maandag 26 oktober 2015

Klein mysterie 679 – Pisvlek

Wel godverdegodver, verschijnt er in het zo graffitiarme Horst eens een vermeldenswaardige muurkreet, heb ik ’m gemist en gaat Marieke Vullings ermee aan de haal! Uit haar column ‘Marieke ment’ in Hallo Horst aan de Maas van deze week (klik hier): 
‘Pisvlek. In grote zwarte letters staat het op de muur naast het bushokje geschreven. In eerste instantie las ik “PSV lek”. Aangezien ik geen verstand heb van voetbal, weet ik niet of deze classificatie juist is. Vaag meen ik me te herinneren dat er wel eerst PSV op de bakstenen stond. Iemand heeft echter de moeite genomen een “i” tussen de “p” en de “s” te proppen en er vervolgens het woord pisvlek van te fabriceren.’
‘De muur naast het bushokje.’ Dat kan in Horst slechts één muur zijn: Westsingel, de zijmuur van het voormalige onderkomen van Haegens Vastgoed, waarin nu Business Centrum Horst zetelt.
‘Eigenlijk is het gewoon graffiti’, zegt Marieke. Ze is er niet van gecharmeerd en vindt het opschrift lelijk, nutteloos en saai. ‘Lelijk is geen argument’, heb ik altijd geleerd. Verder is het een groot misverstand dat alles nut zou moeten hebben. En saai? Dat iets niet saai zou mogen zijn, is ook al zo’n onuitroeibaar misverstand. Bovendien heeft het wel wat: een PSV-aanhanger kalkt ‘PSV’ op die muur en een PSV-hater maakt er ‘PiSVlek’ van, argeloze voorbijgangers verbijsterd achterlatend en lokale columnisten aan het schrijven zettend. Teleurstellend is wel het gebrek aan originaliteit dat spreekt uit ‘PiSVlek’. ‘PiSVlek’ is namelijk een woord dat vooral op webfora regelmatig aan PSV wordt gerelateerd. Google er voor de aardigheid maar eens op. Drie voorbeelden:
  1. ‘PiSVlek heeft overigens patent op kleurloze middenvelders, lange traditie met Willy vd Kerkhof, Edward Linskens, Theo Lucius, Johann Vogel, Timmy Simons en Stijn Schaars.’
  2. ‘We zijn wel klaar met dat tikkie breed tikkie terug voetbal. De hele wereld heeft ons ingehaald, niet alleen die pisvlekken.’
  3. ‘Op zich was het best vreemd dat destijds Rosenborg-Aniks werd uitgezonden en niet Pisvlek-Dortmund.’
De aanbrenger van de muurkreet is dus op de automatische piloot gegaan. Wat zou het mooi zijn geweest als hij of zij had gepoogd het anti-PSV-repertoire verder uit te breiden. Zo heel moeilijk is dat niet. Wat dacht u van PuSVlek, PiSVloed, PiSVrijer (‘man die zijn seksuele bevrediging aan urine beleeft’) of PaSVorm? Of de mooiste van allemaal: PaSVeersloot (‘sloot waarin afvalwater door bacteriën gezuiverd wordt volgens het systeem van ir. A. Pasveer’)? 

Ach, het maakt allemaal geen ene fuck meer uit dus. We worden natuurlijk gewoon 3e wat ik na het drama PaSVeersloot uit al zeker wist.

Overigens ben ik van mening dat het beste nieuws van afgelopen week was dat de gemeente Horst aan de Maas vierhonderd extra vluchtelingen gaat huisvesten.

Top 5 – Horster cul-de-sacs

Lang verwacht, nu dan toch eindelijk gekomen: de Horst-sweet-Horst top 5 van Horster cul-de-sacs. Wat is een cul-de-sac ook alweer? Daarover lopen, zoals in januari 2014 al eens geschreven (klik hier), de meningen uiteen. Laten we het houden op ‘een doodlopende straat waar voertuigen aan het einde kunnen keren, idealiter in een ronding’. Cul-de-sac is van oorsprong een Frans woord, dat vreemd genoeg vooral in het Engelse taalgebied verspreiding heeft gevonden (‘köl-de-sek’). Het Duitse equivalent is denk ik Stichstraße; een Sackgasse hoeft niet per se een keermogelijkheid te hebben.
Het Nederlands heeft bij mijn weten geen eigen woord voor cul-de-sac (al komt het prachtige ‘keerweer’ in de buurt). Wat minder opmerkelijk is dan het lijkt: het cul-de-sac wordt in Nederland slechts weinig toegepast. Dit verklaart meteen waarom het samenstellen van die top 5 geen sinecure was. Geen gebrek aan doodlopende straten in Horst aan de Maas, wel aan doodlopende straten met aan het einde een mogelijkheid om te keren en dan ook nog liefst in een ronding. In januari 2014 bleef de teller steken op drie. Waarvan ook nog twee met een krasje: de Sint-Jansweg in Grubbenvorst (met de voormalige Knip!) en de Bernadettelaan in Tienray zijn naar de letter der wet geen doodlopende straten. Waardoor destijds alleen Elsbeemden in Horst overbleef als cul-de-sac, zij het zonder ronding.
Naarstig speuren in de afgelopen bijna twee jaar heeft alsnog tot enig resultaat geleid. ‘Enig’ omdat het toch behelpen blijft. Het wachten is op stedenbouwkundigen die de aanleg van heuse cul-de-sacs aandurven, zodat Horst aan de Maas ook op cul-de-sacgebied een woordje mee gaat spreken. Maar dat zal nog wel even duren. Daarom voor nu, ondanks al zijn onvolmaaktheden, de Horst-sweet-Horst top 5 van Horster cul-de-sacs:

5. Jan Ligeriusstraat, Swolgen,
ex aequo met de Kapelstraat in Broekhuizenvorst
Veel minder plomp dan Elsbeemden, maar waarom die aanzet tot een ronding niet helemaal afgemaakt? Het is zonneklaar dat auto’s hier zonder te steken kunnen keren, maar het oog wil ook wat.

4. Siebersbeek, Lottum
Alle voorwaarden aanwezig om er een perfecte ronding van te maken en dan gebeurt het niet. Onbegrijpelijk!

3. De Weel, Sevenum
Allemaal iets te wijds. Dat veel te ruim bemeten eiland in het midden doet ook afbreuk aan het cul-de-sac-karakter. Een goed cul-de-sac moet iets benauwends hebben.

2. Van Frezinstraat, Horst
Ook hier een eiland en ook hier geen perfecte ronding. Wel iets benauwends, zeker als je weet dat het cul-de-sac grenst aan de begraafplaats.

1. Hertog van Gelresingel, Horst
Zo rond als een tonnetje. De kneuterigheid nemen we voor deze ene keer dan maar voor lief.

Overigens ben ik van mening dat het beste nieuws van afgelopen week was dat de gemeente Horst aan de Maas vierhonderd extra vluchtelingen gaat huisvesten.

Intermezzo – Lei Martens (9) / Pand Haegens Kerkstraat

Wat me naarmate de serie over de Horster architect Lei Martens (1932-1978) vordert steeds duidelijker wordt, is dat gebouwen slechts gebruiksvoorwerpen zijn. Geen revolutionaire constatering, maar ik had het me nooit zo gerealiseerd. Beeldende kunst is doorgaans zo niet heilig dan in elk geval toch onaantastbaar. Bouwkunst is in de meeste gevallen overgeleverd aan de willekeur van de gebruiker. Bij een schilderij haal je het niet in je hoofd er van alles aan te veranderen of aan toe te voegen, bij een gebouw is dit veelal de normaalste zaak van de wereld. Tot op zekere hoogte begrijpelijk, maar iets meer eerbied voor de schepping van de architect mag best.
Zoals vorige week al betoogd (klik hier) hebben veel van de door Lei Martens ontworpen gebouwen in de loop der tijden hun ziel verloren. Het Groene Kruisgebouw in America moet vrees ik zelfs als een total loss worden beschouwd. Hoe zit het dan met het pand Kerkstraat 14a/16? Oogt evenmin bijster florissant. Toch lijkt redding me in dit geval nog zeer wel mogelijk, omdat er – voor zover ik er zicht op heb – in essentie niet zo heel veel aan is gewijzigd. Ja, het achterstallig onderhoud is gigantisch, elke uitstraling ontbreekt en de aankleding van de buitenkant van de begane grond is treurig, maar daaraan valt allemaal iets te doen.
Lei Martens ontwierp dit pand in 1960 in opdracht van Ton Haegens. Als ik me niet vergis dreef die er lange tijd een lampenwinkel in. De bouwtekeningen bekijkend had het een heel heldere structuur, veel lichtinval, een monumentaal trappenhuis, een grote kelder (waarin naar verluidt ooit een café was gevestigd) en de voor Lei Martens typerende afwerking van de gevels met schrootjes.  
Ook aan de totstandkoming van dit pand ging weer het nodige gebakkelei met de Welstandscommissie vooraf. Die kwam op een gegeven moment zelfs met vijftien wat we nu ‘verbeterpunten’ zouden noemen. De architect was in zijn kuif gepikt, blijkt uit een handgeschreven notitie in het ten gemeentehuize bewaarde dossier: ‘Met de heer Martens is de zakelijke inhoud van deze brief besproken en medegedeeld. Hij meent dat het door hem ingediende materiaal zwaarder beoordeeld wordt dan het andere (b.v. de tekeningen voor de lagere landbouwschool).’
De bedoeling van de Welstandscommissie was dat pand Haegens een harmonieus geheel zou gaan vormen met de twee naastgelegen, door andere architecten ontworpen panden. Dat streven valt anno 2015 nog wel enigszins te herkennen, maar om nu te zeggen dat de uitvoering helemaal geslaagd is? Nee, dan is diezelfde intentie aan de Gebroeders van Doornelaan toch heel wat beter uit de verf gekomen. Maar daarover een andere keer meer.

Overigens ben ik van mening dat het beste nieuws van afgelopen week was dat de gemeente Horst aan de Maas vierhonderd extra vluchtelingen gaat huisvesten.

Top 5 – Exterieure Gasthoêstrappen

Over twee weken wordt in de gemeentelijke Commissie Samenleving ‘het eerste concept vlekkenplan’ van het te renoveren Gasthoês gepresenteerd. Het is nog slechts een vlekkenplan, een concept vlekkenplan bovendien, een eerste concept vlekkenplan zelfs, maar toch: het Gasthoês in zijn huidige verschijningsvorm heeft z’n langste tijd gehad. Daarom, nu het nog kan, de Horst-sweet-Horst top 5 van exterieure Gasthoêstrappen.
Als het Gasthoês namelijk iets is, dan wel een gebouw van trappen. In de eerste plaats van binnentrappen, met die zeventien (!) verschillende niveaus. Maar ook aan de buitenkant is het aantal trappen aanzienlijk. Een van de mooie dingen van ’t Gasthoês is dat je er helemaal omheen kunt lopen, wat het aantal buitentrappen betrekkelijk eenvoudig telbaar maakt. Ik kom tot negen, al sluit ik niet uit dat ik er hier of daar toch nog een heb gemist. Trappen in alle soorten en maten, waardoor het samenstellen van de top 5 me de nodige slapeloze nachten heeft gekost. Enfin, ik ben eruit, dus hier komt-ie, de Horst-sweet-Horst top 5 van exterieure Gasthoêstrappen:

5.
Dat je om het hele gebouw heen kunt lopen heeft niet alleen voordelen. Een nadeel is dat je met déze aanblik kunt worden geconfronteerd. Absoluut horrorscenario.

4.
Deze gaat op zeker verdwijnen, zo heeft verantwoordelijk wethouder Ger van Rensch al meerdere malen laten doorschemeren. Geen groot verlies, dunkt me. Met name de inham met die lullige gele, niet eens gecentreerde afvalbak heb ik nooit goed begrepen.

3.
De in onbruik geraakte toegang tot de lijken in de kast?

2.
Klassieke trap met sierlijk hekwerk. Samen met de identieke trap aan de tegenovergestelde zijde vermoedelijk de enige originele exterieure trap.
De fietsenklemmen aan de ene kant en het hekwerk dat de hellingbaan begeleidt aan de andere kant doen dan helaas weer veel teniet.

1.
Brandtrappen zijn doorgaans een noodzakelijk kwaad. In dit geval is het anders: deze wenteltrap is geen dissonant, voegt misschien zelfs wel iets toe. Zó elegant, zó speels, zó licht. Alleen jammer dat dat platform bovenaan noodzakelijk was. Die regenpijp daar links en dat rooster rechts, tussen eerste en tweede bouwlaag, díe zijn pas echt erg.
Overigens ben ik van mening dat het beste nieuws van afgelopen week was dat de gemeente Horst aan de Maas vierhonderd extra vluchtelingen gaat huisvesten. 

zondag 25 oktober 2015

maandag 19 oktober 2015

Top 5 – Absoluut noodzakelijke verwijderingsmachines voor het Horster centrum

Eind april besloot ons gemeentebestuur à raison van 6800 euro een kauwgumplakkaatverwijderingsmachine aan te schaffen. Dit gebeurde op verzoek van het Centrummanagement. Centrummanager Anita Rongen in Hallo Horst aan de Maas van 7 mei (klik hier): ‘Als centrummanagement willen we voor de consument maar ook voor de ondernemers een zo aantrekkelijk mogelijk centrum creëren en daar hoort geen straat of stoep vol kauwgum bij.’ Het gemeentebestuur onderschreef deze opvatting, aldus Hallo: ‘Volgens de gemeente had het verwijderen van kauwgum voorheen geen prioriteit, maar ziet zij wel in dat dit kan bijdragen aan de kwaliteit van het centrum.’
De kauwgumplakkaatverwijderingsmachine is intussen operationeel. Ik durf gerust te stellen dat het een goede zaak is geweest kauwgumplakkaatverwijdering tot speerpunt van het centrumbeleid te maken. Nu de Horster centrumstraten zijn ontdaan van het kleverig goedje stroomt het kooplustig publiek, dat Horst zo lang heeft gemeden, weer in groten getale toe. Voorbij zijn de tijden dat mensen massaal bleven plakken aan het trottoir. Weg zijn de eeuwige twisten tussen kauwgumplakkaatrekkelijken en kauwgumplakkaatpreciezen. Verdwenen zijn de hordes die zich schrapend met een plamuurmes een weg probeerden te banen naar de lokale neringdoenden. Afgelopen is het wanhopige stoeptegelgestaar, de blik staat weer als vanouds op oneindig. En dat allemaal voor een luizige 6800 euro!    
Maar Horst-sweet-Horst zegt ook: nu doorpakken! Met de kauwgumplakkaatverwijdering  zijn we een aardig eind op streek, maar ook het laatste taaie ongerief dat ons nog kwelt, dient uit de weg te worden geruimd. Opdat het Horster centrum verandert in een volmaakt netheidsparadijs! Centrummanagement, gemeentebestuur, neem uw verantwoordelijkheid en ga over tot de aanschaf van andere absoluut noodzakelijke verwijderingsmachines die ons mooie centrum weer helemaal spic en span zullen maken!
De Horst-sweet-Horst top 5 van absoluut noodzakelijke verwijderingsmachines voor het Horster centrum:

5.
De asfaltscheurverwijderingsmachine

4.
De verfsporen-op-putdeksels-verwijderingsmachine

3.
De scheefliggende-stoeptegels-in-boomspiegels-verwijderingsmachine

2.
De in-wegdekdroedels-verzonken-blikjes-verwijderingsmachine

1.
De bandensporen-op-zebrapaden- annex in-asfalt-verzonken-deksel-verwijderingsmachine

Intermezzo – Lei Martens (8) / Groene Kruisgebouw America

Het trieste lot van veel van de door de Horster architect Lei Martens (1932-1978) ontworpen gebouwen is dat ze op enig moment aan de goden zijn overgeleverd. Denk aan garage Martens (klik hier), denk aan pand Kleuskens (klik hier), denk aan het pand Geurts (klik hier). Allemaal niet zonder discussie tussen architect en Welstandscommissie tot stand gekomen, allemaal ook na verloop van tijd op de een of andere manier ontzield. En de Welstandscommissie, zo ongemeen kritisch in haar beoordeling van de eerste bouwplannen, heeft het allemaal laten gebeuren. Niet thuisgegeven op het moment dat karaktermoord werd gepleegd. Onbegrijpelijk.
Misschien wel het meest treurige voorbeeld van de gevolgen van deze laat-maar-waaien-houding is het voormalige Groene Kruisgebouw in America. Gelegen aan de kruising Kabroekstraat-Schiksedijk, in 1960 ontworpen door Lei Martens, enkele jaren later in gebruik genomen. Een langgerekt, smal gebouw, één bouwlaag, aan de voor- en achterzijde overschietend platdak, veranda’s, wit geschilderd beton, voorgevel zorgvuldig afgewerkt met schrootjes, overvloedige lichttoevoer, vrijdragende constructie waardoor het lijkt te zweven. Kortom, een typisch Lei Martens-gebouw. Zelf schreef hij er dit over: ‘Behalve de relatief gunstige kostprijs, grote stijfheid in de constructie, openheid in de zuidgevel en de daglichtinval, worden met dit ontwerp optimale gebruiksmogelijkheden verkregen.’  ‘Grote stijfheid in de constructie’: hoe prachtig geformuleerd. 
Bekijk je foto’s uit de eerste jaren na de ingebruikname, dan zie je een sprankelend gebouw  dat gezien mag worden. Uitnodigend, zonder zich op te dringen. Geen verborgen agenda, maar letterlijk doorzichtig. Wars van opsmuk en toch de aandacht naar zich toe trekkend. Een gebouw om trots op te zijn – niet voor niks is het op minimaal twee ansichtkaarten afgebeeld.
Vijftig jaar later is er hoegenaamd niets van over. Aan de voor- en achterzijde overschietend platdak: weg. Veranda’s: weg. Overvloedige lichttoevoer: weg. Vrijdragende constructie waardoor het gebouw lijkt te zweven: weg. Doorzichtigheid: weg. Trots: weg.
Een hermetisch gebouw is het geworden, ontdaan van zijn ziel. Schuilgaand achter struiken en bomen, angstig weggedoken in een hoekje. Elk contact met zijn omgeving kwijt. Pottenkijkers niet gewenst. Zwaarmoedig, moe en der dagen zat. 
Lei Martens keert zich om in zijn graf.
(Met grote dank aan de Stichting Werkgroep Oud-America voor het beschikbaar stellen van de oude foto’s en enkele krantenknipsels over de geschiedenis van het gebouw.)

Klein mysterie 678 – Chicaneoplossing, tussenoplossing of flutuitvoering?

Komen er op de kruising Speulhofsbaan – Oude Peeldijk nu wel of geen chicanes? Dat was op 9 september de vraag in de gemeentelijke Commissie Ruimte. De kruising in Meterik behoort sinds jaar en dag tot de verkeerskundige zorgenkindjes in Horst aan de Maas. Van alles is al geprobeerd om het bovengemiddeld aantal ongelukken en bijna-ongelukken terug te brengen. Zonder succes. Jongste gemeentelijk ei van Columbus: de gelijkwaardige kruising omtoveren in een voorrangskruising, met voorrang voor verkeer op de Speulhofsbaan en snelheidsremmers op Oude Peeldijk. En om die snelheidsremmers ging het in die bewuste commissievergadering (klik hier en ga naar 3.12.26). 
Commissielid Thijs Lenssen (SP): ‘Complimenten dat het college heeft besloten om de chicanevariant uit te gaan voeren. Ik ben eigenlijk heel benieuwd naar de exacte uitvoering van de chicane.’
Commissielid Sjaak Jenniskens (CDA): ‘Ik ben namens de dorpsraad betrokken geweest bij het kruispunt. Naar mijn mening wordt er geen wegverspringing gemaakt.’
Wethouder Paul Driessen (Essentie): ‘Niet in de Speulhofsbaan. Maar in de Oude Peeldijk komt een kleine wegversmalling die als remmer dient. Dus niet de chicane zoals eerder bedoeld. De Speulhofsbaan wordt voorrangskruising. Er komt wel een kleine wegversmalling om dat accent erop te leggen.’
Thijs Lenssen: ‘Nu krijgen we dus te horen dat er geen chicaneoplossing komt! De chicanevariant heeft in het verleden perfect gewerkt. Nu bespeur ik toch weer dat er een tussenoplossing komt.’
Paul Driessen: ‘Een chicane is niet meer dan twee wegblokkades waarbij geslingerd moet worden. Dat is een chicane, we kennen het ook uit de Formule 1. Een chicane is een scherpe bocht of anderzijds een wegversmalling. Die wordt zowel aan de Hofwegzijde als de Nieuwe Peeldijkzijde die aangebracht. U kwalificeert de uitvoering daarvan als een flutuitvoering. Daar ga ik niet in mee.’
Inmiddels zijn we anderhalve maand verder en is de kruising herschapen in een voorrangskruising. Vol verwachting nam ik de situatie ter plekke in ogenschouw: chicaneoplossing, tussenoplossing of flutuitvoering?
Mijn genadeloze oordeel: flutuitvoering. Tenzij het iets tijdelijks is, dan ben ik eventueel bereid het als tussenoplossing te kwalificeren. Maar chicaneoplossing? Never nooit niet! Dit een chicane noemen, zou een grove belediging zijn voor dat prachtige woord.
(N.B. Evenals chicane is ook allure een woord met Franse roots. Allure was voor de gemeente aanleiding de Speulhofsbaan hier tot voorrangsweg te maken: ‘De Speulhofsbaan heeft meer allure dan de Oude Peeldijk. Dit komt met name door het faciliteren van fietsverkeer d.m.v. fietssuggestiestroken.’ Fietssuggestiestroken die een straat allure geven! Dus niet de beplanting, de breedte, de lantaarnpalen, de bebouwing, de rust, de aanwezigheid van een trottoir of desnoods de variatie in putdeksels, maar de fietssuggestiestroken. Dat lijkt me dan weer een grove belediging voor het woord allure. Hoogste tijd voor een straatallurecommissie, een straatallurekwaliteitsplan en allure-indexatie van alle Horster straten.)

Intermezzo – Renschdaelbeelden

Honderden vragen moeten het zijn, die ik inmiddels op Horst-sweet-Horst heb opgeworpen. Het gros is onbeantwoord gebleven. In de meeste gevallen geen probleem: het antwoord kan in de vraag besloten liggen of beantwoording van de vraag zou zomaar een heel stukje teniet kunnen doen. Soms ligt het anders en ben ik daadwerkelijk op zoek naar een antwoord dat me kan helpen bij het ontrafelen van een klein dan wel groot mysterie. Meestal komt dat antwoord niet, af en toe komt het wel. Die enkele keer dat het wel komt, is dat doorgaans binnen korte tijd. Soms kunnen er ook jaren overheen gaan. Zoals in dit geval.
Op 28 juni 2010 schreef ik (klik hier) over twee beelden die enkele weken eerder zonder enige toelichting ineens in de voortuin van Villa Renschdael op de splitsing Gasthuisstraat – Venloseweg in Horst waren verschenen. Bronzen sculpturen van een man
en een vrouw.
Ik stelde er allerlei vragen over, maar het bleef stil. Ook toen ik enkele weken later tot de ontdekking kwam dat ik een derde beeld in de voortuin van Villa Renschdael over het hoofd had gezien en daar hier kond van deed, volgde geen reactie.
En nu, ruim vijf jaar later, lees ik ineens op de Facebookpagina van Dion Wijnands (klik hier):
‘Je moet wel goed opletten als je langs Villa Renschdael aan de Venloseweg loopt. Anders zie je hem niet. In de tuin voor het huis zag ik het beeld staan. Was me nog nooit opgevallen. Maar nu herkénde ik het beeld zelfs. Heb ik een paar weken geleden in Berlijn gezien. In het Käthe Kollwitz Museum. En hier gewoon anoniem in de voortuin van Villa Renschdael: Hommage to Käthe Kollwitz van de Nederlandse kunstenares Lotta Blokker. Een mooi beeld als je het mij vraagt.’
Al googlend ging er daarna een hele wereld voor me open. Lotta Blokker (1980) blijkt een Amsterdamse kunstenares te zijn. Grote namen uit de kunstgeschiedenis vormen de inspiratiebronnen voor haar levensgrote figuratieve sculpturen, uitgevoerd in brons. Op haar website wordt het zo geformuleerd: ‘In de beelden van Lotta Blokker liggen de hoogtepunten uit de geschiedenis van de beeldhouwkunst besloten. Van de Venus van Milo via Donatello’s Maria Magdalena tot De Denker van Auguste Rodin. Maar zij vertaalt ook het werk van grote schilders als Vincent van Gogh, Lucian Freud en Marlene Dumas naar haar sculpturen.’ Anderhalve week geleden nog maar was het televisieprogramma Het uur van de wolf exclusief gewijd aan haar beeldengroep Wolfsuur (klik hier). Die stond ook centraal op een expositie vorig jaar in Museum De Fundatie in Zwolle. En op het moment is er inderdaad in het Berlijnse Käthe-Kollwitz-Museum een tentoonstelling van haar werk te zien (nog tot 2 november). Met, zoals Dion schrijft, het uit 2008 daterende Hommage to Käthe Kollwitz. Maar – als ik de website van het museum goed interpreteer – ook met Pas de Deux (zoals het eveneens uit 2008 daterende vrouwenbeeld bij Villa Renschdael blijkt te heten). Dat zou ook meteen de momenteel lege sokkel bij Renschdael verklaren.
Het derde ‘Horster’ beeld, ook al uit 2008, heeft als titel I am here now.
Zijn hiermee alle vragen beantwoord? Nee. Hoe zijn de beelden bijvoorbeeld in Horst terechtgekomen? In welke oplage zijn ze gemaakt? En bevindt Pas de Deux zich nu inderdaad in Berlijn? Het zal me benieuwen hoe lang de antwoorden ditmaal uitblijven.

zondag 18 oktober 2015

Intermezzo – Kronenbergse koe

Zaterdag 17 oktober 2015, 15.12 uur, tussen Meerweg en Peelstraat te Kronenberg (klik op pijltje, afspelen met geluid aan):

maandag 12 oktober 2015

Intermezzo – Treinkaartje

Wat Nel Verstegen-Maessen helaas onbesproken laat in haar vorige week verschenen boekje over de geschiedenis van station Horst-Sevenum (klik hier), is de extra trein die het station op zondag 19 december 1976 aandeed. Staat u me toe dat ik dat vlekje hier even wegwerk? Als inzittende van die trein voel ik me daar bij uitstek toe gerechtigd. Ik ben zelfs nog in het gelukkige bezit van het treinkaartje:
1976. Ik was 11. Voor het eerst in vijftien jaar speelde VVV weer eens in de ere-divisie. Om de veertien dagen puilde De Koel uit. VVV was hot. Zó hot dat op zondag 5 december een speciale supporterstrein naar Rotterdam zou rijden voor Feyenoord-VVV. Natuurlijk moest en zou ik mee. Voor de eerste keer naar De Kuip en dan nog wel voor Feyenoord-VVV! Dat kwam evenwel absoluut niet im Frage: als bij ons thuis één dag heilig was, dan wel 5 december. Mijn ouders waren onvermurwbaar, ik ontroostbaar. Maar ziedaar, voor één keer zat het mee: de wedstrijd werd afgelast en twee weken later opnieuw geprogrammeerd. Nieuwe ronde, nieuwe kansen! Wonder boven wonder bleken nog kaartjes beschikbaar en zo spoorde ik op 19 december met mijn vader, een oom en een neefje in een volle trein – drieduizend supporters volgens Dan wordt een goal geboren …,  maar dat lijkt me aan de wel erg hoge kant – naar Rotterdam. Een bijzondere ervaring. Zó bijzonder, dat ik er dezelfde dag nog een verslag van maakte:
‘De heenreis
Vanmorgen om half tien gingen we [neef] P.V. in Blerick ophalen. Hij ging samen met J., J. en Wim Moorman naar de voetbalwedstrijd Feijenoord-VVV. We gingen daarheen met de trein. Om kwart over tien waren we weer in Horst. Daar wachtten we een half uur. Daarna reden we naar het station Horst-Sevenum. Nadat we daar eventjes hadden gewacht kwam daar om elf uur de trein aan. Nadat we nog een joekskapel gehoord en gezien hadden stapten we in de overvolle trein. We kwamen o.a. langs de volgende steden: Helmond, Eindhoven, Tilburg, Breda en Dordrecht. In Eindhoven had de trein vijf minuten stilgestaan. We kwamen om kwart voor één aan in Rotterdam. Daar stapten we vlak voor de “Kuip” uit de trein. Nadat we nog even naar een goed plaatsje hadden gezocht zaten we om kwart over één op de overdekte zittribune.
De wedstrijd
Nadat we nog drie kwartier in het koude stadion hadden gezeten begon de wedstrijd om twee uur. Na 45 seconden scoorde Dick Schneider 1-0. Dit was een fikse tegenvaller voor de VVV-spelers en supporters. Na dit doelpunt riepen de Feyenoord supporters al “tien, tien …”. Iedereen dacht dat Feyenoord nu gemakkelijk de overwinning zou behalen. Het tegendeel was echter waar. De Feyenoord-aanvallers konden niet door de VVV-verdediging komen. Tot de rust bleef de stand 1-0 voor Feyenoord. Na de rust was VVV zeer goed. In de 53-ste minuut kreeg VVV een vrije schop. Albert van der Weide nam deze vrije trap. Hij schoof de bal zeer onverwachts naar de op rechts vrijstaande Marinus van Dinter. Deze trapte de bal keihard achter de verbaasd toekijkende keeper Eddy Treytel. De stand was nu dus 1-1 geworden.
Na dit doelpunt moest Feyenoord wel naar voor. De Duitse keeper van VVV – Vieten – kreeg het nu druk. Maar wederom bleek hij een betrouwbaar sluitstuk te zijn. Feyenoord bleef in de daaropvolgende 25 minuten de bal alleen maar hoog voor de goal gooien. Dit had echter geen succes. VVV daarentegen kreeg nog een paar goede kansen. De beste kans kreeg Stevan Kurcinac twee minuten voor het einde. Nadat hij Van de Korput en Vos met een mooie beweging had omspeeld kwam hij alleen voor keeper Treytel. Stevan had een grote kans, maar … hij schopte in de grond. Hierna kreeg Feyenoord nog wat kansjes maar de stand bleef 1-1. De VVV-supporters waren natuurlijk door het dolle heen. Wie had dit verwacht?’
Veel mooier zou het daarna niet meer worden.