maandag 25 augustus 2014

Intermezzo – Horst-tweet-Horst

Om alvast in de agenda te noteren: donderdagavond 18 september Horst-tweet-Horst - 1e Horster Twittershow in café Cambrinus, onder auspiciën van Horst-sweet-Horst. Met onder meer een optreden van Jan-Dirk van der Burg (bekend van de Olifantenpaadjesavond) en de presentatie van diens zesde tweetbundel, samengesteld uit tweets van een Horster twitteraar of twitteraarster.
In de loop van deze week meer informatie!

Intermezzo – Ice bucket challenge

Stukje dat gisteren klaarstond voor publicatie op de Horst-sweet-Horst Facebookpagina:
Ook de Gele Madonna van Voor-America kon natuurlijk niet achterblijven en heeft gisteren háár bijdrage geleverd in de strijd tegen ALS door een emmer met ijswater uit te storten over haar gediadeemde hoofd. Maar in haar strijd tegen de vreselijke ziekte is de Gele Madonna nog veel verder gegaan: ze heeft luidruchtig gevloekt, ze heeft in haar blootje over straat gelopen, ze heeft haar eigen tenenkaas verorberd, ze heeft zich gewenteld in een bad vol kattenpis. Daarna heeft ze op de sociale media uitvoerig verslag gedaan van haar heroïsche strijd tegen ALS. En nu? Nu staat de Gele Madonna van Voor-America weer zelfvoldaan zichzelf te zijn.
De voorgenomen publicatie is er niet van gekomen. Ingehaald door de actualiteit. Ik ben namelijk – zo ongeveer als allerlaatste Nederlander – zelf uitgedaagd een emmer met ijswater over mijn hoofd te gieten. Door Leon Litjens nog wel (klik hier en hier).
Ik zou het mezelf gemakkelijk kunnen maken: de uitdaging aangaan, m’n neefje en m’n nichtje een emmer water over m’n hoofd laten kieperen – ze staan al te popelen –, drie andere Horstenaren uitdagen en klaar is Kees. Geen centje pijn en laat de leuke reacties en likes op Facebook maar binnenstromen. En toch ga ik de uitdaging niet aan. Niet omdat ik er zo lang op heb moeten wachten. Ook niet omdat ik bang ben voor water (ik ben wel wat gewend als langjarig houder van een seizoenkaart voor een onoverdekte tribune bij VVV). Evenmin om Leon Litjens een hak te zetten (in tegenstelling tot wat wel eens wordt gedacht kan ik prima met Leon door een deur en hij volgens mij ook met mij).
Wat dan wel de redenen zijn van mijn partypooperschap? In volgorde van belangrijkheid:
1. ik ga er vanuit dat elke ziekte van de instanties die daarover gaan de aandacht, de zorg en het geld krijgt dat ze nodig heeft. Mocht dat niet het geval zijn, dan moet de volksvertegenwoordiging dat aan de kaak stellen;
2. ik wens niet bij te dragen aan een competitie tussen ziekten: een hiërarchie in ziekten lijkt me bepaald onwenselijk, elke ziekte dient te worden bestreden en de mate van die bestrijding mag niet afhankelijk zijn van de publieke aandacht die een ziekte weet te genereren;
3. het etaleren van goedheid dat gepaard gaat met deze actie staat me tegen;
4. je komt niet meer aan andere dingen toe met al die ludieke dan wel sportieve acties voor al die te onbekende ziekten die óók om aandacht schreeuwen. 
Daarom: geen emmer met ijswater over mijn hoofd en ik maak evenmin geld over op de rekening van ALS Nederland. Zoals ik ook nooit een cent heb overgemaakt en zal overmaken op de rekening van het Koningin Wilhelminafonds, hoewel zowel m’n vader als m’n moeder aan kanker zijn overleden. 

(Ik realiseer me dat de kans groot is dat ik na dit stukje in plaats van een emmer water emmers stront over me heen krijg. Al dienen strontgooiers wel te beseffen dat zelfs dit stukje aandacht voor ALS genereert. Ze zouden het daarom ook als een gunst kunnen beschouwen dat ik het publiceer.)

Klein mysterie 586 – Kerk

Nooit geweten dat je verwijzingsbordjes zo kunt vervloeken. Nou dient gezegd dat ik sowieso al geen groot liefhebber ben van verwijzingsbordjes, maar dat is nog iets anders dan ze vervloeken. Het is ook niet zo dat ik alle verwijzingsbordjes vervloek, nee, er is één speciaal verwijzingsbordje, of beter gezegd ensemble van verwijzingsbordjes dat ik vervloek.
En het is ook niet zo dat ik dat ensemble van verwijzingsbordjes al sinds jaren vervloek. Nee, eigenlijk pas sinds een week. Sinds ik mijn ontdekking deed. Mijn ontdekking waarvan u waarschijnlijk zult zeggen: ‘Maar wist je dat dan niet? Wist je dat werkelijk niet? Jij, die elke Horster stoeptegel, elk Horster kauwgumplakkaat, kortom elke Horster muggenscheet tot in den treure analyseert, fotografeert en vervolgens veroordeelt of doodknuffelt, wist jij dat niet? Heus niet?’ Met de hand op mijn hart: heus, ik wist het niet. Ik wist niet dat in de rode bakstenen bestrating van het verkeersplateau op de T-splitsing Herstraat – Gasthuisstraat in het centrum van Horst met zwarte bakstenen het silhouet van een kerk is weergegeven. Terwijl ik toch duizenden keren gebruik heb gemaakt van de bewuste T-splitsing. Ik schaam me diep. Duizenden keren blind geweest voor m’n omgeving. Waarom heeft u het me verdorie ook nooit verteld?
Ik zou verzachtende omstandigheden kunnen aanvoeren. Zoals het feit dat het silhouet van de kerk moeilijk te onderscheiden is als je je op maaiveldhoogte bevindt. Of het feit dat de kerk voor de meeste verkeersdeelnemers ondersteboven staat.
Die verzachtende omstandigheden nemen niet weg dat het voelt als een nederlaag, een pijnlijke nederlaag zelfs, dat het bestaan van deze kerk me tot een week geleden volledig onbekend was. Wie heeft haar gemaakt? Wanneer? Waarom? Telt Horst aan de Maas meer van zulke silhouetten? Welke kerk wordt verbeeld? De Sint-Lambertuskerk?
Maar wat heeft dat ensemble van verwijzingsbordjes nu met het silhouet van de kerk te maken? Welnu: ’t Gasthoês, het de laatste weken zoveel besproken Gasthoês, heeft aan de zijkant een (prachtige) trap die wel speciaal lijkt te zijn ontworpen om de ideale foto van het kerksilhouet te maken.
Totdat je, de trap bestegen hebbend, tot de ontdekking komt dat er iets is dat de ideale foto gruwelijk in de weg staat:

Klein mysterie 585 – Kummelik

‘Lambada’s ziën nogal kummelik’, zei ik vorige week op de buurtbarbecue tegen de biologisch groente, fruit en bloemen telende bijna-overbuurman. ‘Neet-biologisch geteelde lambada’s ziën nogal kummelik’, verbeterde hij.
Het gaat nou eens keer niet om de lambada’s, maar om dat ‘kummelik’. Ons dialoogje later nog eens analyserend leek me aanvankelijk dat we beiden gezondigd hadden tegen het Horster. Van huis uit heb ik namelijk meegekregen dat ‘kummelik’ in het Horster dialect ‘kieskeurig’ betekent. ‘Ziede geej nou echt die lambada’s iën vur iën án ’t bekiëke um te zeen of ze ni gekwejjerd zie? Kóm op zeg, ni zò kummelik.’ Toch betrap ik mezelf er de laatste tijd vaker op dat ik ‘kummelik’ ook gebruik in de betekenis van ‘kwetsbaar’. Zo ook in het lambada-dialoogje met mijn bijna-overbuurman. Het vreemde is nu dat hij mijn ‘kummelik’ gewoon overnam. Houdt dit in dat de betekenis van ‘kummelik’ veelomvattender is dan ik van huis uit heb meegekregen?
De naslagwerken er maar eens bijgehaald. E maes inne taes, een van de twee Horster woordenboekjes, kent twee betekenissen toe aan ‘kummeluk’: precies ziën en veul zörg nuëdig hebbe. ‘Precies ziën’  komt niet eens in de buurt van mijn van huis uit meegekregen betekenis van ‘kummelik’. Die benadert veeleer de omschrijving van ‘kieskeurig’ in de Van Dale: ‘veeleisend, met een moeilijk te bevredigen smaak’.
En‘veul zörg nuëdig hebbe’  is ook weer net iets anders dan ‘kwetsbaar’: dat lambada’s veul zörg nuëdig hebbe  hoeft in mijn optiek nog niet automatisch te betekenen dat ze ook kwetsbaar zijn. Misschien moet de lambada-in-de-groei wel worden vertroeteld en viermaal per dag liefkozend worden toegesproken opdat ze als volwassen lambada tegen een stootje kan. In dat geval leiden de zörg er juist toe dat de lambada niet kwetsbaar is.  
Het Venrays woordenboek  dan. Dat heeft eveneens twee betekenissen voor ‘kummelek’: ‘kieskeurig’ en ‘korzelig, lastig, kribbig, lichtgeraakt’. Het dialekt van de gemeente Meerlo-Wanssum  wijkt daar nauwelijks van af met ‘kieskeurig’ en ‘niet gauw tevreden, te nauwgezet’. Weblog Roets in Lottum  heeft het dan weer over ‘kwetsbaar’ en ‘zeikerig precies’.
Zoveel hoofden, zoveel zinnen en zoveel mensen, zoveel wensen. M’n bijna-overbuurman toch maar eens vragen of hij nou bedoelde dat niet-biologisch geteelde lambada’s veul zörg nuëdig hebbe  of kwetsbaar, korzelig, lastig, kribbig, lichtgeraakt, kieskeurig, niet gauw tevreden, te nauwgezet dan wel (zeikerig) precies zijn.

Klein mysterie 584 – Fiets (5)

Aan de Dorperdijk in Sevenum, vanuit Sevenum gezien iets voorbij de splitsing met de Zeesweg, staat aan de rechterkant van de weg, op of net over de grens van het perceel van loonbedrijf Gebrs. Van Enckevort, een fiets. Een fiets die niet oogt als een bijzondere fiets: geen exceptionele ouderdom, geen exclusief merk, geen buitenissig type. Een fiets die in een zekere staat van ontbinding verkeert. Een fiets die als grof vuil aan de straat lijkt te zijn gezet. Kortom, een fiets om niet zo heel veel woorden aan vuil te maken. Ware het niet dat de fiets aan een metalen, T-vormige buisconstructie is bevestigd.
Iets moet iemand ertoe hebben bewogen de fiets te bevestigen aan de metalen, T-vormige buisconstructie. Maar wat? Dankbaarheid voor de vele jaren van trouwe dienst van de fiets? De behoefte het afscheid van iemands jeugd te markeren? De gelukzalige herinnering aan wat fiets en berijder allemaal met elkaar hebben beleefd? Spijt over een te vroeg beëindigde wielerloopbaan? Heimwee naar de tijd dat vader Van Enckevort ’s avonds na het eten op de fiets bij z’n klanten de rekening bezorgde? Verdriet over het tragisch overlijden van de berijder?
De fiets is niet geconserveerd. De fiets staat niet op een speciaal geconstrueerd voetstuk. De fiets heeft geen verklarend tekstbordje. Het is een fiets zonder enige pretentie. Hoewel ongetwijfeld niet bedoeld als kunstwerk, is-ie het voor mij wel. De magie van deze fiets zit ’m in het ontbreken van elke context. Hij roept vragen op, prikkelt tot nadenken, activeert de verbeeldingskracht, dwingt tot het zoeken naar een verklaring. Zoals het een kunstwerk betaamt.  
Tot zover mijn lofzang op deze fiets. Vindt u ook niet dat ik nu wel recht heb op uitleg over de aanwezigheid van de fiets op deze plek? Want alle voorgaande hoogdravendheid ten spijt ben ik natuurlijk maar naar één ding benieuwd: wáárom staat die fiets daar? Een e-mail naar horstsweethorst@gmail.com volstaat. Bij voorbaat dank.   
(Met dank aan E., die ook wel als L. door het leven gaat, voor de tip.) 

maandag 18 augustus 2014

Top 5 – Kauwgumplakkaten in Horst-centrum

‘Westerling kauwt steeds minder kauwgum’, kopte De Volkskrant enkele weken geleden (klik hier). Kauwgum is niet hip meer volgens onderzoekers van de Rabobank (gezegend de bank die zich kan bezighouden met onderzoek naar de kauwgumconsumptie). Ook de huidige gezondheidstrend zou een rol spelen. Of komt het door een overvloed aan verpakkingen en smaken, zoals een woordvoerder van het Studiecentrum Snacks en Zoetwaren vermoedt? ‘De vergrijzing’, beweren weer anderen. Wie het weet, mag het zeggen. Feit is dat pepermuntjes en mintsnoepjes in opmars zijn. Een Rabobank-onderzoeker in De Volkskrant: ‘Amerika is een natie van zuigers geworden.’ Zo zie je maar hoe de Rabobank achterloopt op Horst-sweet-Horst en Amerika op Horst aan de Maas: daartoe aangezet door een oplettende lezeres verschenen op Horst-sweet-Horst drie jaar geleden al twee stukjes over de in deze gemeente overal opduikende blauwe papiertjes van Anta Flu Menthol Mint (klik hier en hier).
Terug naar de kauwgum. Mét de kauwgum dreigt ook het kauwgumplakkaat te verdwijnen. Daarmee ligt een verdere aantasting van de openbare ruimte op de loer. Want afgezien van het feit dat die plakkaten iets bijzonder feestelijks hebben, vormen ze ook onontbeerlijke oriëntatiepunten in de zeeën van monotonie die hen omgeven (‘Zullen we afspreken bij het kauwgumplakkaat op de twaalfde stoeptegel links vanaf de muur en de negentiende vanaf de deur?’). Als hommage aan de Horster kauwgumplakkaten leek een Horst-sweet-Horst top 5 van Horster kauwgumplakkaten me daarom wel gepast nu het nog kan. Dat bleek al snel een veel te ambitieuze opgave: hoe spoor je in vredesnaam die tienduizenden plakkaten op en hoe breng je er daarna op objectieve wijze nog een rangorde in aan ook?
Zelfs nadat ik had besloten mijn jachtgebied te verkleinen tot Horst-centrum bleef het een delicate zaak: nog steeds duizenden plakkaten en nog steeds geen idee van objectieve criteria. Moet je een solitair plakkaat hoger of lager inschalen dan een ensemble? Een vers plakkaat hoger of lager dan een antiek? Een rond plakkaat hoger of lager dan een langwerpig of druppelvormig? Een plakkaat op een stoeptegel hoger of lager dan op een trottoirband? 
Uiteindelijk heb ik de objectiviteit maar laten varen en ben ik gewoon op m’n gevoel afgegaan. Dus hier komt-ie dan, de Horst-sweet-Horst top 5 van kauwgumplakkaten in Horst-centrum, tevens bedoeld als eerbetoon aan de kauwgumplakkaatkretser, uitoefenaar van een beroep dat bij voortzetting van de huidige trend tot verdwijnen gedoemd is (en het zou helemaal mooi zijn als deze top 5 de kauwgumplakkaatarcheologie een impuls geeft):

5. steeg tussen Veemarkt en De Smidse:

4. Gasthuisstraat:

3. Kerkstraat:

2. Jan ván Teng gats:

1. Gasthuisstraat:

Actualisatie – Top 5 Vergelijkingen van Horst en omgeving met archetypische plaatsen, streken, gebouwen, wijken en straten (4)

Alweer een nieuwe vergelijking van Horst met een archetypische plaats, streek, gebouw, wijk of straat gevonden! Een ouwetje ditmaal, maar daarom niet minder mooi: de Kerkstraat als Kalverstraat van Horst. Gemunt door het Dagblad voor Noord-Limburg in een artikel van 28 april 1954. Lees mee: ‘In het nieuwe centrum, dat na de oorlog is opgebouwd, heeft deze straat de betekenis van een verkeersslagader gekregen. Men ging nu van de Kerkstraat spreken en zelfs van de “Kalverstraat” van Horst. Men kan er voor de meest uiteenlopende zaken terecht en zelfs de belastingen zijn er neergestreken.’ Een vergelijking met de P.C. Hooftstraat zou vleiender zijn geweest, maar als eenvoudige Horster straat op één lijn worden gesteld met de Kalverstraat is natuurlijk ook al een hele eer.
De opening van een agentschap van het Dagblad voor Noord-Limburg in de Kerkstraat vormde aanleiding voor de krant eens flink uit te pakken over de straat. Zo lezen we dat de straat het predicaat ‘Kalverstraat van Horst’ vooral dankt aan de familie Geurts, beter bekend onder de naam Michels (spreek de i uit als in ‘is’). Vijf zoons van Sjang Geurts hadden namelijk in de Kerkstraat een eigen zaak. Verder wordt uitgebreid stilgestaan bij Lemmen Sjeng, ‘de grote vrachtvervoerder van Van Gend en Loos’, die in de Kerkstaat zijn thuishaven had.
Gooi zo’n krantenartikel zestig jaar later in de groep op een doodsaai Horster verjaardagsfeestje waar de pijnlijke stiltes elkaar in hoog tempo opvolgen en gegarandeerd dat er weer leven in het zaakje komt.
‘Viëf jónges ván Michels en eige zaak?’
‘De loëziepeen, Flits Toën, ’t Babyhoës …’
‘Dát ziën d’r ma drie!’
‘De meubelzaak meschien?’
‘Dát woa op ’t Lambertusplein.’
‘Woa Meulendieks dá ni getrouwd mit en megje van Michels?’
‘Nae, dat woa d’r en ván Slots.’
‘Die woënden doa beej Lemme Sjeng.’
‘Nae, Lemme Sjeng woënde woa later Daenen Drees woënde.’
‘Daene Gradje mende!’
‘Di mit dát lui oëg?’
‘Nae, dát woa Tinus, di woa getrouwd mit en megje van Joëste.’
‘Joëste Lei?’
‘Nae, Joëste Petran. Ván de Smaalbrug.’
‘Ik mende ván De Vlis.’
‘Nae dát woa Joësten Hán, mit die twië ongelukkige kiënder.’
‘Di zien mooder hoe schreef die zich eigelik?’
‘Janssen! Dát woa d’r en van de Sneejer. Wette wal, di zoë zoop.’
‘Mós di ni oëm zegge tegge Wullemsen Toën?’
‘Nae, dát woare naeve. Wullemsen Toën din háj zò’n hiël statige vrouw.’
‘Woa dát d’r gen ván Massen Dötje?’
'Nae, dát gluëf ik ni.'
‘Ma welke jónges ván Michels háje nou nag miër en eige zaak?’

Intermezzo – Greenport Bikeway

Horst, 18 augustus 2014

Betreft: sollicitatie ambassadeurschap Greenport Bikeway

Geachte heer/mevrouw,

Met veel interesse las ik op uw website dat u op zoek bent naar enthousiaste ambassadeurs van Greenport Bikeway. Bij dezen wil ik u mijn belangstelling voor deze eervolle functie kenbaar maken.

Voorheen verstokt autorijder, beweeg ik me sinds ruim anderhalf jaar voornamelijk per fiets voort. Filestress, bumperkleefterrorisme en stoplichtfrustratie hebben bij mij plaatsgemaakt voor stoemperlust, onthaastingsvreugde en trapgenot. Zelf bekeerling zijnde, zou ik deze geneugten als ambassadeur maar wat graag overbrengen op onverbeterlijke autoadepten.
U vraagt om enthousiaste en positieve mensen. Welnu, dan bent u bij ondergetekende precies aan het juiste adres. Mijn enthousiasme is welhaast spreekwoordelijk en positivisme stroomt door mijn aderen. In dit verband zou ik u willen wijzen op mijn weblog Horst-sweet-Horst waarop ik voornoemd positivisme al zes jaar lang wekelijks praktiseer. Een half leeg glas zult u bij mij nooit aantreffen: ik bekijk de zaken altijd liever van de zonnige kant. Niets is zo slecht of er is ook wel wat goeds aan, negativiteit is er al veel te veel op deze wereld.
Uiteraard sta ik ook helemaal open om een interview te geven aan de redactie van uw prachtige website voor een lofzang op de vele zegeningen van die fantastische Greenport Bikeway. En het lijkt me een buitengewone uitdaging op de sociale media in vele toonaarden de loftrompet te mogen steken over al het fraais dat op en rondom de Greenport Bikeway valt te bewonderen. Voorts kijk ik er nu al naar uit op mijn werk en op verjaardagen anderen deelgenoot te mogen maken van leuke weetjes over de Greenport Bikeway. Dat zal ongetwijfeld de bekendheid van de Greenport Bikeway opstuwen tot ongekende hoogten en tevens bijdragen aan verdere verhoging van mijn werkvreugde en verjaardagsgenot. Ook verheug ik me al bij voorbaat op de ongetwijfeld prettige samenwerking met de dames van het Greenport Bikeway Promoteam.
Dat ik als ambassadeur een eigen boom krijg in het plukbos aan de route en een vipuitnodiging ontvang voor alle events in het kader van Greenport Bikeway waardeer ik hooglijk, doch uiteraard is het mij daarom niet te doen. Wel wil ik niet verhelen dat de Groene Greenport Bikeway Fiets bijzonder welkom zou zijn, ook al betreft het dan slechts een bruikleen voor een jaar. Deze confidentie vloeit mede voort uit enige zorg over de gesteldheid van mijn Batavus Bato, mijn hondstrouwe gespaakte vriend, die naar ik vrees niet het eeuwige leven heeft.
Graag ben ik bereid bovenstaande in een persoonlijk gesprek toe te lichten.

In afwachting van uw ongetwijfeld positieve reactie verblijf ik,
   
Met vriendelijke groet, uw wannabe ambassadeur,

Wim Moorman

Intermezzo – Voetbalavonturen

Alsof de klok een kleine veertig jaar werd teruggedraaid, werden T. en ik verjaagd van ons eigen sportpark Ter Horst. Eén woest armgebaar, gemaakt van meer dan honderd meter afstand, was voldoende om ons te doen inrukken – zo’n helden zijn we nou ook weer niet. Enigszins triestig maakte het ons wel: zo’n prachtig, ettelijke tonnen kostend kunstgrasveld is toch niet op deze aarde om het grootste deel van de dag mooi te liggen wezen? De bedoeling van voetbalvelden is toch dat er op wordt gevoetbald? Zo vaak en zo intensief als maar kan? We hadden toch afgesproken te denken in kansen, niet in problemen?
Oudergewoonte togen we naar het hockeyterrein. Daar eveneens twee kunstgrasvelden die het grootste deel van de tijd onbenut blijven. Vertoonde het hekwerk rond de hockeyvelden een kleine veertig jaar geleden nog wel eens mazen, nu bleek het een onneembaar bastion. Die DDR-achtige wachttoren ter observatie van indringers, kunnen we derhalve rangschikken onder de categorie ‘overbodig imponeergedrag’.
Onbegrijpelijk dat de gemeente in ruil voor de sloten geld die ze investeert in kunstgras niet als tegenprestatie een maximale toegankelijkheid eist. Maar gelukkig was er nog ‘het veld achter de LTS’. Ik had het in jaren niet meer betreden. In vroeger tijden was het een onmetelijk groot veld, aan de LTS-zijde geflankeerd door een rij hoge populieren. Genoot nooit onze voorkeur, gezien het gebrek aan een voor een trapveldje noodzakelijke intimiteit, gezien de niet overal even optimale toestand van het veld en gezien de afwezigheid van goals. Dit laatste noopte ons het hek als goal te gebruiken, maar dat had weer als nadeel dat als een schot over ging – iets dat mij uiteraard nooit overkwam – je een hele weg af diende te leggen om de bal weer te bemachtigen.
Hoe anders is het nu. En, eerlijk is eerlijk: hoe beter is het nu! De intimiderende populieren zijn verdwenen en de grasmat is van aanzienlijk hogere kwaliteit dan vroeger. De grootste verbetering is evenwel dat het veld nu gedeeltelijk in beslag wordt genomen door de opstallen van het Dendron College. En dat is nu eens niet cynisch bedoeld: er is een aantal blinde en bijna blinde muren verrezen, die wel speciaal lijken te zijn geschapen om lekker tegen te knallen. Wat dacht u hier bijvoorbeeld van?
Ideaal toch om de precisie van je trap te verbeteren, met die raampjes van onverwoestbaar glas als mikpunt? 
Ook deze muur, en dan met name het meest linkse gedeelte, biedt de nodige mogelijkheden:
Getuige de gebruikssporen (inclusief goal!) worden die mogelijkheden ook optimaal benut.
(Al is dat raam natuurlijk vragen om moeilijkheden.)
En ook T. en ik behoren nu tot de dankbare gebruikers.

woensdag 13 augustus 2014

Intermezzo – Aanbiedplek

Vijf losse variaties op het aanbiedplekthema:
‘Nu het aanbod van aanbiedplekken de vraag verre overtreft, eist de LLTB compenserende maatregelen.’

‘Sevenum was weer eens vergeven van de aanbiedplektoeristen.’

‘Tering man, ik kreeg me vannacht toch een partij last van m’n aanbiedplek, niet normaal zeg.’

‘Hij heeft alles om een hele grote te worden, alleen zoekt-ie de aanbiedplek nog te veel in de diepte. Maar dat halen we er wel uit.’

‘Met precisiebombardementen werden ook de laatste drie resterende aanbiedplekken geëlimineerd.’ 

maandag 11 augustus 2014

Klein mysterie 583 – Onze beschaving

PvdA-gemeenteraadslid Roy Bouten sanctioneerde vrijdag op z’n weblog de Amerikaanse bombardementen op IS-strijders. Een van z’n argumenten: IS is een gevaar voor ‘onze beschaving’. Vervolgens is dat ‘onze beschaving’ het hele weekeinde door m’n hoofd blijven spoken. Dat had alles te maken met de reacties op een ongeval vrijdagavond in Tienray. Veroorzaakt door een naar verluidt dronken automobilist van Poolse afkomst. Nou, dan weet je het wel. Toen precies een jaar geleden twee Poolse tieners verdronken in de Kasteelse Bossen gingen al alle remmen los op internet. Ditmaal werd dat nog eens dunnetjes overgedaan. Is dat ‘onze beschaving’?
‘Ach, die mensen weten niet beter, frustraties van een minderheid, absoluut niet representatief voor Horst aan de Maas/Nederland’, zou u kunnen zeggen. Geloof ik geen snars van. Bij het minste of geringste blijkt telkens weer dat ‘onze beschaving’ niet meer dan een uiterst dun laagje vernis is. Ook bij mensen van wie je zou mogen verwachten dat ze beter weten. Neem de Horster politieagenten die al jaren ongestraft mogen reppen over list en bedrog van ‘zigeunertypes’ en mensen met een ‘Balkan-uiterlijk’. Is dat ‘onze beschaving’? 
Of neem ons geacht Hegelsoms Tweede Kamerlid (‘Samen kunnen we meer’) dat ongestraft links mocht vergelijken met Al Qaeda. Dat ongestraft mocht oproepen koperdieven een stroomstoot van 220 Volt te geven (klik ook hier). Dat ongestraft een juichtweet de wereld in mocht slingeren toen de Horster politie een braakverdachte in z’n been schoot. Dat ongestraft het preventief oppakken van Somaliërs mocht toejuichen. Dat ongestraft mocht twitteren over zwartrijders ‘van marokkaanse komaf’(klik ook hier). Dat ongestraft zwarte VN-militairen belachelijk mocht maken (klik ook hier). Dat ongestraft een insinuerende foto op z’n Facebookpagina mocht zetten. Is dat ‘onze beschaving’? 
Suggesties, insinuaties, het niet met zoveel woorden zeggen, verdachtmakingen zonder een spoor van bewijs: het blijft allemaal niet beperkt tot mensen die niet beter weten. Oók mensen van wie je zou mogen verwachten dat ze beter weten, bezondigen zich eraan, óók ons geacht Hegelsoms Tweede Kamerlid. Het volk vraagt ferme meningen? Dan krijgt het volk ferme meningen! Is dat ‘onze beschaving’?
Dit alles laat onverlet dat er gelukkig ook nog genoeg weldenkende mensen zijn. Zo laat onze burgemeester Kees van Rooij juist op cruciale momenten vaak blijken uit het goede hout gesneden te zijn. Ook gisteren weer. Naar aanleiding van het ongeluk in Tienray en de reacties daarop twitterde hij: ‘Triest ongeval, zorgen om gewonden, dader verdient gerechtelijke straf. Suggestieve opmerkingen verwerpelijk onsmakelijk, onwaardig.’ De juiste woorden op het juiste moment. Nog is niet alles verloren.

Klein mysterie 582 – Gasthoês (1)

‘Waarom moet zo geheimzinnig gedaan worden met zo’n plan, terwijl het bij elk raadslid ter inzage is. Waarom moet zo’n plan behandeld worden in een besloten vergadering? Om tot een zinvolle discussie te kunnen komen is het toch noodzakelijk dat de belangstellenden en belanghebbenden uitvoerig en deskundig worden geïnformeerd. (…) Wie heeft nu besloten tot dit kinderachtig geheimzinnig gedoe?’
Rara, waarop heeft dit citaat betrekking? Wat zegt u? Dat ik wel eens moeilijker vragen heb gesteld? Kom op, laat maar horen dan! Wat zegt u? Zei u nu werkelijk ‘Dat citaat heeft natuurlijk betrekking op het huidige kinderachtig geheimzinnige gedoe rondom ’t Gasthoês’ (klik hier)? Ja?
Welnu, dit citaat is bijna veertig jaar oud (29 augustus 1975) en afkomstig uit een artikel uit De Echo van Noord-Limburg. Het stuk is ondertekend met ‘H.v.L.’. U kunt gevoeglijk van mij aannemen dat dat staat voor Huub van Lieshout, destijds drukker, uitgever, hoofd- en enig redacteur van De Echo. Huub van Lieshout: nooit verlegen om een mening, recalcitrant, eigenzinnig, zelden een blad voor z’n mond nemend, De Echo met z’n scherpe stukjes vaak sjeu verlenend. Ook gezegend met profetische gaven? Niet onmogelijk, alleen wijst het ‘kinderachtig geheimzinnig gedoe’ uit bovenstaand citaat niet vooruit naar wat momenteel gaande is met ’t Gasthoês.
Waarop het citaat dan wel betrekking heeft? Op het Komplan, het plan voor een nieuwe inrichting van het Horster centrum, waarover college van burgemeester en wethouders en gemeenteraad destijds ook al in beslotenheid meenden te moeten overleggen. Tegen het zere been van H.v.L., maar ook tegen het zere been van Wiel Houwen. Uit protest tegen de geheimhouding gooide Houwen op dinsdag 26 augustus 1975 een steen door een ruit van het gemeentehuis. ‘Een onverstandige, maar verklaarbare daad’, aldus H.v.L. Tevens een daad die Houwen later een officieuze en met enige moeite nog altijd te onderscheiden straatnaam zou opleveren (klik ook hier).
Bezien in het licht van die steen uit 1975 getuigt het van moed van het huidige college om de gemeenteraad in besloten zittingen te informeren over de toekomst van ’t Gasthoês. Maar bezien in tal van andere lichten getuigen die besloten zittingen van misplaatste schijterigheid, vloekend met de ‘open bestuursstijl’ en ‘open houding en communicatie’ waarmee in het coalitieakkoord zo wordt gepronkt.
‘Het is jammer dat in 1975 zoiets nog kan plaatsvinden’, schreef H.v.L. in De Echo van 29 augustus 1975. In navolging van hem zeg ik: ‘Het is jammer dat in 2014 zoiets nog kan plaatsvinden.’ En dan druk ik me met dat ‘jammer’ nog heel zacht uit.

Ten slotte voor de aardig- en volledigheid hierbij het volledige stukje van H.v.L. (klik op de afbeelding om haar te vergroten):