Mild gekruid


Net als mijn overbuurvrouw Anniek Verheijen ben ik vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas. Onder de titel Mild gekruid publiceren we de komende tijd zowel op Mooionkruid (de website van Anniek) als op Horst-sweet-Horst stukjes over onze ervaringen, de ene week Anniek, de andere week ik. Omdat we het leuk vinden om te schrijven, maar vooral met de bedoeling om ook u, om ook jou, enthousiast te maken voor vrijwilligerswerk bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas. Want vluchtelingen mogen dan zijn verdwenen uit het brandpunt van de actualiteit, ze zijn er nog steeds en VluchtelingenWerk is ook nog steeds op zoek naar vrijwilligers. Last but not least: de werkelijk fantastische tekeningen zijn gemaakt door Ellen Marcellis.


******


1.  Mijn top 5 van redenen waarom mijn taalmaatje mij liever ziet gaan dan komen

tekst: Wim Moorman
illustratie: Ellen Marcellis


Als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas ben ik taalcoach van een vluchteling. Soms zien we elkaar enkele malen per week, dan weer twee weken niet. Mijn top 5 van redenen waarom mijn taalmaatje mij waarschijnlijk liever ziet gaan dan komen: 
5. omdat ik véél te lange, véél te ingewikkelde zinnen maak;
4. omdat ik liever met hem praat over de situatie in zijn geboorteland en over zijn ervaringen als inwoner van Horst aan de Maas, dan dat ik taaloefeningen met hem doe;
3. omdat ik hem niet kan uitleggen wat er allemaal precies wordt bedoeld in de ingewikkelde brieven die hij van allerlei instanties ontvangt;
2. omdat ik hem niet duidelijk kan maken waarom het ‘de jongen’ is, maar ‘het meisje’ en niet ‘de meisje’;
1. omdat ik geen meloen lust, terwijl hij mij zó graag elke keer meloen wil laten eten.

Ongetwijfeld ben jij  een veel betere taalcoach dan ik! Meld je daarom aan als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas! Stuur een email naar etomlow@vwlimburg.nl


******

2. Vriendschap door de ogen van een kind

tekst: Anniek Verheijen
illustratie: Ellen Marcellis


Zomaar een woensdagmiddag in de zomervakantie. We bevinden ons in een klein kerkdorp van Horst aan de Maas. Een wat oudere mevrouw uit de straat gooit haar tuinafval in de bladkorf. Achter haar komen twee jongens van een jaar of zes naar de bladkorf toe gelopen. Zij dragen allebei een emmertje met daarin bruine bladeren en vergeelde bloesem van de twee reusachtige bomen op het speelplein. Samen zijn de kinderen het naastgelegen schoolplein aan het schoonmaken. Het ene jongetje is blank en woont waarschijnlijk al zijn hele leven in het dorp, het andere is donkerder getint en verblijft pas twee maanden in Nederland. 

De mevrouw begroet de kinderen hartelijk. ‘Hallo jongens. Wat leuk zeg. Zijn jullie samen aan het spelen?’ Het blanke jongetje knikt, het donkere jongetje lacht verlegen en kijkt weg. Hij zegt niks. ‘Kunnen jullie elkaar wel verstaan?’, vraagt de mevrouw. Het Nederlandse jochie antwoord kordaat: ‘Nee, maar we zijn wel vrienden.’ De mevrouw lacht en roept enthousiast hoe leuk ze dat vindt.

Vriendschap is niet afhankelijk van taal, zo bewijzen deze kinderen maar weer. Vriendschap is elkaar respecteren om wie je bent.

Zou jij de ontwikkeling van kinderen die gevlucht zijn van dichtbij mee willen maken? Wil jij je steentje bijdragen om ook hén de Nederlandse taal op een speelse manier te leren? Word dan vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas. Stuur een email naar Elly Tomlow: etomlow@vluchtelingenwerk.nl


******


3. Hoe mijn 80-jarige buurman ‘Lang zal hij leven’ inzet op een Eritrese verjaardag

tekst: Anniek Verheijen
illustratie: Ellen Marcellis


Als ik om drie uur binnen stap, komt de jarige naar me toe gelopen. Hij draagt een prachtig kostuum met gouden biesjes en een chique giletje. Hij wordt vandaag 6 jaar. Mijn blik ontwijkend steekt hij zijn hand uit, waarschijnlijk heeft zijn vader hem dit toegefluisterd in het Tygrinia, hun moedertaal. Ik ken deze mensen via VluchtelingenWerk, waar ik sinds een half jaar taalcoach ben. Toevallig wonen zij in hetzelfde pand als ik.

Mijn cadeau voor de jarige wordt onuitgepakt in de keuken neergezet. De moeder van het jochie draagt voor deze gelegenheid een prinsessenjurk en gebaart me dat ik eten mag pakken. Ik pak van alles wat en bedank haar hartelijk. Ook al verstaan we elkaar niet; we begrijpen elkaar wel.

We zingen ‘Happy birthday’ met zijn allen. Hierna zingen de Nederlandse mensen ‘Lang zal hij leven’, aangespoord door de 80-jarige buurman. Er komt een taart uit de vriezer en die delen we samen. De gastheer doet hard zijn best om iedereen van alles te voorzien. Hij lijkt zelfs een beetje zenuwachtig. Het was zijn idee om, naast zijn Eritrese kennissen, ook de buren allemaal uit te nodigen voor de verjaardag van zijn zoon. Zijn zoon die nog maar een paar maanden in Nederland is.

Het is een klein en gemoedelijk feest voor mijn buurjongetje, maar erg bijzonder om mee te maken. Twee culturen die samenvoegen tot één. Het is heel mooi om hier, dankzij mijn werk als taalcoach, onderdeel van te mogen zijn.

Wil je ook allerlei onverwachts toffe dingen meemaken en nieuwe culturen leren kennen? Word dan ook vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas! Stuur een email naar Elly Tomlow: etomlow@vluchtelingenwerk.nl 


******

4. Schatje

tekst: Wim Moorman
illustratie: Ellen Marcellis



‘Wat moet ik eigenlijk in het Nederlands zeggen als ik een leuk meisje tegenkom?’
‘Hallo. Of hoi. Of goeiemorgen, goeiemiddag, goeienavond, goeienacht.’
‘Ooh. Echt?’
‘Hoezo? Dacht je soms dat je iets anders moet zeggen?’
‘Ik weet niet. Ik dacht misschien schatje.’
‘Schatje? Nee, zeker niet! Schatje moet je echt niet zeggen tegen een meisje waarmee je nog nooit hebt gepraat.’
‘Nee?’
‘Als je schatje tegen haar zegt, zal het meisje jou niet leuk vinden. Grote kans zelfs dat het meisje boos wordt.’
‘Echt?’
‘Ja. Schatje zeg je alleen tegen een meisje als je haar al langer kent. En als je haar héél erg leuk vindt.’
‘Ooh. Maar waarom zegt mijn docente bij de inburgering dan soms schatje tegen mij?’
‘Omdat ze jou al langer kent.’
‘Maar ze vindt me niet héél erg leuk. Wel leuk, denk ik, maar niet héél erg leuk.’
‘Dan bedoelt ze het waarschijnlijk als grapje.’
‘Ooh.’
‘Maar jouw docente van de inburgering zaait wel verwarring.’

Vind je het leuk om vluchtelingen te behoeden voor de valkuilen van het Nederlands? En om het woordgebruik van docentes van de inburgering te nuanceren? Ja? Meld je dan aan als vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas! Stuur een email naar etomlow@vwlimburg.nl



******


5. Soms eet ik met mijn handen


tekst: Anniek Verheijen
illustratie: Ellen Marcellis


Bij mij in de buurt wonen nieuwe mensen. Rondom hun huis ruikt het vaak erg kruidig. Deze mensen komen uit het buitenland en wonen nu in Horst aan de Maas. Het zijn nieuwe dorpsgenoten.  

In het begin was ik nieuwsgierig. Wie zijn deze mensen? Hoe zitten ze in elkaar? Via VluchtelingenWerk ben ik met deze mensen in aanraking gekomen. Als vrijwilliger help ik hen de taal te leren. Maar ik leer ook veel van hen! Ze vertellen me over hun land van herkomst, Eritrea, en langzaam leer ik hun cultuur kennen. Inmiddels kan ik aardig met mijn handen eten, gebruik ik veel gebaren om mijn taal te ondersteunen, en is tijd minder belangrijk geworden. Als ik spontaan langs kom en vraag of het wel uitkomt, beginnen ze te lachen. Bij hen komt het altijd uit.

Via hun verhalen krijg ik een kijkje in een andere wereld. En ik leer ze over de Nederlandse samenleving. Deze nieuwe dorpsgenoten doen hard hun best om in te burgeren, gaan naar school, zitten bij de sportclub en staan open voor allerlei vormen van verbinding. Ze zijn blij dat ze weer een toekomst hebben. En ik ben blij dat ik hen mag helpen om een basis voor deze toekomst te leggen.

Wil jij eigenlijk ook meer weten over jouw nieuwe buren? En ben je 1,5 uur per week beschikbaar? Word dan vrijwilliger bij VluchtelingenWerk Horst aan de Maas! Stuur een email naar horstsweethorst@gmail.com en ik help je verder.



******


6. Naamsverwarring

tekst: Anniek Verheijen
illustratie (klik er vooral op om ze te vergroten!): Ellen Marcellis


Dinsdagmiddag half vier, mijn wekelijkse bezoek aan mijn taalmaatje. Met een brede glimlach opent ze de deur en ontzettend hartelijk verwelkomt ze mij in haar huis. Als we even later in gesprek zijn over werk, vraagt mijn taalmaatje wat voor werk Johan ook alweer doet. Johan is de naam van mijn partner, en mijn taalmaatje heeft hem wel eens ontmoet. Ik antwoord dat Johan in Horst werkt, waar hij bijna de hele dag aan de computer zit. Ook schets ik de locatie op het industrieterrein. Mijn taalmaatje vraagt of Johan niet ook met dieren werkt. ‘Ja, dat klopt’, zeg ik, ‘hij werkt ook nog twee dagen per week in Sevenum. Daar werkt hij met honden en katten, met dieren dus.’ Mijn taalmaatje kijkt bedenkelijk en zegt: ‘Maar ik zag in Horst op het industrieterrein een bedrijf met de naam JOHAN DIEREN. Ik dacht: misschien is dat het werk van Johan.’ Ik denk na. Een bedrijf met de naam JOHAN DIEREN ken ik niet. Ik weet echt niet wat mijn taalmaatje bedoelt.

Uiteindelijk vinden we met behulp van Google Maps het bedrijf wat zij bedoelt, namelijk: JOHN DEERE! In haar beleving en met haar basale kennis van de Nederlandse taal zou dat inderdaad uitgesproken kunnen worden als JOHAN DIEREN. De koppeling tussen Johan en het werken met dieren is dan al snel gelegd. Samen schieten we in de lach, wat een grappige naamsverwarring!

Wil jij ook wekelijks op bezoek bij een vluchteling? Samen kletsen over van alles en nog wat, en dan voor taalproblemen komen te staan die je ook samen weer oplost? Misschien is taalcoach worden bij VluchtelingenWerk Zuid Nederland wel iets voor jou! Stuur me een email (horstsweethorst@gmail.com) en ik vertel je er meer over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten