Posts tonen met het label America. Alle posts tonen
Posts tonen met het label America. Alle posts tonen

vrijdag 18 juli 2025

Intermezzo – Sleurhut

Ineens stond het er, vorig weekend, aan de Meteriksebaan in America. Geparkeerd aan de bosrand, onder een paar overhangende takken. Niet schreeuwend om aandacht, maar één met zijn omgeving. Alsof het er al jaren stond. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat het er stond. Opvallend door zijn onopvallendheid. Wat het was? Van afstand deed het denken aan een sleephut, een gemakkelijk verplaatsbare kleine jachthut op wielen die je soms bij een akker- of bosrand ziet staan: óók op wielen (geel in dit geval, mogelijk kinderwagenwielen), vergelijkbare locatie, vergelijkbare afmetingen, vergelijkbare schutkleur. 


Van dichterbij had het toch meer weg van een sleurhut, een vreselijk woord, maar in dit uitzonderlijke geval toch te verkiezen boven caravan omdat caravan een grootte en een mate van luxe suggereert die het object aan de Meteriksebaan volkomen vreemd waren.

Wat sleurhut tot een meer geschikte benaming maakt dan sleephut, is dat dit object sterk de indruk wekte een (geïmproviseerde) mobiele woning of op z’n minst een mobiele slaaplocatie te zijn, inclusief puntdak met in de nok een ruitvormig raam. Daarom is de op het eerste oog eveneens in aanmerking komende benaming fietskar(retje) ongeschikt: een fietskar is doorgaans niet bedoeld om in te slapen.


Achter de sleurhut stond zo nu en dan een damesfiets geparkeerd, met een aan het stuur bevestigd rieten mandje. Aan de voorzijde van de hut zat iets dat je een deur zou kunnen noemen. Daarin was iets dat je een raampje zou kunnen noemen uitgespaard. Achter dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen hing iets dat je vitrage zou kunnen noemen. Het geheel oogde als een vredig, huiselijk tafereeltje, zelfs op die momenten dat de damesfiets met het rieten mandje er niet stond en dat dat iets dat je een deur zou kunnen noemen was afgesloten met een hangslot.

Op 7 juli was er op dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen een geprint briefje geplakt met het opschrift 7 juli ’25. Een dag later hing er een geprint briefje met het opschrift 8 juli ’25.


De sleurhut aan de Meteriksebaan prikkelde zowel de nieuwsgierigheid als de verbeelding. Toegeven aan de nieuwsgierigheid en overgaan tot ontraadseling van het raadsel lag op de loer, maar zou dodelijk zijn voor de verbeelding.

Na enkele dagen was de sleurhut weer verdwenen. Die verdwijning voorkwam de ontraadseling. Waardoor de verbeelding gewoon haar werk kan blijven doen. Laat de sleurhut aan de Meteriksebaan voor altijd een raadsel blijven.

(Dit stukje verscheen eerder deze week in Via Horst-Venray)

zaterdag 21 juni 2025

Horst aan de Maas in oude ansichten (10) | Groene Kruisgebouw America


‘Kunnen die woningwetwoningen er ook op?’
‘Geen probleem.’
‘En een gedeelte van de woning rechts naast de woningwetwoningen?’
‘Kan, maar dan vallen links wat meters van het Groene Kruisgebouw weg.’
‘Doe maar, dat gebouw is al lang genoeg.’

Lang inderdaad, dat Groene Kruisgebouw. En ondiep, je kijkt er zo doorheen. Transparantie – maar dan echt, lang voordat dat woord tot een hol begrip was verworden. Eindelijk weg met dat bedompte gedoe! Gooi open die ramen en deuren! Licht, meer licht! Wolkjes aan de lucht? Niet miepen, de zon schijnt! Altijd dat optimisme, dat vooruitgangsgeloof dat spreekt uit jaren zestigansichtkaarten. Trots ook. Trots dat zo’n hypermodern gebouw zomaar in America is geland. Trots op die woningwetwoningen, met hun vijf betonnen blokjes boven de voordeur en hun antennes als parasolletjes op de taart. Kleine tegemoetkoming, die blokjes, ter onderdrukking van de nooit verstommende roep om decoratie. Is de overdadig aanwezige, gesloten vitrage in het Groene Kruisgebouw soms een vooruitwijzing? Naar het begin van het einde van de transparantie? Ja, het gebouw staat er nog. Geen schim meer van wat het was. Hermetisch, log, moe en der dagen zat, verstopt achter hagen.

Zou het Nel Kleuskens zijn die daarbinnen loopt, links naast de ingang?

dinsdag 20 mei 2025

Intermezzo - Haspelosaurus

Dinsdag 20 mei 2025, 14.04 uur, Nieuwe Peeldijk te America (afspelen met geluid):

zondag 18 mei 2025

Trapveldjesvoetballers (9)

Ontvallen aan het legioen der trapveldjesvoetballers: Noah al-Saqa, Gaza-Stad, overleden 7 mei 2025, 10 jaar oud


Noah al-Saqa woonde met zijn ouders en broers in de wijk al-Talateni in het centrum van Gaza-Stad, totdat een Israëlische aanval in 2023 hun huis verwoestte. Daarna verhuisden ze op bevel van Israëlische troepen naar de wijk Rimal omdat die in een veilige zone zou liggen. Maar ook in Rimal stopten de bombardementen niet.


Te midden van familieleden en vrienden vierde Noah al-Saqa vorige week dinsdag, 6 mei, zijn tiende verjaardag. Alle aanwezigen genoten van de verjaardagstaart, waarvoor moeder Faten (38) met veel pijn en moeite alle benodigde ingrediënten had weten te bemachtigen. Van zijn ouders kreeg Noah een voetbal cadeau en van zijn ooms en tantes in totaal 170 sjekel (iets meer dan veertig euro) – Noah was aan het sparen voor een fiets.


Een dag later, woensdag 7 mei, verliet Noah zijn ouderlijk huis om met zijn vrienden te gaan voetballen. Omstreeks drie uur die middag voerde Israël luchtaanvallen uit op een restaurant en een markt in Rimal. Meer dan dertig mensen kwamen om het leven en er vielen tientallen gewonden. Op het moment van de aanvallen was de vader van Noah, Daoud al-Saqa (43), samen met zijn oudste zoon, Mohammed (15), aan het werk op de markt. Ze renden naar de plek van de aanslag om de gewonden te helpen. Daoud maakte zich zorgen om Noah, zeker toen uit een telefoontje met zijn echtgenote bleek dat Noah niet thuis was. Zijn zoektocht naar Noah bleef zonder resultaat. Uiteindelijk begaf hij zich naar het ziekenhuis, tweehonderd meter verderop. Daar trof hij Noah aan, liggend op de grond, om hem heen een plas bloed. Tevergeefs probeerden toegesnelde artsen zijn leven te redden.

Overal ter wereld zijn trapveldjes. Nergens ter wereld komen zoveel trapveldjesvoetballers om het leven als in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Ter nagedachtenis aan hen deze serie. Die opent telkens met een foto van een trapveldje in Horst aan de Maas. Ditmaal dat aan de Gerard Smuldersstraat in America. Klik hier voor de voornaamste bron voor dit stukje. De foto van de vader van Noah is van Ahmed Dremly/MEE.

donderdag 27 maart 2025

Intermezzo – Americaanse machtsovername

Terwijl de ogen van de wereld steeds meer zijn gericht op de Amerikaanse overname van Groenland, heeft zich hier in ons eigen Horst aan de Maas in alle stilte al zo’n vijandelijke machtsovername voltrokken. Wellicht geïnspireerd door de annexionistische neigingen van zijn grote overzeese broer heeft het nietige America namelijk zonder dat iemand het in de gaten had zijn territorium uitgebreid met Meterik en Swolgen. Daarmee heeft het zijn aantal inwoners meer dan verdubbeld: van 2.362 naar 5.195. Misschien van nog wel wezenlijker belang is dat America met deze annexatie zijn landbouwareaal aanzienlijk heeft vergroot.


Het Trumpiaans aandoende staaltje van Americaanse bravoure kwam gisteren aan het licht na de lancering van de Interactieve voetbalkaart. Deze kaart (klik hier) toont de verspreiding van seizoenkaarthouders van betaald voetbalclubs over Nederland. Inzoomend op de gemeente Horst aan de Maas blijkt dan bijvoorbeeld dat Lottum de kern is met de meeste VVV-seizoenkaarthouders (tachtig procent), dat Griendtsveen uitsluitend seizoenkaarthouders van PSV telt (namelijk vijf), dat Evertsoord als enige kern geen enkele seizoenkaarthouder van een betaald voetbalclub herbergt en dat in Horst het aantal seizoenkaarthouders van VVV dat van PSV maar net overstijgt.


Goed. Maar zoom je op de kaart in op Meterik, dan verschijnen deze gegevens in beeld:


En wil je weten hoe in Swolgen de seizoenkaarthouders zijn verdeeld, dan zie je dit:


Overtuigender bewijs van de Americaanse machtsovername is nauwelijks te vinden. Tegelijkertijd rijst de vraag welke kern van Horst aan de Maas het volgende slachtoffer van de Americaanse landhonger zal zijn.


Of zouden de begerige blikken van America verder reiken dan uitsluitend Horst aan de Maas? Venray, Venlo, Helmond: let op uw saeck!

P.S. Vandaag (vrijdag 28 maart) is de kaart in die zin aangepast dat ze uitsluitend nog de totaalcijfers voor de gemeente Horst aan de Maas toont: in totaal 411 seizoenkaarhouders waarvan 190 VVV, 164 PSV en 19 Ajax.

woensdag 26 maart 2025

Intermezzo – Voormalige vuilstortplaatsen (3) | Heesbeemden

Soms is het ook wel eens fijn om bevrijd van al te veel kennis en onderzoek over iets te kunnen schrijven. Dat is bijvoorbeeld het geval met de voormalige vuilstortplaats in Kronenberg, in de Heesbeemden. JP heeft me ooit verteld dat hier een voormalige vuilnisbelt ligt en, betrouwbaar als JP doorgaans is, heb ik dat voor waar aangenomen.


Ik ben hier eind februari. Een week eerder ben ik door m’n rug gegaan. Lopen over een vlakke ondergrond gaat prima, maar elke oneffenheid in het oppervlak is goed voor een pijnscheut in m’n rug. Voor één keer hopen op gebaande paden. Uitbundige zonneschijn, fris windje. Een tussen twee paaltjes gespannen ketting moet de doorgang versperren. Aan de ketting bungelt aan twee ijzerdraadjes een prachtig verweerd bordje, ongetwijfeld ooit de toegang voor onbevoegden verbiedend.


De ketting vormt geen noemenswaardige barrière, ook niet voor de rug. Na honderd meter de restanten van een hek en dan buigt het gebaande, door hoge bomen geflankeerde pad ineens naar links af.


Een beklimming van Caubergiaanse proporties volgt. Aan het einde van de beklimming, als het gebaande pad weer naar rechts is afgebogen, ineens een hoogvlakte met een prairieachtig aanzien – America is niet ver weg.


Rechts enkele bijenkasten, links lonkt in de verte, hoog oprijzend boven de prairie, een jachthut. Een gevelde boom verspert het gebaande pad. Kruip door sluip door. Pijnscheut op pijnscheut. Voorbij de gevelde boom eindigt het gebaande pad. Het maakt plaats voor bedjes van gebroken rietstengels. Hippen van het ene oneffen bedje naar het andere oneffen bedje. Pijnscheut op pijnscheut. Omkeren, met die jachthut in greifbarer Nähe? Geen denken aan. Ontberingen lijden, de held uithangen, met een jachthut als beloning.


Het uitzicht hierboven leidt tot het inzicht dat het best hoog moet zijn hier. Metertje of vijftien? Atypisch om in een omgeving waar zo ongeveer alles bordwaardig wordt bevonden hier op de top geen houten bordje aan te treffen met daarop een hoogtevermelding van de Monte Corona. Maar goed, hippend van oneffen bedje naar oneffen bedje, pijnscheuten trotserend, afdalend over het gebaande pad en ook de ketting met het verweerde bordje overwinnend, bereik ik weer mijn verlossende fiets. Mission completed.


P.S. Vanwege lichte twijfel of het inderdaad de Heesbeemden heet, achteraf toch maar even gegoogled. Wikipedia: ‘De Heesbeemden omvat tevens De Blakt en De Haagens. De Blakt was tot in de jaren zeventig van de twintigste eeuw een vuilstortplaats. Waar de stortplaats was ligt nu een heuvel in het gebied.’

dinsdag 4 maart 2025

Top 5 – Americaanse gifgroene wegdekvissen

‘Meneer! Mooie vissen hè?
‘Jazeker! Prachtig!’
‘Ja!
‘En heel zeldzaam!’
‘Ja?’


Voor het eerst in tientallen jaren is de uiterst zeldzame gifgroene wegdekvis weer in Nederland opgedoken. En wel in America. Horst-sweet-Horst telde vanmiddag liefst 28 exemplaren en wist bovendien een amoureuze ontmoeting tussen twee gifgroene wegdekvissen op de gevoelige plaat vast te leggen. Deze prille liefde wijst mogelijk op toekomstige uitbreiding van het gifgroene wegdekvisbestand. Wat een fraaie lentedag al niet vermag!

Komt ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van Americaanse gifgroene wegdekvissen:

5.

4.

3.

2.

1.

dinsdag 28 januari 2025

Intermezzo – Boodschappenbriefje (11)

Ik fiets over de Raamweg in America. In het natte bermgras tegenover de golfbaan zie ik een blaadje liggen. Ik overweeg het op te rapen: rondzwervende papiertjes kunnen belangwekkend of anders wel interessant dan wel intrigerend zijn. Maar dit blaadje is nat. En smerig. Ik besluit door te fietsen. Doorfietsend vraag ik me af of ik het me zo niet te gemakkelijk maak. Ook natte en smerige papiertjes kunnen toch belangwekkend of anders wel intrigerend dan wel interessant zijn? Ik besluit me om te draaien en terug te fietsen. Om het papiertje op te rapen.

Zo gaat het altijd. Als ik het papiertje dan heb opgeraapt, blijkt steevast dat ik standvastig had moeten zijn en gewoon door had moeten fietsen. Omdat het papiertje een kassabonnetje is. Of een niet ingevuld invulformulier. Of een pakbon. Of een fragment van een verpakking. Of – heel vaak – een blanco velletje.


Zo gaat het dus altijd. Maar dit keer niet. Het papiertje dat ik opraap is behalve nat en smerig, vooral interessant en intrigerend. Het gaat om een aan één zijde afgescheurd en vervolgens dubbelgevouwen vel ruitjespapier. Daardoor is iets ontstaan dat je een miniboekje van vier bladzijden zou kunnen noemen. De bladzijden 2 en 4 zijn onbeschreven. Zou bladzijde 1, de voorkant, misschien een boodschappenbriefje kunnen zijn? En die letters, is dat geen cyrillisch? Inderdaad, zo blijkt al snel: een in het Oekraïens gesteld boodschappenbriefje! Mijn allereerste op het grondgebied van Horst aan de Maas gevonden boodschappenbriefje in het Oekraïens! Aan de rand van the middle of nowhere!


Zeven items bevat het boodschappenlijstje:

morkva
(wortels)
chleb (brood)
maslo (boter)
kawa (koffie)
salat (sla)
syr (kaas)  
jablka (appels)

Het ene nog basaler dan het andere, van luxeproducten geen enkel spoor. ‘Zo komt Jan Splinter door de winter’, zou Marcel van Dam zeggen. Overigens telt het briefje minimaal twee auteurs: de wortels, het brood en de boter zijn van één hand en hetzelfde geldt voor de koffie, de sla en de kaas. De appels zouden van de auteur van de wortels, het brood en de boter kunnen zijn, maar waarschijnlijker is dat er een derde in het spel is. Wat er vóór ‘appels’ is doorgestreept? De eerste letters van jabul (appel), vermoedelijk vanwege een spelfout.


De tekst op bladzijde 3 is van weer een andere hand. Het lijkt om een kostenraming te gaan:


podval (kelder)
robota i material (arbeid en materialen) = 1000 euro (= 1000 euro)

Belangwekkend deze vondst? Misschien niet, maar een sign of the times is dit briefje wel degelijk. In al zijn bescheidenheid weerspiegelt dit briefje namelijk óók de wereldgeschiedenis. Veertig jaar geleden zou het nog absoluut ondenkbaar zijn geweest zo’n briefje in Horst aan de Maas te vinden. Nu kijk je er niet echt vreemd van op. Hoe zou het over vijf, tien, twintig, vijftig jaar zijn?

(met dank aan Agata Siwek en Hasmik Tangyan voor de vertaling)

vrijdag 15 november 2024

Intermezzo – Bergen

Als kleuter was een bezoekje aan de Gaelen Bérg in de Schadijkse Bossen in Meterik een van mijn favoriete uitjes-binnen-handbereik. Zalige middagen heb ik er doorgebracht, berghutten bouwend van gevonden takken, van boven de boomgrens dalwaarts rollend, woeste bergrivieren creërend met behulp van een schepje en een fles water, imposante zandkastelen bouwend op de flanken van de berg.


Veel hoger dan een meter of tien is de Gaelen Bérg, die officieel Sint-Martinusberg heet en volgens mij ook wel eens Witten Bérg wordt genoemd, niet. Toen we enkele jaren later op vakantie gingen naar Luxemburg, moet voor het eerst tot me zijn doorgedrongen dat ‘berg’ een rekbaar begrip is.


Het afgelopen weekend bracht ik voor een groot deel door in het charmante Heerlen. Op het programma: een bezoek aan het Dutch Mountain Film Festival. Vijf documentaires en speelfilms gezien die zich in het hooggebergte afspelen. Maar zondag ook deelgenomen aan een onderdeel van het flankerend programma van het festival: een wandeling van ruim twintig kilometer van Aken naar Heerlen. Een stuk van de route voerde over de Dutch Mountain Trail. Deze langeafstandswandeling door Zuid-Limburg en het Belgische en Duitse grensgebied doet zeven bergen aan. De top van de hoogste, de Schneeberg, ligt 257 meter boven NAP. Terwijl ik de Wilhelminaberg (225 meter) beklom, werd ik me opnieuw bewust van de rekbaarheid van het begrip ‘berg’.


Is het hoogmoedswaanzin om een verhoging in het landschap van 10, 257 of 225 meter tot berg te bestempelen? Maar hoe hoog moet een berg dan wél zijn om ‘m berg te kunnen noemen? Valt een berg überhaupt te definiëren aan de hand van een bepaalde hoogte? In elk geval volgens Wikipedia niet. Dat noemt een berg ‘een landvorm die uit een beperkt gebied bestaat dat duidelijk hoger is dan de omgeving’. Als je het op die manier bekijkt, getuigt het juist van een minderwaardigheidscomplex als je niet elk bultje in een verder vlak landschap ‘berg’ zou noemen. Geen hoogmoedswaanzin dus maar gezond zelfbewustzijn.


Net voor het bereiken van de top van de Wilhelminaberg kwam ik zo ineens tot het waanzinnige inzicht dat ik, zonder het te beseffen, al mijn hele leven bewoner van een berggebied ben, met behalve de Gaelen Bérg, in mijn onmiddellijke nabijheid onder meer ook de Homberg, de Lichtenberg, de Reulsberg, de Peelbergen, de Kreitenberg, de Kronenberg (‘Monte Corona’), de Genenberg, de Nieuwenberg en niet te vergeten de Zuringsberg, waarvan de top op 56 meter boven NAP ligt.


En het mooie was: volgens een op aandringen van mijn medewandelaars geconsulteerde arts bleek ik als nieuwbakken bergbewoner niet aan hoogteziekte dan wel verstandsverbijstering te lijden.

(Dit stukje verscheen eerder deze week in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

dinsdag 5 november 2024

Intermezzo – In America

America. Dát stiët. Althans vandaag nog. Verkiezingsdag. Vandaag het uitgelezen dorp voor vox popjes zou je denken. Snelsnel wat meninkjes van lokalo’s scoren en vlug weer inpakken die hap. Desalniettemin geen cameraploeg, quotezak, journalist of ander mediagespuis te bekennen. In het verleden al te vaak afgekloven bot, te vaak bewandeld pad?


United through madness. Zit beslist wat in. Toch weerstand proberen te bieden aan de nagenoeg onbedwingbare neiging op deze dag elk woord, elke frase, elke slogan die ik tegenkom een lading mee te geven die de schrijver/bedenker onmogelijk kan hebben bedoeld.


Watergang Grauwveen meets Kabroeksebeek én Watergang Grauwveen crosses Kabroeksebeek en verandert van naam in Aanvoerleiding Hegelsom. Aquaduct van 1964 tot 2023, sinds een jaar getransformeerd in een waterval.


Weerstand proberen te bieden aan de neiging dat vallend water te bestempelen tot de Americaanse variant van de Niagara Falls. En de Kabroeksebeek tot de Americaanse variant van Moon River.


Op de speelplaats van kindcentrum (gggrrr) De Wouter rijdt een jongetje op een tractor. In de laadbak een nog kleiner jongetje. ‘De olie is nu op en we staan bij het tankstation’, zegt de chauffeur tegen de bijrijder. ‘Popperdepoppop’, zegt de bijrijder als ze hortend en stotend wegtuffen. Vervolgens verdwijnt het woord oliemagnaat voor een hele tijd niet meer uit m’n hoofd. Is of was Trump oliemagnaat?


Zouaven, onder wie ruim drieduizend Nederlandse vrijwilligers, verdedigden tussen 1861 en 1870 de kerkelijke staat tegen indringers. De in Broekhuizen geboren Johannes Vollebergh was zo’n vrijwilliger. In 1894 verhuisde hij naar America, vandaar die straatnaam. Hoef je nu niet meer om te komen, duizenden vrijwilligers die Vaticaanstad verdedigen. Wel om vrijwilligers die bereid zijn de democratie of de rechtstaat te verdedigen?


Cafetaria Hap & Stap. The land of the free and the home of the brave. Ferm in Chinese handen. Coca Cola zit net iets minder hoog te paard dan het Vrijheidsbeeld. Voor de friteszak is slechts een bijrol weggelegd. ‘Vrijheid, blijheid’, zegt een man die me foto's heeft zien maken.


De zon begint onder te gaan. Het Wilde Westen houd ik maar voor gezien. Weerstand proberen te bieden aan de neiging De Piël in brand erin te gooien.


When the work's all done and the sun’s settin’ low / I pull out my fiddle and I rosin up the bow / Kids are asleep so I keep it kinda low / And thank God I’m a country boy


America. Dát stiët. En bitje scheif. 

donderdag 19 september 2024

Intermezzo – Lambertus

Behalve Prinsjesdag was het dinsdag ook de naamdag van Lambertus, de heilige aan wie onder meer de kerken van Blerick, Horst en Swolgen hun naam ontlenen. Het zou een misverstand zijn om hieruit de conclusie te trekken dat ik de hele heiligenkalender uit mijn hoofd ken – dat zou ook iets te veel gevraagd zijn van een notoire heiden. Dat ik weet dat 17 september de naamdag is van de heilige Lambertus, heeft meer te maken met het feit dat ik in Horst geboren en getogen ben. En met de kermis in Horst. Die begint namelijk al meer dan vijfhonderd jaar op de naamdag van Lambertus of de eerste zondag daarna.


Zou ook maar één Horster kermisganger er bij stilstaan dat de datum van de septemberkermis verband houdt met de naamdag van Lambertus? De vraag stellen is haar beantwoorden, vrees ik. Niet dat ik ook maar één Horster kermisganger verwijt dat hij dat verband niet kent: hoe zou hij of zij dat moeten weten?

© Hans Werther
Wat de rooms-katholieke kerk en haar vertegenwoordigers ook allemaal op hun geweten mogen hebben, met de teloorgang van het rooms-katholicisme zijn binnen één of twee generaties óók kennis en allerlei rituelen, gebruiken en verhalen verdwenen die eeuwenlang rotsvast verankerd waren in het collectieve geheugen. Wie kent ze nog, de levensbeschrijvingen van heiligen, de functie van de attributen waaraan ze herkenbaar zijn, de ziektes waartegen ze beschermen?


Is het heel erg als je als inwoner van Sevenum niet weet waarom de plaatselijke schutterij is vernoemd naar de heilige Sebastianus? Is het heel erg als je als inwoner van Melderslo niet weet dat de plaatselijke parochie, ontstaan als afscheiding van de Horster Sint-Lambertusparochie, is vernoemd naar Oda omdat deze heilige van haar blindheid genas bij het graf van Lambertus? Is het heel erg als je als inwoner van America niet weet waarom de plaatselijke muziekvereniging Sint Caecilia heet? Is het heel erg als je als inwoner van Horst niet weet waarom de voormalige huishoudschool was vernoemd naar Virgo Fortis? Nee, dat is allemaal niet heel erg: je wordt er niet voor gestraft, je wordt er niet kwaad op aan gekeken en je wordt er al helemaal niet om uitgelachen. Maar als je het antwoord op zulke vragen wél weet, helpt het je om dingen te kunnen plaatsen, om er achter te komen waarom iets is zoals het is.



Wist u trouwens dat Lambertus onder meer patroonheilige is van tandartsen, linnenwevers en boeren en van de huwelijkstrouw? En dat zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen nieraandoeningen, verlamming, oogziekten, tandpijn, veeziekten en weeën? En dat hij vaak wordt afgebeeld met een bisschopsmijter en een zwaard?

(Dit stukje verscheen gisteren in iets andere vorm ook in Via Horst-Venray)

woensdag 24 juli 2024

Intermezzo – Bos en Strand

Zonder dat het vooraf was gepland gistermiddag in het Design Museum in Den Bosch beland. En daar beland bij De Grote Vakantietentoonstelling, een expositie over de designgeschiedenis van de Nederlandse vakantieganger. Tot mijn aangename verrassing trof ik daar een groot, ingelijst schetsplan aan van ‘Recreatieoord am.erica’. Gedateerd 18 april 1969 en vervaardigd door het gerenommeerde architectenbureau Van den Broek en Bakema Architecten.

Zomaar op een expositie in Den Bosch een schetsplan van het recreatiepark aan de Laagheideweg in America dat we tegenwoordig kennen onder de naam Het Meerdal. In het plan staan 91 ‘kampeerhuisjes’ ingetekend en verder twee parkeerplaatsen voor vierhonderd auto’s, een terrein voor tenten en caravans met toiletgebouw, drie personeelswoningen, een restaurant, een zwemvijver, een beestenweide, een speelweide en een speeltuin.  


Het recreatiepark ging uiteindelijk in 1971 niet open als Am.erica maar als Bos en Strand. In huize Moorman werd Bos en Strand al snel verbasterd tot Bos en Stront. Vraag me niet waarom. En ja, doorgaans gedijden we beter bij wat fijnzinniger humor.


Bos en Stronders bewogen zich die eerste jaren voort op donkergroene vouwfietsen van een vrij primitief type. Op dinsdagen begaven ze zich in groten getale naar de weekmarkt in Horst. Daarbij passeerden ze ook huize Moorman, inclusief de weelderige voortuin. Die werd door lokalo’s veelal denigrerend afgedaan met ‘waat ennen drek’. Hoe anders reageerden de Bos en Stronders: ‘Oh kijk daar, wat een prachtige botanische tuin!’


De naam Bos en Strand hield slechts enkele jaren stand. De bezoekersaantallen vielen die eerste jaren namelijk nogal tegen. Wikipedia: ‘Uit uitgevoerd marktonderzoek blijkt dat de naam Bos en Strand mensen doet denken aan een winderig oord.’ Het Meerdal werd de nieuwe naam. Die raakte al snel ingeburgerd. Maar niet in huize Moorman: daar bleef Bos en Stront in zwang.

Foto overgenomen uit America in oude foto's en ansichten (Zaltbommel 2006)
Van Het Meerdal hangt in de expositie een ansichtkaart:



Ten slotte een fragment uit een treffende tekst bij het tentoonstellingsonderdeel over recreatieparken:
‘Door de verstedelijking is het natuurlijke landschap in Nederland beperkt. Daarom ontvluchten veel Nederlanders de drukte van de stad door recreatieparken te bezoeken. (…) Uiteindelijk is het ontsnappen uit de stad echter een illusie, aangezien het recreatiepark zelf een ministad is.’