Posts tonen met het label dialectpolitie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dialectpolitie. Alle posts tonen

vrijdag 28 februari 2025

Intermezzo – Platte plaatsnamen

‘Ow gemint deut niks vör os taal! Dus doon weej wat zeej zujje motten doon!’ En dus beplakte PLAT, de Polletieke Limburgse Actiegroep Taalbeleid, onlangs de plaatsnaamborden van de zestien kernen van de gemeente Horst aan de Maas met de dialectnaam van de betreffende kern (bekijk hier een filmpje van deze actie).


Wat is PLAT? Daarvoor kunnen we terecht op de PLAT-website. Enkele citaten:
‘PLAT is opgerich door twee jónges oet Nederlans-Limburg die beide väöl passie veur 't Limburgs höbbe. Limburgs is sinds 1997 ein door 't Riek erkèndje regionaal taal. Wae wille 't idee doorbraeke det oos taal allein mer ein variant is van 't Nederlands. Veer wille 't  Limburgs laevendig haje. Limburgs is de taal van ós. De taal van 't hert. Mer 't is väöl meer es allein 'n taal. 't Is ouch deil van oos cultuur, van waem veer zeen, van oos identiteit.’
Wat ik hiervan denk? Ik prijs mezelf gelukkig dat ik (Horster) dialectspreker ben. Of ik daarmee automatisch ook spreker van de Limburgse taal ben, betwijfel ik. De argumenten die worden aangevoerd om te bewijzen dat het Limburgs een taal zou zijn, kunnen me niet overtuigen. Zoals het voor mij ook maar de vraag is of een Limburgse identiteit en een Limburgs bewustzijn bestaan: ik heb de indruk dat in Limburg het lokale, regionale en nationale bewustzijn aanzienlijk sterker zijn ontwikkeld dan het provinciale, misschien met uitzondering van de carnavalstijd.


Desalniettemin heb ik geen enkele moeite met de plakactie van PLAT. Over de PLAT-spelling ga ik ook niet zitten mierenneuken, het zal me worst wezen of je Melderslo in het dialect (of in de Limburgse taal…) schrijft als Melderse, Mèlderse, Maeldurse of Maelderse. Laat de Limburgse taalpolitie haar tanden hier maar op stukbijten.


Wat wel enigszins onbegrijpelijk is, is dat PLAT iets heeft gemist. Namelijk dat het niet Melderse is, maar de Melderse. ‘Wao woënde geej?’ ‘Ik woën in de Melderse. En ok óppe Melderse.’


Bij de plaatsnaamborden van Meterik en Hegelsom is PLAT op dezelfde manier in de fout gegaan: niet Miëterik maar de Miëterik; niet Haegelsum maar d’n Haegelsum.


Onmachtig als ik het Zaerums dialect ben en niet uit op ruzie met de Zaerumse, waak ik ervoor al te absolute uitspraken te doen over Kroeënenberg. Toch lijkt me dat ook voor die plaatsnaam in het dialect een lidwoord thuishoort: de of d’n Kroeënenberg.


Overigens word ik intussen gekweld door de vraag wat het Horster dialectwoord voor mierenneuken is. Iets met zekdumpel erin veronderstel ik. Iemand enig idee?

dinsdag 26 januari 2021

Intermezzo – Carnavalsetalage

Lieve mevrouw, meneer De Greef,

Of mijn aansporing van afgelopen zaterdag (klik hier) er nu wel of niet aan heeft bijgedragen doet er niet toe. Wat er wel toe doet is dat ik vandaag tot mijn onuitsprekelijke vreugde mocht constateren dat u ondanks corona en ondanks het niet doorgaan van carnaval toch bent overgegaan tot de inrichting van een carnavalsetalage.


Elk jaar is uw carnavalsetalage niet alleen een lust voor het oog, maar ook een ijkpunt voor velen. Dat uw etalage ook in deskundige kring de erkenning krijgt die ze verdient, mag onder meer blijken uit de bijna jaarlijkse koppositie in de Horst-sweet-Horst top 5 van Horster carnavalsetalages.


Voor het feit dat u ondanks de afgelasting van alle carnavalsactiviteiten toch een carnavalsetalage heeft ingericht, kunt u niet hoog genoeg worden geprezen. Iedereen ziet in deze zo zware tijden uit naar verlichting, naar perspectief, naar bakens van hoop. En dat is precies wat uw carnavalsetalage ons biedt.


Met de overwegend rood-witte kleurstelling en de overvloedige aanwezigheid van hartjes in uw etalage sluit u perfect aan bij de actualiteit van nu.


Ook met de in het groen gehulde verpleegster en de in vergelijking met voorgaande jaren wat soberder aankleding van de etalage toont u meer dan overtuigend aan helemaal in het nu te staan. Laten we met z’n allen hopen dat volgend jaar weer een uitbundiger toonzetting op haar plaats zal zijn. Maar voor nu: duizendmaal dank!  

Met hartelijke carnavalistische groet,

Wim


P.S. Bij alle lof wil ik u/jullie als onbezoldigd medewerker van de Horster dialectpolitie wel nog meegeven dat ‘jullie’ een woord is dat het Horster dialect niet kent. Maar nogmaals voor de goede orde: maak jullie geen zorgen! Jullie hebben een mooie carnavalsetalage! Wat zeg ik? Jullie carnavalsetalage is de mooiste van heel Horst aan de Maas!
(Mák ow gen zörg! Geej het en schon vástelaovesetalaasj! Waat zeg ik? Ow vastelaovesetalaasj is de schonste vaan hiël Hôrs án de Maas!)

maandag 13 oktober 2014

Klein mysterie 596 – Rowwen Hèze

‘Dat row van Rowwen Hèze, wat betekent dat eigenlijk?’, vroeg een hooggeleerde dame die het Horster dialect niet machtig is me een dezer dagen. Typisch gevalletje vragen naar de bekende weg dacht ik in eerste instantie. Row? Dat is toch gewoon … eh … row? Het bleek dus typisch géén gevalletje vragen naar de bekende weg.

Waar ben ik de afgelopen dagen niet overal geweest? Hoofdwegen, zijwegen, B-wegen, onverharde wegen, zandwegen, ballastwegen en weet ik wat voor wegen ik verder nog heb bewandeld, maar het komt me voor dat ik uiteindelijk ben verdwaald en op een doodlopende weg ben beland. Zelfs uitspraak en schrijfwijze zijn al problematisch. Ik geef mijn mening graag voor een betere, maar volgens mij is het niet (klik op pijl)
Dat schrijf je in elk geval niet als row. Hoe dan wel? Typisch gevalletje voor de dialectpolitie dunkt me. Iets van rów, roow of roôw of ergens daar tussenin?
Rów (laat ik die schrijfwijze hier maar aanhouden) komt helaas niet voor in de beide Horster woordenboekjes. Zonder er al te diep over na te denken, zou ik het zelf vertalen met ‘ruw’. Rów waer – ruw weer. Rówwen Hèze (Haeze komt me eigenlijk juister voor) – Ruwe Hesen? Waarom niet?
Maar enne rówwen duvel dan? Dat is dan toch eerder ‘een wilde duivel’ dan ‘een ruwe duivel’. Rówwen Hèze – Wilde Hesen? Of ben ik wellicht abuis met mijn interpretatie van enne rówwen duvel? Het Venrays woordenboek vermeldt bij ròwwen dūvel: ‘onnauwkeurig persoon, slordig iemand.’
(Zandweg: De neeje knaecht ziet nie allenneg uut as enne ròwwen dūvel, hìj is ’t ok nog!’
Venrays is weliswaar geen Horster, maar toch. Aan ròw kent het Venrays woordenboek verder de betekenissen ruw, ruig en wild toe.
(Onverharde weg: ‘Wat ziede ’r toch ròw uut! – Wat zie je er toch ruig uit.’
Nog ingewikkelder wordt het na raadpleging van Het dialect van de gemeente Meerlo-Wanssum. Row, rów, ròw, roow en roôw komen daarin allemaal niet voor. Wel rauw: ‘rauw wèèr – ruw weer.’
(Zijweg: ‘’t Is rauw wèèr – De bevalling is bezig.’
Maar in het Meerlo-Wanssums heeft rauw ook nog een tweede betekenis: ‘onverzorgd, ongekookt. Wat ziede d’r rauw üt – Wat zie je er slordig, onverzorgd uit.’
(B-weg: ‘Ik haj die meid nog liever rauw ás enne pastoeër gebraoje. Ik lustte dat meisje nog liever ongekookt als een pastoor gebraden.’) 
Mielders, Swólgs en Tienders zijn weliswaar evenmin Horster, maar toch.
Op grond van het bovenstaande lijkt me de conclusie gerechtvaardigd dat het Venrays en het Meerlo-Wanssums geen onderscheid kennen tussen de Nederlandse begrippen rauw en ruw. Geldt dat ook voor het Horster? En spreek je rauw in het Horster eigenlijk wel uit als rów? Of toch als row? Rowwe grunte of rówe grunte?
(Ballastweg: met de wetenschap van nu en met de wetenschap dat Christiaan Hesen (‘Rowwen Hèze’) een lege oogholte had die vol ongedier­te zat, altijd kapotte kleren droeg, zich nooit waste en het sap van zijn pruimtabak door zijn stoppelbaard naar beneden liet drijven, is het verleidelijk row te vertalen met ‘ongeciviliseerd’ – maar vraag me niet wat dat dan weer precies betekent.)  
Ik zei het toch: ik ben hopeloos verdwaald! Wie helpt me en voert me terug naar de raechte waeg?

maandag 29 september 2014

Intermezzo – Dialectpolitie

De uitdrukking ‘van de regen in de drop komen’, kent u die? ‘In plaats van in de gehoopte betere in een nog slechtere toestand komen’, zegt mijn woordenboek. Dat is precies wat de gemeente Horst aan de Maas is overkomen. ‘Politieke gevoeligheid’ deed het gemeentebestuur onlangs besluiten een steegje tussen de Steenstraat en een nieuw aan te leggen parkeerplaats niet te vernoemen naar voormalig (PvdA-)wethouder Toos Buijssen. Met de naam Bôtterpedje speculeerde het gemeentebestuur op een onbewolkte hemel en volop zonneschijn. Niets is minder waar: de gemeente is onder de wielen van de dialectpolitie gekomen, het zwerk is asgrauw geworden en het regent harder dan ooit tevoren.
Twee weken geleden gaf ik hier uiting aan mijn boosheid over het niet naar Toos Buijssen vernoemen van het steegje. Facebookreactie van Mart van den Munckhof: ‘Bôtterpedje! Ook nog FOUT gespeld! Het moet Bótterpedje zijn! Een hoedje op een klinker is een rekteken!’ Wakker als altijd deed Hallo Horst aan de Maas afgelopen week navraag bij de gemeente: ‘Een woordvoerder van de gemeente geeft aan dat er geen officiële spelling voor dialectwoorden is. Zij beroept zich in dit soort gevallen op de dialectwoordenlijst die website mijnwoordenboek.nl hanteert.’ Helemaal fout, aldus Mart: ‘Van den Munckhof wijst er op dat de website die de gemeente raadpleegt, een Wiki-woordenboek is, waar iedereen zonder controle aanvullingen op kan geven. “Vrij onbetrouwbaar dus.”’ Mart pleit ervoor de zogeheten Veldekespelling te hanteren of anders te rade te gaan bij de twee Horster dialectwoordenboeken. Een goede raad die niet aan de gemeente is besteed, zo blijkt uit Hallo: ‘De gemeente geeft aan het bij de door hen [sic] gekozen spelling te houden.’
Mart liet het er na verschijning van het artikel in Hallo niet bij zitten en ging over tot actie: ‘Zo. Even het internetwoordenboek MWB verbeterd waar de gemeente zich op baseert. Nu baseren ze zich dus op mij. Betrouwbaar! :-)’ Inderdaad staat waar blijkbaar tot voor kort bôtter stond, nu bótter (klik hier). Heerlijk! Ouderwets genieten! Vol verwachting zie ik uit naar de onthulling van het straatnaambordje. Bij bookmakers schijnt vooralsnog vooral te worden ingezet op het accent aigu van Mart (notering 1:2). Het accent circonflexe van de gemeente noteert momenteel 1:2,5. De onnavolgbaarheid van de gemeente kennende heb ik zelf al mijn geld gezet op het accent grave.  
Hoe ik zelf in de discussie zit (om het maar eens modern te zeggen)? De klotskopperigheid (Klótskopperigheid? Klôtskopperigheid? Klòtskopperigheid? Klötskopperigheid?) van onze vroede vaderen is natuurlijk om je te bescheuren. Hetzelfde geldt voor het argument dat het dakje van bôtter ‘ook voor iemand die geen dialect spreekt, houvast biedt’. In mijn ogen is elke discussie over het geschreven dialect een achterhoedegevecht: dialectsprekers hebben al die accenten niet nodig voor de juiste uitspraak en niet-dialectsprekers zullen de juiste uitspraak toch niet onder de knie krijgen, welke accenten je er ook tegenaan gooit.
Overigens ben ik van mening dat Mart moet worden bevorderd tot hoofdagent van de Horster dialectpolitie. Zolang zulks nog niet het geval is, wil hij misschien enkele gedachten wijden aan een vraag waardoor ik al enkele dagen wordt gekweld: waarom moet bótter (en ook bôtter) eigenlijk met dubbele t worden geschreven?