maandag 28 maart 2011

Klein mysterie 237 – Uitzetting (1)

Ger Driessen maar eens een weekje doodzwijgen? Er zijn warempel wel brandender kwesties om een stukje aan te wijden. Zoals de dreigende uitzetting van een Iraans gezin dat bijna een jaar in het asielzoekerscentrum in Tienray verbleef. Hallo Horst aan de Maas berichtte er twee weken geleden al over; Peel en Maas afgelopen week. Léés die stukken a.u.b.!Roy Bouten ging zelfs helemaal door het lint in een vlammend betoog op z’n weblog. Lézen! Voor het geval u mijn bevel niet opvolgt, een citaat uit het stuk van het PvdA-PK-raadslid: ‘Als volksvertegenwoordiger zie ik het ook als mijn taak om mensen het overheidsbeleid uit te leggen, om mensen zo dichter bij de politiek te brengen, maar ik kan dit niet uitleggen, want ik snap het niet. Ik snap niet waarom wij in Nederland zo met mensen omgaan. Ik dacht dat wij een beschaafd land waren maar ik ben van gedachte veranderd. Wij zijn een land dat zich kapot moet schamen!’ Zo is het maar net.Roy Bouten eindigt z’n stukje met de vraag hoe we deze mensen verder kunnen helpen. Goeie vraag. Houdt me al enkele dagen bezig. Wat kan ík doen? Wat kan ík doen om te voorkomen dat dit Iraans gezin terug moet naar Iran? Wat kan ík doen om te voorkomen dat Sahar terug moet naar Afghanistan? Wat kan ík doen om te voorkomen dat vierhonderd meisjes zoals Sahar terug moeten naar Afghanistan?Ja, wat kan ik doen? Bijzonder weinig vrees ik. Een paar opties:
- ageren tegen vooroordelen over asielzoekers? Doe ik al, maar misschien nog te weinig. Ik zal in dit opzicht mijn leven proberen te beteren;
- lullige stukjes schrijven over de verantwoordelijke minister, Gerd Leers? Doe ik al. Uit niets blijkt dat hij zich aangesproken voelt;- het CDA aanspreken op begrippen als naastenliefde, barmhartigheid en solidariteit waarmee het altijd zo koketteert? Ik krijg niet de indruk dat het CDA naar mij luistert;
- mijn woede, afkeer, verdriet, walging, frustratie, afschuw over het huidige Nederlandse vreemdelingenbeleid méér op dit weblog uiten? Misschien, al heb ik niet de illusie dat ook maar één asielzoeker daar profijt van zal hebben;
- hopen dat Horster CDA-raadsleden die vorige week een gesprek met de minister hadden (klik hier en hier) en hem karakteriseerden als een ‘integer en moedig mensenmens’, hun invloed aan zullen wenden om hem op andere gedachten te brengen? Dream on.

Schiet ik – of liever: de asielzoekers – dus allemaal niets mee op. Eerlijk, ik weet gewoon niet wat ik kan doen. Ja, bij verkiezingen op een partij stemmen die een veel ruimhartiger asielbeleid voorstaat en anderen oproepen hetzelfde te doen. Maar dat betekent naar alle waarschijnlijkheid nog drie jaar machteloos toekijken. Iemand enig idee wat ik nú kan doen? Wat wé nu kunnen doen?

Actualisatie – Hek met doek

Schrijf je op 14 maart dat spiegels je door een gebrekkig ruimtelijk inzicht telkens voor een raadsel weten te plaatsen, krijg je een week later de suggestie om met een spiegeltje te bekijken wat er op het doek staat dat aan het hek langs de A73 bij Grubbenvorst hangt. Zo word je voor de gek gehouden waar je zelf bij staat. Volkomen bekloppt als ik ben, reisde ik, gewapend met een spiegeltje, de volgende dag toch maar weer af naar de bewuste plek. Dit was het resultaat:Geen steek mee opgeschoten, inderdaad. Ik heb nu definitief al m’n geloof in spiegels verloren. Intussen begon ik me langzaam neer te leggen bij het idee dat ik voortaan dan toch echt met deze tantaluskwelling door het leven moest. Maar om het vreselijkste van alle vreselijke spreekwoorden te citeren: ‘Als de nood het hoogst is, is de redding nabij.’ Zomaar langs z’n neus weg informeerde m’n zwager ineens of hij in dezen misschien wat voor mij kon betekenen. Dat liet ik me uiteraard geen twee keer zeggen! Samen togen we naar de Californischeweg en daalden het talud van de brug over de A73 af. Terwijl ik m’n zwager het probleem nog stond uit te leggen, was hij al met het grootste gemak over het hek geklommen dat voor mij als motorisch gestoorde een niet te nemen barrière was geweest. Ik kon hem nog net m’n fototoestel toewerpen en daar ging ie, op weg naar de ontrafeling van het mysterie:Een anticlimax, anders kan ik het niet omschrijven. De enige winst is dat het doek inderdaad een tekst bevat, iets waaraan ik door de tekortschietende verrekijker van vorige week zelfs begon te twijfelen. Maar welke tekst? Het enige dat ik ervan kan maken, is op de bovenste regel ‘Floriade’ en op de tweede regel ‘elders hier kappen.’ Mogelijk heeft achter ‘Floriade’ ook nog een woord gestaan, maar als dat al zo is, valt absoluut niet meer te ontcijferen welk. Dus ‘Floriade elders hier kappen’. Lastig te doorgronden tekst. Een protest tegen de Floriade die op enkele honderden meters van deze locatie gaat plaatsvinden? Lijkt me wel. Maar een bijzonder krachtig protest? Nee. Een pakkende spreuk? Nee. Zo is de strekking van de leuze overeenkomstig de weergave: vaag. Wat me overigens worst is: ik ben verlost van m’n tantaluskwelling; Marc bedankt!

Klein mysterie 236 – Aran

Aran è morto.Voor ten hemelschreiend dierenleed moet je tegenwoordig bij Hallo Horst aan de Maas zijn. Op 10 februari vergastte het wakkere weekblad ons al op een artikel over de brute moord op een geitje in de dierenweide van de Kasteelse B…, sorry, Kasteelpark Ter Horst. Afgelopen week stonden paginagroot de dieptragische lotgevallen van Aran centraal. Aran, een bijna dertigjarige pony uit Grubbenvorst. Mager maar gezond z’n oude dag slijtend in een wei aan de Californischeweg. Goed, z’n gebit was dan wel versleten en hij miste een paar tanden, maar wat wil je als je als pony de leeftijd van Aran hebt bereikt? Het ontbrak Aran verder aan niets: tweemaal daags water, tweemaal daags hooi, tweemaal daags brokken en elke middag vers gras in z’n wei zoveel als ie maar wilde. Een aards paradijs? Had het kunnen zijn als daar niet die verdomde passanten waren. Zij dienden zonder enige kennis van zaken klachten over verwaarlozing van Aran in bij de dierenbescherming, de politie, de Algemene Inspectiedienst (AID) en de Landelijke Inspectiedienst (LID). Tja, en wie krijg je dan als eigenaar aan de deur? Een, ‘AID-controleur op tijdelijke basis werkzaam voor de LID als inspecteur met bevoegdheden’, aldus Hallo (dat gelukkig geen detail onvermeld laat).
En wat doet die beste man? Die stelt voor een dierenarts naar Aran te laten kijken.
En wat concludeert die dierenarts? Dat Aran nog prima van z’n oude dag zou kunnen genieten.
En wat ziet die dierenarts voor mogelijkheden om nieuwe klachten over verwaarlozing te voorkomen? 1. Een deken over Aran leggen zodat hij wat dikker lijkt; 2. een bordje bij de wei plaatsen met de vermelding dat het een hoogbejaarde pony betreft; 3. Aran pepmiddelen geven. En wat concludeert vervolgens de eigenaar? ‘Ik kon niet anders dan de pony laten inslapen hoe moeilijk we het daar ook mee hebben.’
En wie krijgt vervolgens de schuld van de dood van Aran in de schoenen geschoven in de reacties op het artikel op de website van Hallo? De klagende passanten (3x), de AID (3x), de LID (1x), Hallo (1x) en de eigenaar (2x). Dit vreemde zaakje schreeuwt maar om één ding: de inzet van animal cops die de rol van alle betrokkenen tot op de bodem uitzoeken. Wat ik overigens in het hele verhaal een beetje mis is de mening van Aran zelf. Was hij moe en der dagen zat? Wilde hij er nog een tijdje flink tegenaan? Vond hij het met z’n versleten gebit wel fijn om tweemaal daags brokken te krijgen? Hier had een mooie rol weggelegd kunnen zijn voor medium Anne-Marie Canjels, die aldus (wéér) Hallo van 24 februari ‘kan communiceren met uw huisdier, mensen kunnen via haar vragen stellen aan hun huisdier’. Afgelopen vrijdag hield Anne-Marie spreekuur bij dierenspeciaalzaak Faunaland Van Grootel aan de Hoofdstraat. Maar toen was Aran helaas dus al morto.

(Uit overwegingen van piëteit treft u bij dit stukje geen foto’s van Aran aan.)

Actualisatie – Straatnaambordenraadselen (2)

Belofte maakt schuld, dus ik kom nog een keer terug op het spatiegebruik op straatnaamborden. René Dings van het platform Signalering Onjuist Spatiegebruik heeft met z’n reactie op mijn vraag van een week eerder duidelijkheid geschapen. Zijn voornaamste twee conclusies:
1. ‘De bedenker [van een straatnaam] mag zelf weten hoe hij de naam schrijft en is dus niet verplicht om zich aan de spellingsregels te houden.’
2. ‘Als je een samenstelling maakt met een eigennaam waar één of meer spaties in staan (zoals Rembrandt van Rijn), dan blijven die spaties in de samenstelling behouden. Het andere deel van de samenstelling wordt gewoon aan de naam vast geschreven.’De eerste conclusie maakt de rest van dit stukje (plus veel van wat ik eerder heb geschreven over straatnamen en straatnaamborden) in feite overbodig: welke onzin straatnaambedenkers ook bij elkaar verzinnen, ze zijn onfeilbaar en hebben altijd gelijk. Dat wil zeggen: zolang ze maar consequent zijn. Bij Driekooienweg/Drie Kooienweg rijden ze dus een scheve schaats, evenals bij Hoogvense straat/Hoogvensestraatin Tilburg (Simon bedankt voor de foto’s).
Hoewel deze bijdrage hier dus net zo goed zou kunnen eindigen, kan ik de verleiding niet weerstaan de voorbeelden die ik de afgelopen twee weken heb genoemd te toetsen aan de tweede conclusie van René. Dat leidt tot het volgende resultaat:
- Hanna van de Voortplein, Cuppenpedje en Jegeringshof: regel keurig toegepast;- Luisch Hof en Hakkerts Pedje: hadden ‘Luischhof’ en ‘Hakkertspedje’ moeten zijn;
- Deckersgoedtweg, Hottemeerweg, Herenbosweg: zullen we die het voordeel van de twijfel gunnen en er vanuit gaan dat ze zijn vernoemd naar het Deckersgoedt, het Hottemeer en het Herenbos?
- Zwarte Plakweg en Vonkelse Boschweg: prima, althans als ze verwijzen naar de Zwarte Plak en het Vonkelse Bos;
- Wittebrugweg: een Zwarte Plak en een Wittebrug? Vreemd. Witte Brugweg had meer voor de hand gelegen;
- Driekooienweg/Drie Kooienweg, waar het uiteindelijk allemaal om was begonnen: blijft onduidelijk zo lang niet is opgehelderd of de naam verwijst naar een boerderij of gebied met de eigennaam Drie Kooien dan wel naar drie kooien;
- Diepe Kuilenstraat: vergelijkbaar met Driekooienweg/Drie Kooienweg: akkoord als de straat is vernoemd naar een gebied met de eigennaam Diepe Kuilen, niet akkoord als ze is vernoemd naar diepe kuilen.

Resteert de weg die in Kessel, in Helden en in Odiliapeel Middenpeelweg heet en in Horst aan de Maas Midden Peelweg, terwijl Horst aan de Maas ook een Schadijkerpeelweg, een Zuringspeelweg en een Dorperpeelweg heeft.
Mag ik dat vreemd vinden? De eerste conclusie van René indachtig: nee. Daarmee is zijn reactie óók een lesje in nederigheid. Intussen heeft Zeverzak alweer een nieuw probleem opgeworpen: dat van de ontbrekende straatnaamborden. Eeuwige bron van vermaak, die straatnaamborden.

maandag 21 maart 2011

Klein mysterie 235 - Megastallen

Op de dag dat staatssecretaris Bleker besloot gemeenten en provincies te vragen voorlopig geen medewerking te verlenen aan nieuwe aanvragen voor megastallen, besloot de gemeenteraad van Horst aan de Maas de procedures voor de bouw van megastallen niet stil te leggen. Klinkt vreemd, is ook vreemd, maar het vreemdste is dat het besluit van de Horster raad desondanks heel voorspelbaar was. Want op 20 juli 2010 had een raadsmeerderheid van CDA, Essentie en PvdA-PK al eens besloten dat hangende allerlei (gezondheids)onderzoeken de vergunningsprocedures voor het Nieuw Gemengd Bedrijf (een megamegastal) niet hoefden te worden stopgezet. En voor de Horster gemeenteraad geldt: eens besloten, blijft besloten. Zelfs staatssecretaris Bleker en de Tweede Kamer kunnen daar niets aan veranderen.Ondertussen hadden de ruim twee uur (klik op agendapunt 1 en 6) die de raad vorige week dinsdag aan megastallen wijdde, weinig nieuws te bieden. Bij CDA en Essentie (samen een raadsmeerderheid) staan vooralsnog alle seinen op groen; bij D66 en SP op rood. En bij de PvdA-PK? Tja, ik weet niet. ‘Vuurrood’, ben je geneigd te denken als je PvdA-PK-fractievoorzitter Richard van der Weegen op zo’n avond weer eens hoort fulmineren tegen megastallen. Maar fulmineren of niet: de PvdA-PK-fractie sloot zich gewoon aan bij CDA en Essentie en keerde zich dus tegen voorlopige stillegging van procedures voor de bouw van megastallen. Dat valt tot op zekere hoogte nog uit te leggen ook, al dien je daarvoor wel schriftgeleerde te zijn. Toch voedt die opstelling mijn twijfel over de hardheid van het standpunt van de PvdA-PK. Een historisch gegroeide twijfel.Omdat tijdens de cruciale raadsvergadering op 12 februari 2007 de PvdA-fractie tegen de komst van het Nieuw Gemengd Bedrijf stemde en de PvdA-wethouder vóór en beiden daarna gewoon overgingen tot de orde van de dag.
Omdat toenmalig fractievoorzitter en huidig PvdA-PK-wethouder Birgit Op de Laak in Dagblad De Limburger van 16 december 2009 verklaarde bereid te zijn het verzet tegen het Nieuw Gemengd Bedrijf te staken in ruil voor openheid van het buitengebied, aandacht voor de minima én een zetel in het college van burgemeester en wethouders. Omdat – ik heb het al eens eerder geschreven – Richard van der Weegen in april 2010 in Hallo Horst aan de Maas opriep tot een pas op de plaats hangende gezondheidsonderzoeken naar megastallen en drie maanden later doodleuk tégen een pas op de plaats stemde.Zonder tegenbericht houd ik het er voorlopig maar op dat de seinen voor PvdA-PK op oranje staan. Overigens wil ik de heren Van der Weegen (PvdA-PK) en Van Rengs (SP), die er allebei van overtuigd zijn binnenkort staatssecretaris Bleker als partijlid te mogen begroeten, waarschuwen zich niet te vroeg rijk te rekenen. Ik roep hen graag een fragment uit de column van Bert Wagendorp in De Volkskrant van 5 maart in herinnering: ‘Laatst hoorde ik hem [Henk Bleker] praten over de megastallen. In een formidabel betoog slaagde hij erin zowel felle tegenstanders als overtuigde voorstanders te doen geloven dat hij aan hun kant stond. Dat is knap, maar na een stuk of drie van dergelijke uiteenzettingen begin je toch een beetje argwanend te worden. Bleker danst een permanente horlepiep rond de waarheid. Dit met Groningse tongval, die de argeloze luisteraar moet doen geloven dat Henk een eenvoudige jongen is van de klei die gewoon te simpel is voor zoiets ingewikkelds als liegen.’

Klein mysterie 234 – Vertegenwoordiger van het volk

De gemeenteraad van Horst aan de Maas, in vergadering bijeen op dinsdag 15 maart 2011, krijgt bij de behandeling van het burgerinitiatief van vereniging Behoud De Parel een lesje staatsinrichting van bovenmeester Anthony van Baal, volksvertegenwoordiger namens de SP. Luister mee (klik hier, ga naar agendapunt 6 en klik vervolgens door naar 1 uur 35 minuten en 25 seconden) en huiver: ‘Wij zijn volksvertegenwoordigers. Dit woord behoeft geen uitleg. Wij zitten hier als vertegenwoordiger van het volk. En wat het volk wil, is duidelijk. Wij hoeven dat slechts te vertalen in een besluit. De Tweede Kamer luistert al naar het volk. Nu hier nog. Ik kan me niet voorstellen dat de Tweede Kamer luistert, dat staatssecretaris Bleker luistert, maar dat er hier in Horst aan de Maas zestien zitten die niet willen luisteren. Niet willen luisteren naar wat het volk wil. Ik ga er vanuit dat we hier allen als raad aanwezig dan ook aan het eind van dit agendapunt besluiten wat het volk, hier massaal aanwezig, van ons verlangt en dat doen wat we zijn: vertegenwoordiger van het volk.’Wil het volk megastallen? Dan krijgt het volk megastallen!
Wil het volk geen megastallen? Dan krijgt het volk geen megastallen!
Wil het volk kernenergie? Dan krijgt het volk kernenergie!
Wil het volk vanwege een ongeluk in Japan geen kernenergie? Dan krijgt het volk geen kernenergie!
Wil het volk toch kernenergie omdat het ongeluk in Japan bij nader inzien wel meevalt? Dan krijgt het volk toch kernenergie!
Wil het volk geen allochtonen meer? Dan krijgt het volk geen allochtonen meer!
Wil het volk herinvoering van de doodstraf? Dan krijgt het volk herinvoering van de doodstraf!
Wil het volk geen belastingen meer? Dan krijgt het volk geen belastingen meer!
Wil het volk brood en spelen? Dan krijgt het volk brood en spelen!
Wil het volk Wein, Weib und Gesang? Dan krijgt het volk Wein, Weib und Gesang!Reactie van burgemeester Van Rooij op de opmerkingen van bovenmeester Van Baal: ‘Overigens bijzondere opvattingen hoe democratie nou werkt.’ Ware woorden, die ondersteuning van meer dan alleen Bram Hendrix (Essentie) hadden verdiend.(Voor alle duidelijkheid: ik ben tégen megastallen)

Klein mysterie 233 – Hek met doek

Een tantaluskwelling is volgens Van Dale een ‘kwelling waarbij men het begeerde in de nabijheid ziet en het toch niet kan verkrijgen’. Heerlijke kersen zien hangen, maar er, wat je ook doet, net niet bij kunnen, zoiets. Ik onderga momenteel ook een tantaluskwelling. Of dien ik te zeggen: ‘Mij overkomt momenteel een tantaluskwelling’? Of: ‘Ik wordt momenteel getroffen door een tantaluskwelling’? Hoe het ook zij: ik zie iets bijzonder begerenswaardigs in mijn nabijheid en kan het toch niet verkrijgen.
Het begon een week of twee geleden toen ik tussen Horst en Venlo over de A73 in zuidelijke richting reed. In een flits zag ik dat er enkele honderden meters voor de prachtige houten hangbrug tussen Grubbenvorst en Heierhoeve aan de rechterkant van de weg aan een hek een doek was bevestigd.De volgende dag kwam ik er weer langs. Verrek, bevat dat doek een opschrift? Volgende dag maar eens beter kijken.
Volgende dag: inderdaad, er staat iets op geschreven, in het blauw. Volgende dag maar eens goed kijken wat dan precies.
Volgende dag: valt voor de duvel nog niet mee. Volgende dag mijn snelheid ter plekke maar eens flink minderen.
Volgende dag: kan het verdomme nog niet lezen. Volgende dag maar eens kijken of hek en doek ook op een andere manier bereikbaar zijn.Volgende dag: niet of nauwelijks. Volgende dag toch maar liever m’n leven in de waagschaal stellen en ter plekke stapvoets over de A73 koersen om die vervloekte tekst te kunnen ontcijferen.
Volgende dag: gewenste resultaat blijft uit. Auto op de vluchtstrook parkeren en uitstappen? Geen optie omdat er ter plekke vanwege de werkzaamheden aan de vermaledijde Greenportlane tijdelijk geen vluchtstrook is. Volgende dag dan nog maar eens kijken of hek en doek op een andere manier bereikbaar zijn.
Volgende dag: me langs kleverige hars lekkende dennen worstelend bereik ik het hek met doek. Hè, hè. Ik kan het doek aanraken, ik kan het doek verknippen, ik kan het doek in brand steken, maar ik kan godverdegodver het doek niet lezen. Het hek is bovendien te hoog om er overheen te klimmen, zeker voor een motorisch gestoorde als ik. Volgende dag maar beter terugkomen, maar dan aan de overzijde van de weg, gewapend met een verrekijker. Volgende dag: terwijl onder me het verkeer voortraast, een vers opgespoten zandheuveltje beklommen in het heerlijke besef dat een lijdensweg van bijna twee weken er nu bijna opzit. Verrekijker uit etui, bril af, draaien aan de scherpstelknoppen. Verder draaien. Nog verder draaien. Terugdraaien. Nog verder terugdraaien. Nou zullen we het helemaal hebben, zeg. Ligt dat nou aan die klote verrekijker of staat er inderdaad helemaal geen tekst op dat doek?Wie o wie verlost van mij van deze tantaluskwelling? Het zal toch niet zo zijn dat Wikipedia gewoon gelijk heeft met de bewering dat bij een tantaluskwelling het gewenste iets voor altijd onbereikbaar blijft?

Actualisatie - Straatnaambordenraadselen (1)

Onverwacht snel ontving ik een reactie van het platform Signalering Onjuist Spatiegebruik op mijn vragen over spatiegebruik op straatnaamborden. Ik kom er later nog een keer op terug, maar hierbij alvast de reactie, niet nadat ik René Dings daarvoor hartelijk heb bedankt en u aanspoor toch vooral zijn boek Weg om legging aan te schaffen (bestel het bijvoorbeeld hier). Daar komt ie:

Hallo Wim,

Wat een leuke vraag! Toevallig heb ik niet alleen een website over spatiegebruik, maar ook een weblog over straatnaamgeving. Deze vraag past dus wel ‘in mijn straatje’. ;-)Samenstellingen worden in het Nederlands bij voorkeur helemaal aaneengeschreven. Een winkel waar je schoenen kunt kopen om mee te voetballen, is een voetbalschoenenwinkel. Voor straatnamen geldt echter wat voor alle namen geldt: de bedenker mag zelf weten hoe hij de naam schrijft en is dus niet verplicht om zich aan de spellingsregels te houden. Als je je zoon niet Jan maar Jann, Jhan of Jahn wilt noemen dan mag dat. En je mag je voetbalschoenenwinkel best ‘Voetbalschoenûhwinckel’ noemen. Maar als een gemeente straatnamen kiest, is het natuurlijk wel netjes als ze zich daarbij gewoon aan de spellingsregels houden.Hoe zit het met de spaties in straatnamen zoals ‘Rembrandt van Rijnlaan’, ‘Pieter van den Hoogenbandstraat’ en ‘Heilig Landpark’? Mogen die daar gewoon staan? Daarvoor citeer ik gemakshalve even een stuk van bladzijde 106 uit mijn boek Weg om legging, waar je zelf ook al naar verwees:
‘... Als je een samenstelling maakt met een eigennaam waar één of meer spaties in staan (zoals Rembrandt van Rijn), dan blijven die spaties in de samenstelling behouden. Door de hoofdletters in de naam is het wel voldoende duidelijk dat je met een samenstelling met een eigennaam te maken hebt. Het andere deel van de samenstelling wordt gewoon aan de naam vast geschreven. Een straat die naar Rembrandt van Rijn genoemd is, heet dus de ‘Rembrandt van Rijnstraat’. En een pad dat naar Wim Kan genoemd is, heet het ‘Wim Kanpad’. Als je het duidelijker vindt, mag je er een streepje tussen zetten. Dan worden het dus de ‘Rembrandt van Rijn-straat’ en het ‘Wim Kan-pad’. Ik vind dat vaak duidelijker. Volgens dezelfde regel heet een filiaal van Albert Heijn een ‘Albert Heijnfiliaal’ (of een ‘Albert Heijn-filiaal’), de fanclub van Paul de Leeuw de ‘Paul de Leeuwfanclub’ en een lid van de Tweede Kamer een ‘Tweede Kamerlid’. Daar is geen onjuiste spatie te vinden ...’Voor de voorbeelden die je op je weblog noemt, is dus de vraag of de straten vernoemd zijn naar namen met een spatie erin. Is de Drie Kooienweg bijvoorbeeld vernoemd naar een oude boerderij of herberg die ‘Drie Kooien’ heet, dan is ‘Drie Kooienweg’ de juiste spelling. Maar als er op de plek van die weg ooit gewoon drie kooien stonden en is de straat daar naar genoemd, dan is de juiste schrijfwijze ‘Driekooienweg’. Dat de ‘Zeven Provinciënstraat’ in Amsterdam met een spatie is geschreven, lijkt gewoon te kloppen, want die straat is naar de ‘Zeven Provinciën’ genoemd. En de ‘Zevenheuvelenweg’ in Berg en Dal moet inderdaad zonder spatie, want die weg is gewoon naar de zeven heuvelen genoemd waar de weg je over voert. Als het gebied officieel ‘Zeven Heuvelen’ heet, zou het ook de ‘Zeven Heuvelenweg’ kunnen zijn.In hoofdstuk tien van mijn boek (‘Spaties op straat’) geef ik nog veel meer voorbeelden van onjuiste spaties op straatnaamborden. Soms is die fout de schuld van de gemeente die gewoon een fout heeft gemaakt bij de vernoeming, en soms is het een fout van de bordenmaker die de foute naam op het bordje heeft gezet. Ik heb zelf vorig jaar een keer een stuk geschreven over de Derde Werelddreef hier in Delft, zowel op mijn spatiesite als op het straatnamenblog.Hopelijk heb je hiermee een antwoord op je vraag. Als je nog meer vragen hebt over dit onderwerp, dan hoor ik dat graag.

Vriendelijke groeten,

René Dings

maandag 14 maart 2011

Top 5 – Konijnenmuziek

Geweldig bos, dat Kasteelpark Ter Horst. Alleen zo jammer dat er allerlei dieren huizen. Die ons de pis lauw komen maken. Maar daar zijn wij niet van gediend! Wie denken die beesten eigenlijk wel dat ze zijn? Aalscholvers die illegaal komen vissen, waar zijn ze in godsnaam mee bezig? Konijnen die zich tegen de klippen van de hel op vermenigvuldigen, menen die onverlaten nu werkelijk dat ze zich alles kunnen permitteren? Helpen met hun duizenden de toch al zo tere voetbalvelden van Wittenhorst helemaal naar de mallemoer.
Wat is het dan toch goed dat er jagers zijn. Zien onmiddellijk de ernst van het probleem onder ogen en zijn terstond bereid hun geweren ter hand te nemen om die vermaledijde konijnen naar een andere wereld te helpen.
En wat is het dan toch ongelooflijk zeurpieterig dat er meteen weer mensen zijn die op hun achterste benen staan over dat schieten en naar politie en pers (Hallo Horst aan de Maas) stappen. Om zich te beklagen over het feit dat de jagers op konijnen schieten op momenten dat er ook wandelaars in het bos, sorry, park zijn. Tja, nou vraag ik je, wil je verlost worden van de plaag van die ‘graafgrage langoren’ (© Hallo Horst aan de Maas) of niet? Maar wat is het dan toch weer goed dat de politie meteen een diepgravende analyse van het probleem maakt. ‘Dat het schieten op konijnen met een luide knal gepaard gaat, brengt bij veel wandelaars of joggers een schrikreactie teweeg’, liet een attente politiewoordvoerder het wakkere weekblad weten.En wat is het dan toch goed dat we een pragmatische gemeente hebben die de jagers verzoekt zo vroeg mogelijk in de ochtend op pad te gaan. ‘Dan is de kans dat zich wandelaars in het bewuste gebied bevinden relatief klein’, aldus een gemeentelijke woordvoerder in Hallo. En wat is het dan toch goed dat de introductie van die animal cops zo traag verloopt. Want anders zou er van dat schieten natuurlijk helemaal niets meer terecht komen. Dan zou ongetwijfeld ook hier voor de halfzachte Drontense variant worden gekozen. Wat die inhoudt? ’s Nachts harde muziek door de speakers van de geluidsinstallatie laten schallen om de beestjes van de voetbalvelden te verjagen. Zoetsappiger kan niet. Maar mocht het onverhoopt toch ooit zover komen, dan hierbij mijn top 5 van konijnenmuziek:

5. Schnuffel – Ich hab’dich lieb

4. Mijn konijn en ik door Het Feestteam

3. Flappie door Youp van ’t Hek

2. Lief klein konijntje door Henkie

1. Bright Eyes door Art Garfunkel