering van de struiken in de buurt van het voormalige hondentoilet met behulp van een op een vrachtwagen aangevoerde minigraver
6. (ochtend) aanvoer van nieuwe beplanting door twee gemeentelijke medewerkers. Van het voorgenomen aanplanten komt het niet omdat de grond bevroren is. Ze vertrekken onverrichterzake
7. (middag) alsnog aanplanting van de nieuwe beplanting in de nu onbevroren grond
8. vervangen van de gele (hondenpoep) prullenbak door een groene prullenbak



Het heeft er alle schijn van dat het op 16 februari begonnen feest vandaag met processtap 8 tot een einde is gekomen, al hoop ik vurig dat er nog een afterparty zit aan te komen. 

donderdag 9 februari 2023

Intermezzo – Hondentoilet (1)

De een heeft vanuit zijn huiskamer zicht op een eindeloze rij geparkeerde auto’s. Een ander op een idyllisch park. Weer een ander op de betoverende skyline van een dorp of stad. Verschil moet er zijn. Het uitzicht vanuit mijn woning bestaat uit (van links naar rechts) een hondentoilet, een lantaarnpaal, een luiercontainer en een bladkorf. Medelijden is volstrekt misplaatst: ik heb me altijd bijzonder gelukkig geprezen met dit uitzicht. Sterker nog, ik voel me geprivilegieerd. Omdat ik het sterke vermoeden heb dat ik weleens de enige Nederlander zou kunnen zijn met een dergelijk ensemble voor zijn deur. Ik acht het zelfs niet geheel uitgesloten dat ik de enige persoon op de hele wereld ben die het genoegen smaakt tegelijkertijd zowel een hondentoilet als een lantaarnpaal als een luiercontainer als een bladkorf in zijn blikveld te hebben.


Ik verbeeld me altijd dat mijn uitzicht model zou kunnen staan voor heel veel dat Nederland tot Nederland maakt. Denk aan de onbedwingbare behoefte om de openbare ruimte tot op de vierkante centimeter volledig gestructureerd te willen inrichten. Denk ook aan het opmerkelijke fenomeen dat Nederland waarschijnlijk meer openbare toiletten voor honden dan voor mensen heeft. Denk ook aan de verkokering waaronder Nederland lijdt: hondentoilet, luiercontainer en bladkorf worden elk door afzonderlijke bedrijven of instellingen op afzonderlijke tijdstippen schoongemaakt dan wel geleegd. Denk verder aan het gebrek aan schaamte waarop Nederland prat gaat. Ik kan me tenminste niet voorstellen dat er veel andere landen zijn waar incontinente ouderen in het zicht van de hele buurt hun volle luiers in een container moeten dumpen.

Héél vreemd lijkt het me daarom niet dat mijn luiercontainer figureert in een boek met de titel Typisch Nederland. Maar dat terzijde.

Wat het hondentoilet en de bladkorf voor hebben op de lantaarnpaal en de luiercontainer is dat het ontmoetingsplekken zijn. Terwijl de hond zijn gevoeg doet en Piet staat te wachten totdat Truus haar kruiwagen heeft geledigd ontstaan hier dialogen. Over het weer, over de staat van bepaalde voortuintjes in de buurt, over de plas- en poepgewoonten van Bello, over de prestaties van Oranje. Contact tussen buurtgenoten! Spontaan ook nog! Sociologen, dorpsverbinders, buurtwerkers en hun soortgenoten likken hun vingers er bij af. En wat doet de gemeente Horst aan de Maas? Die gaat alle 31 hondentoiletten die de gemeente rijk is op de kortst mogelijke termijn verwijderen. Onbegrijpelijk.

(Dit stukje verscheen gisteren ook in Via Horst-Venray)