zondag 29 december 2019

Intermezzo – De Hôrster Kwis (2)

Je zál maar een weblog over Horst hebben en het zál maar de avond van De Hôrster Kwis zijn … Mobiele telefoon, vaste telefoon, WhatsApp, Messenger: ze stonden allemaal roodgloeiend hier gisteren, de hele avond lang.


Tientallen mensen heb ik te woord gestaan, bekenden en volstrekt onbekenden. Erg goed voor m’n reputatie was deze avond dan weer niet, want in de meeste gevallen moest ik hen de gevraagde antwoorden schuldig blijven. Ik ben bijvoorbeeld zélf ook razend benieuwd naar het antwoord op de vraag welke tekst de muren van Het Groenewoud sierde bij het bezoek van koningin Beatrix in 1999. Bij de vragen over veldkruisen en trafohuisjes moest ik eveneens passen. Bijeffect van de vraag over de trafohuisjes was overigens wel dat de uit 2008 (!) daterende Horst-sweet-Horst top 5 van Horster trafohuisjes (klik hier) gedurende de avond met stip in de top 5 van best gelezen Horst-sweet-Horst-stukjes van afgelopen maand belandde.


Net als in voorgaande jaren waren enkele vragen van de quiz van mijn hand, zoals die over een fabriek in Grubbenvorst, die over de aanleg van een weg in het Caraïbisch gebied, die over de verbouwing van het zwembad in 1988 en die over een toneelstuk opgevoerd door Concordia ’62. Wie op zoek was naar een antwoord op een van deze vragen heb ik natuurlijk stuk voor stuk vriendelijk afgeserveerd (behalve dan die ene vrouw die me in ruil voor het antwoord op de vraag naar de lengte van de aan te leggen weg in het Caraïbisch gebied een geheel verzorgde reis van vier weken naar de Dominicaanse Republiek in het vooruitzicht stelde).


Dat het aantal hengelaars naar antwoorden dit jaar veel en veel groter was dan andere jaren, had alles te maken met vraag 66. Die ging namelijk over mijn vader.


Aangezien mijn vader er zelf niet meer is, dacht menigeen bij mijn zus en mij de grootste kans op het juiste antwoord te hebben. Maar het hele rare is dat ze daarvoor bij ons dan toch aan het verkeerde adres waren. Hoe ongelooflijk ook: we weten het zelf niet. Echt. Eerlijk. Dat mijn vader in 1989 ter gelegenheid van z’n vijftigste verjaardag op de televisie kwam, ja, dat herinneren we ons wel. We hebben er zelfs een krantenknipsel van:


Maar van welke ‘speciale gast’ hij bij die gelegenheid een bosje bloemen ontving? Al sla je ons dood! Moeten we nu echt tot de uitslagenavond op 25 januari wachten op een antwoord? Of is er nu al iemand die ons uit ons lijden kan verlossen?

zaterdag 28 december 2019

Intermezzo – Altaarnatief (2)

28 december vandaag. De dag van Onnozele Kinderen. Sinds enkele jaren de dag van De Hôrster Kwis. Vorig jaar was 28 december ook de eerste dag van Altaarnatief, de drukbezochte expositie van hedendaagse kunst in de Sint-Lambertuskerk. Onlangs voltooide Sanne Aben de aftermovie. Bekijk ‘m hier:

dinsdag 24 december 2019

Intermezzo – Wei

Terwijl de ene helft van Horst aan de Maas zich zondagmiddag onledig hield met kerstshoppen, zat de andere helft in theater De Maaspoort in Venlo. Ik behoorde tot de andere helft.


Aanleiding voor het bezoek aan de stad: de Limburgse première van Wei, de documentaire van Ruud Lenssen over de voortschrijdende dementie van zijn vader en de gevolgen daarvan voor diens gezin.


Indrukwekkend. Ontluisterend. Indringend. Niets verhullend. Ontroerend. Moedig. Confronterend. Zomaar enkele kwalificaties die zondag na afloop vielen te beluisteren. Kan ik me alleen maar bij aansluiten. ‘Prachtige fotografie’ (zo heet dat geloof ik in filmtermen), zou ik er nog aan willen toevoegen. Over elk van die kwalificaties valt van alles te schrijven – ik beperk me tot ‘niets verhullend’, ‘moedig’ en ‘confronterend’.


Of het nu grappig, verdrietig of huiveringwekkend is: de camera zit óveral bovenop. Van de agressie zo nu en dan van (vader) Jac tot de vertwijfeling zo nu en dan bij (moeder) Ria. Van Jac die over het huis waarin zijn kinderen zijn verwekt, zegt ‘Ik heb hier nog nooit seks gehad in die verrekte hut’ tot Jac die Ria uitmaakt voor ‘smerige teef’. Dat noem ik niets verhullend. Geen twijfel mogelijk, dit is het échte verhaal. Een pijnlijk en tragisch verhaal, in de eerste plaats voor de directe familie. Het vereist een onvoorstelbare portie moed om dat verhaal openbaar te maken – niet iedereen zal erop staan te kijken om met de billen bloot (bijna letterlijk) te gaan voor een groot publiek. Heel af en toe waande ik mezelf als kijker bijna een voyeur, maar ik besef: de film zou lang niet zo overtuigend zijn geweest zonder die meest intieme scènes. Intrigerend maar helaas onbeantwoordbaar is de vraag wat Jac er zelf van vindt dat zijn ziekteverloop van zo nabij is gefilmd en nu ongetwijfeld volle bioscoopzalen gaat trekken.


Confronterend was de film voor mij (en ongetwijfeld ook voor andere aanwezigen) in die zin dat ik nu al moeite heb met het achterstevoren spellen van het woord W-O-R-S-T (Jac: ‘T … O … O … W’). En moet ik me zorgen maken over het feit dat ik bij tijd en wijle niet op namen kan komen? En zegt het feit dat het me al mijn hele leven soms moeite kost om het juiste laatje voor het juiste woord te vinden iets over mijn voorland?


Ten slotte: de film is niet één langgerekt en diep tranendal, er zijn ook luchtige en vertederende momenten. Hilarische momenten ook – regelmatig schalde een lach door de afgeladen zaal. Hoewel ik dat lachen beslist niet veroordeel, bleef ik zelf ver verwijderd van het lachstadium: ook in de grappige scènes schemerde voor mij te sterk de diepe tragiek door.


Enfin, meer dan genoeg gezegd, de staande ovatie zondag na afloop sprak boekdelen. Maar ga gewoon zelf een keer kijken en vorm daarna een eigen oordeel. Klik hier voor de data, de tijden en de locaties van de vertoningen.

zaterdag 21 december 2019

Intermezzo – Arnold (3)

Gon Wiedemeijer-van de Munckhof, een van de vriendelijke dames van de Etos, reageerde op Facebook bijzonder uitvoerig en bijzonder geruststellend en bijzonder fantastisch op het stukje van gisteren over Arnold (klik hier). Zó uitvoerig, zó geruststellend en zó fantastisch haar reactie ook een plaatsje op dit blog verdient:

Allereerst zijn we, de vriendelijke dames van de etos, vereerd dat Arnold zo goed in de gaten wordt gehouden. Na eerdere kleine mankementjes aan zijn gestel is Arnold tijdens een van de stormachtige dagen van een paar weken geleden letterlijk van zijn voetstuk gevallen. De pin die vanaf t voetstuk in zijn voet steekt 😩 was afgebroken en Arnold is met zijn volle gewicht, neus vooruit op de stoep geklapt!


Een vriendelijke voorbijganger wees ons hierop, en we hebben natuurlijk meteen actie ondernomen. Arnold is naar ons magazijn gedragen en na hem gerust gesteld te hebben, en een pleister op zijn neus te hebben geplakt heeft hij een week op een stretcher in t magazijn bij mogen komen van de schrik. Inmiddels is zijn voetstuk gerepareerd en mag hij weer op zijn oude stekje.


De neongele band was bedoeld om zulke catastrofes in de toekomst te voorkomen door hem vast te maken aan de regenpijp. De collega die hem echter buiten had gezet had dit niet helemaal begrepen en dacht dat t deco was (incl interne memo. 😂) Zo zie je maar weer, voor Arnold wordt goed gezorgd! Gelukkig geen negatieve reacties op zijn genderneutraliteit. Ook geen snode plannen van team etos, we hebben enkel zijn 'well being' voor ogen. Iedere dag tillen we hem met gevaar voor eigen rug liefdevol onder zijn billen naar buiten. En de muts op zijn hoofd laat zien dat we met hem meevoelen dat hij in weer en wind buiten in de kou moet staan, och erm.


Maar Arnold is er weer helemaal klaar voor na een weekje rust, hij kan t weer aan! 👊💪 Kom maar op 2020! 🎉

vrijdag 20 december 2019

Intermezzo – Arnold (2)

Nood breekt wet. En dus had ik al contact opgenomen met Peter R. de Vries, met Opsporing verzocht, ja zelfs met Aktenzeichen XY … ungelöst. Hij was immers al ruim een week weg. Van de ene dag op de andere. Foetsie, spoorloos verdwenen. Voor altijd? En hij was nog wel zo’n vertrouwd gezicht in het Horster straatbeeld! ‘Vriend’ is een groot woord, maar een goede bekende was Arnold – want over hem heb ik het natuurlijk – op z’n minst, zeker na de interviews die hij me in 2015 en in maart van dit jaar toestond (klik hier en hier).


Wat zou hem in godsnaam zijn overkomen? Vermoord? Weggelopen? Ontvoerd? Gewoon bezweken aan een van zijn zo talrijke verwondingen? Misschien het ziekenhuis ingeslagen door potenrammers nadat hij onlangs ogenschijnlijk een voorzichtig pro-genderneutraliteit-statement had gemaakt?


Hoe dan ook: hoogst verontrustend allemaal. Kunt u zich daarom misschien mijn opluchting voorstellen toen ik Arnold gistermiddag om 15.26 uur weer op z’n oude vertrouwde stekje voor de Etos in Horst aantrof, bright and shiny als zelden tevoren?


Eind goed, al goed? Dat valt nog maar te bezien. Nog geen drie uur later, om 17.49 uur om precies te zijn, ontving ik van Peter Janssen deze foto, tien minuten eerder eigenhandig door hem gemaakt:


Voor wie het niet kan lezen, het opschrift op het briefje luidt: ‘Om Arnold mee vast te maken aan de regenpijp.’ Commentaar van Peter: ‘Wat moeten we hiervan denken? Dat had ik niet achter die vriendelijke dames van Etos gezocht. Teveel 50 tinten grijs gekeken. Kunnen de naam beter veranderen in Eros.’ Verder vraagt Peter zich ook al af: ‘Zou hij ontvoerd zijn geweest dat ze hem aan de regenpijp moeten vastbinden? Of weggelopen? Of hij was eindelijk naar de dokter. De beste man heeft al jarenlang zoveel kwaaltjes …’


Vanmiddag als goede bekende een gesprekje met Arnold proberen aan te knopen. Hij bleek er absoluut nog niet voor in de stemming te zijn. Een dezer dagen maar eens een nieuwe poging wagen.


In de tussentijd blijf ik me het hoofd breken over de vraag naar het waarom van zijn verdwijning en de vraag naar het waarom van zijn ketening aan de regenpijp. Hebben ‘die vriendelijke dames van Etos’ inderdaad snode plannen met Arnold? Of zouden ze die inmiddels al hebben uitgevoerd? Vanmiddag was Arnold namelijk alweer ontketend …

dinsdag 17 december 2019

Top 5 – Vanmiddag in de Kasteelse Bossen geplaatste spreekwoordborden met actualiteitswaarde

Voor een primeur haalt Horst-sweet-Horst z’n neus nooit op. Daarom: sinds vanmiddag is de zogeheten Tuin der Gratiën in de Kasteelse Bossen omgetoverd in een spreekwoordentuin. 


240 borden met uitleg over de herkomst van evenzoveel spreekwoorden vormen de komende maanden een lang wit lint langs de boorden van de zwemvijver. Sinds april van dit jaar stonden deze borden in het kader van Horst aan de Maas 800 op diverse locaties in de gemeente.


Spreekwoorden zijn vleesgeworden clichés. Wat niet wegneemt, of juist betekent, dat ze in elk geval een kérn van waarheid bezitten. En heel vaak ook actualiteitswaarde. Dus daar komt ie: de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van vanmiddag in de Kasteelse Bossen geplaatste spreekwoordborden met actualiteitswaarde:

5. Stevig in het zadel zitten


Als zelfs Mark van Bommel niet meer stevig in het zadel zit, wie dan nog wel?

4. Een vette gans bedruipt zichzelf


VVD-voorman Klaas Dijkhoff. Verdere toelichting overbodig. Deze is trouwens ook op dezelfde meneer van toepassing:


3. Geen knip voor de neus waard zijn


FDF-voorman Mark van den Oever. Verdere toelichting overbodig.

2. Vieze varkens worden niet vet


‘Betekent dat je niet al te kieskeurig moet zijn wat eten betreft, gewoon opeten wat je wordt voorgezet en er niet over zeuren.’ Dus twee, drie dagen in de week geen vlees op je bordje? Niet mauwen!

1. Vele varkens maken de spoeling dun


Waarom wordt er dan niet naar gehandeld? En met name niet door mensen en partijen die altijd bij hoog en bij laag beweren dat ze het ‘gezond boerenverstand’ zo hoog in het vaandel hebben staan?

zaterdag 14 december 2019

Intermezzo – Klaterval

Zaterdag 14 december 2019, 11.18 uur, Fabrieksstraat te Horst (klik op pijltje, afspelen met geluid aan):

donderdag 12 december 2019

Intermezzo – Mèrthal

Soms is het niet onaangenaam als je chauvinisme wordt gekieteld. Soms ook is het goed als je chauvinisme een mokerslag krijgt toegediend. Alleen al om deze beide redenen was het bijwonen van de lezing van Ton van Mastrigt gisteren in De Leste Geulde een genoegen. De Heerlense architect en stedenbouwkundige hield op uitnodiging van het LGOG een inleiding over Frits Peutz (1896-1974),


architect van wereldfaam, die vooral in Heerlen zijn sporen heeft nagelaten, met warenhuis Schunck (‘Het Glaspaleis’) als bekendste voorbeeld.


Maar Peutz was ook buiten de Mijnstreek actief. Ja – hier werd dat chauvinisme gekieteld – zelfs in mijn eigen Horst. En dus speelde de Mèrthal, want om dat gebouw gaat het, een prominente bijrol in de lezing. Kort door de bocht geformuleerd was de stelling van Ton dat Peutz geen moderne architect was, maar een architect die (ook) modern heeft gebouwd. Hij staafde dit met voorbeelden van zowel naar het traditionele neigende als modernistische gebouwen van Peutz. De Mèrthal, daterend uit 1937, schaarde hij daarbij onder zijn meer traditionalistische scheppingen. 


Dat Peutz ontwerper is van de Mèrthal, is al langer bekend, zij het in (te) kleine kring. Ton stipte de nodige feitjes aan: dat de Mèrthal 50 bij 20 meter meet, dat het vee er in vier rijen stond opgesteld, dat er onder de luifels ook nog plaats was voor vee, dat het gebouw zakelijk oogt, dat het oorspronkelijk de bedoeling was het in beton uit te voeren, dat de luifels, de nok en de massieve gesloten dakvlakken het meest in het oog springen.


De verschijningsvorm van de Mèrthal doet enigszins denken aan die van een kerk, ze functioneerde na de Tweede Wereldoorlog ook jarenlang als noodkerk. Interessante vraag die Ton opwierp: liet Peutz zich bij zijn ontwerp inspireren door de kerkvorm of ging hij verder terug, naar de markthal (basilica) uit de tijd van de Romeinen, die aan de basis stond van de latere vorm van kerken?


Ton roemde vooral de ‘ingenieuze kapconstructie’ van de Mèrthal met haar dertien spanten en haar opgehoogde gedeelte, bedoeld om meer licht binnen te halen. Des te schrijnender dat juist dat onderdeel van het gebouw tegenwoordig door draperieën aan het zicht onttrokken is. Bovendien staan de draperieën de toetreding van daglicht in de weg.


‘Daarmee ontdoe je het gebouw van zijn essentie’, aldus Ton, mijn chauvinisme een mokerslag toedienend.

zaterdag 7 december 2019

Intermezzo – Kasteelboerderij (14)

I
Veel gehoord de afgelopen week: ‘Heb je de verbouwde en vergrote Kasteelboerderij al gezien? Is mooi geworden, hè?’


Ja, ik heb de verbouwde en vergrote Kasteelboerderij al gezien. En ja, ze is inderdaad mooi geworden, met respect voor het bestaande gebouw en met nieuwbouw die niet probeert te concurreren met de oudbouw. Kost me geen enkele moeite dit toe te geven. Sterker nog: heb m’n waardering ook uitgesproken richting nieuwe eigenaar tijdens een spontane rondleiding, enkele weken geleden.

II
Veel gehoord de afgelopen week: ‘Heb je het stukje van Alex Janssen over de Kasteelboerderij in Hallo al gelezen? Verschrikkelijk, hè?’


Ja, ik heb dat stukje van CDA-gemeenteraadslid Alex Janssen over de Kasteelboerderij gelezen. En ja, het is inderdaad verschrikkelijk. En aandoenlijk. En bespottelijk. Eerst het bespottelijke. Eerste zin: ‘Het is bijna zover dat er officieel een nieuwe parel in onze mooie gemeente toegevoegd mag worden.‘ Voorvoorlaatste zin: ‘Door lef, ambitie, publiek en privaat ondernemerschap is deze parel uitgegroeid tot een diamant.’ Tja, wat is het nu: een parel of een diamant? Laatste zin: ‘Kasteelbeelderij, simpeler kan ik het niet maken.’ Kasteelbeelderij? Een nieuw woord moeten verzinnen om het simpeler te maken?


Dan het aandoenlijke. In de derde zin zegt onze Doener in Passie geen reclame te gaan maken voor ‘de veelbesproken Kasteelboerderij met de prachtige naam Graaf ter Horst’. Zijn stukje is inderdaad geen reclame. Wat het wel is? Een verheerlijking, een bewieroking, een ophemeling, een zaligverklaring, een heiligverklaring van de nieuwe Kasteelboerderij en haar initiatiefnemers en (impliciet) van alle CDA’ers die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit zevende wereldwonder.


Ten slotte het verschrikkelijke. Het verschrikkelijke is dat onze Kruisridder van het Positivisme de ‘ophef’ over de verkoop van de Kasteelboerderij verengt tot ‘de in sommige ogen te lage waardebepaling’. Ik blijf erbij dat de verkoopprijs (135 duizend euro; ver onder de WOZ-waarde, om maar eens iets te noemen) belachelijk laag was.


Maar zelfs als dat niet zo was: de ‘ophef’ had bijvoorbeeld ook betrekking op het feit dat de Kasteelboerderij niet in de vrije verkoop is gegaan, op het feit dat er met slechts één kandidaat-koper is gesproken, op het feit dat er geen discussie is gevoerd over de toekomstige functie van de Kasteelboerderij,


op het feit dat er geen discussie is gevoerd over de vraag of de Kasteelboerderij wel in particuliere handen zou moeten komen. Enzovoort. Onze Trotse Pauw schuift het voor het gemak allemaal onder het tapijt: ‘Zo trots als je nu langs Graaf ter Horst rijdt, wat daar is gebeurd.’

III
Veel gedacht de afgelopen week: ‘Wat zou Horst aan de Maas toch gediend zijn met minder CDA-raadsleden die als applausmachinale schoothondjes achter het gemeentebestuur aanlopen.’   

dinsdag 26 november 2019

Top 5 – Hoogst aanstekelijke handwerkspreuken van ’t Schippertje

Stammend uit een tijd waarin het woord genderneutraliteit nog niet bestond, ben ik nooit ingewijd in de nuttige handwerken. Veel verder dan dit borduurseltje (1971, eerste klas Weisterbeekschool, juffrouw Van Bommel alias ‘Lieske’)


ben ik nooit gekomen. Het echte werk was voorbehouden aan meisjes. Helemaal zeker weten doe ik het niet, maar ik vermoed dat terwijl de meisjes zich onder leiding van Lieske bekwaamden in handwerken, de gevreesde juffrouw Wamsteker ons, jongens, handenarbeid probeerde bij te brengen. Hoe het ook zij: ik heb nooit een rapportcijfer voor handwerken gehad.


Het ontbreken van enige handwerkeducatie heb ik nooit als een groot gemis ervaren. Met mijn slecht ontwikkelde fijne motoriek is het sowieso maar de vraag of handwerken mijn capaciteiten niet te boven gaat. Maar toch … maar toch denk ik soms dat ik het gewoon eens zou moeten proberen. Aanleiding voor deze gedachte: de op een zwart schoolbord gekrijte, hoogst aanstekelijke handwerkspreuken van Breimode en Handwerken ’t Schippertje aan de Schoolstraat in Horst. Om de zoveel tijd een andere spreuk, af en toe gericht op de actualiteit, zoals ten tijde van de discussie over al dan niet vaccineren,


maar meestal tijdloos.


Die tijdloze spreuken hebben één ding met elkaar gemeen: ze hebben allemaal de belofte van een beter leven in zich. Zit geluk dan echt in een dun draadje? Komt ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van hoogst aanstekelijke handwerkspreuken van ’t Schippertje:

5. Creatief bezig zijn is goed voor onze gezondheid!


Iets te braafjes, iets te algemeen.

4. Breien voelt als mediteren


Min of meer identiek aan Brei je zen.


Wel handig om van te voren te weten hoe mediteren voelt en of zen zijn aangenaam dan wel onaangenaam is.

3. Thuis is waar mijn breiwol ligt


Begrijp ik eindelijk waarom ik me nergens thuis voel.  

2. Breien is goed voor je humeur


Vergeet prozac, alcohol en andere drugs en ga gewoon breien!

1. Zojuist garen gekocht … ik voel me super!


Het is blijkbaar dus nog simpeler: het zit ‘m niet in het breien, haken of borduren, maar alleen al het kopen van garen is voldoende om je super te voelen.