Posts tonen met het label fluiten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fluiten. Alle posts tonen

maandag 3 januari 2022

Intermezzo – Wandelgang (8) | Frank Schijven

25 december
Frank: ‘Ik meld me aan.’

30 december
Frank: ‘Ik heb  iets speciaals bedacht voor de wandeling.’
Ik: ‘Benieuwd!!! Op nieuwjaarsdag zou kunnen.’
Frank: ‘1-1 is wel een mooie dag voor een wandeling.’

1 januari
Ik: ‘Hoe laat wil je gaan wandelen? En waar spreken we af?’
Frank: ‘Agata vraagt of we bij haar een nieuwjaarsborrel komen drinken. Van 2 tot 4 wandelen en om 4 uur bij Agata?’
Ik: ‘Strak plan! Maar waar wil je wandelen?’
Frank: ‘Bij Aagje achter het Haagje? Rondje Evertsoord.’
Ik: ‘Is goed. Is dat het speciale dat je had bedacht voor de wandeling?’
Frank: ‘Nee. En dat speciale is nou ook niet zo speciaal dat je het speciaal mag noemen. Het is eerder het tegenovergestelde van speciaal. Waar vertrekken we?’
Ik: ‘In Evertsoord dacht ik?’
Frank: ‘Waar precies? Evertsoord is groot!’
Ik: ‘Ik dacht bij Agata, maar we kunnen ook bij de kerk afspreken.’
Frank: ‘Ok. Misschien kun je je stukje van tevoren schrijven, dan hebben we een scenario.’

Frank Schijven (64) is kunstenaar (maar dat had u waarschijnlijk al gedacht), woont in Melderslo en is deeltijd-Spanjaard in de dop. We kennen elkaar (maar dat had u waarschijnlijk al gedacht).

We starten bij het door de gevangenis omsloten kerkje van Evertsoord. Snowy, de hond van Frank, wandelt ook mee. Ik heb het stukje niet van tevoren geschreven, dus we hebben geen scenario – denk ik dan nog. Ik ben benieuwd naar het speciaals dat Frank heeft bedacht. We slaan rechtsaf de Driekooienweg in. We hebben het over de aflevering van Wintergasten met Marina Abramovic. We slaan linksaf een veldweg in. Ik maak een foto van een markant schuurtje.



Frank wil ook een foto maken en komt tot de ontdekking dat hij z’n telefoon in de auto heeft laten liggen. Hij wil terug, ondanks mijn tegenwerping dat je als dief wel gek zou zijn om een telefoon uit een auto te stelen onder het oog van de talloze bewakingscamera’s van een gevangenis. We wandelen terug. Deel 1 van de wandeling zit erop.


Frank wil elders in Evertsoord wandelen. Ik moet zeggen waar. Oké. We rijden naar de Kerkkuilenweg, stappen uit en lopen rechtsaf de Mariapeel in. Beschermd natuurgebied, daarom veel wandelaars. Tot ongenoegen van Frank: hij wil een pleidooi houden waarbij hij geen toehoorders kan gebruiken. Dus discussiëren we maar wat over de vraag of in steden percentueel gezien meer progressieve mensen wonen dan op het platteland. Intussen vraag ik me af wat Frank in godsnaam kan bedoelen met zijn pleidooi.


Als er geen andere wandelaars meer te bekennen zijn, waagt Frank het erop. En begint aan zijn pleidooi. Het Pleidooi voor het Fluiten. Frank heeft geconstateerd dat vandaag de dag amper nog fluitend wordt gewandeld. Dit tot zijn leedwezen: fluitend wandelen zorgt voor opgewektheid bij de fluiter en tovert bij toehoorders minimaal een glimlach op het gezicht. Franks gemoed is merkbaar opgeklaard nu hij sinds anderhalve maand dagelijks fluitend wandelt.


Frank begint te fluiten.
Ik begin te lachen.
Frank blijft fluiten.
Ik blijf lachen.
Frank stopt met fluiten.
Is het niet zo dat dat lachen ophoudt bij droevige deuntjes, vraag ik.
Frank zegt dat je ook van droevige deuntjes vrolijk wordt.
Frank begint een droevig deuntje te fluiten.
Ik moet lachen.
Frank vraagt me om ook te fluiten.
Ik wil niet.
‘Ah, kom op!’
Ik fluit iets.
Frank begint te lachen.
Ik begin ook te lachen.
Frank geeft me complimentjes over mijn fluiten. Hij hoort er iets Oostenrijks in.
Dat ook nog.
‘Zullen we nu samen fluiten?’
Nee, dat wil ik niet.
‘Ah, kom op.’
Waar ik ook kijk: geen andere wandelaars te bekennen. ‘Oké dan.’ 

(klik op pijl om filmpje te starten; afspelen met geluid)



Fluitend lopen we terug naar de auto. Althans zo lang we buiten het gehoor van anderen blijven. Díe schaamte ben ik nog niet voorbij.


Dit was aflevering 8 van Wandelgang, een serie wandelingen in de kerstvakantie met Horst-sweet-Horst. Klik hier voor een toelichting op deze reeks. Wil je ook een keer meewandelen met Horst-sweet-Horst? Dan ben je te laat: helemaal volgeboekt!

maandag 12 september 2016

Intermezzo – De fluiter

1. Klik op de pijl om het filmpje te starten:


2.
‘Fluiten is een ondergewaardeerd fenomeen. Het heeft iets lulligs. Iets irritants ook. Op straat en op de werkplaats klinken veel valse noten. Maar ik snap de geestelijke nood van de fluiter. Sinds ik het op mijn 6e leerde, heeft het me nooit meer verlaten. Er welt een melodie in je op, die moet eruit. De lippen getuit vorm je je eigen uitlaatklep, een ontsnappingsroute voor elke dag.’ 
Jean-Pierre Geelen, De Volkskrant 23 augustus 2016

3. Buurman heeft werkvolk over de vloer. Onder wie een fluiter. Geen pauzemomentenfluiter maar een continufluiter. Zelden iemand zo slecht horen fluiten. Ekstergeschetter is melodieuzer dan dit. Dit is het lullige fluiten van Jean-Pierre ver voorbij. Zelfs het irritante fluiten. Dit is aandoenlijk fluiten, meelijwekkend fluiten.
4. Jean-Pierre Geelen bracht zijn ode aan het fluiten in een op 23 augustus gepubliceerde column waarin hij Toots Tielemans herdacht. Diezelfde dag (her)publiceerde Geert van den Munckhof een gedicht waarin hij oer-Horstenaar Mart Wismans (1922-2013) weer tot leven wekt. Het is getiteld ‘De loëp vaan Màrtje’. Léés ’t (klik hier)! Eén strofe:

Heej leep doar, dôr de stroat,
zoë aas heej aalliën ma kôs.
Zo’n bitje tusse zuutjes á
en stevig door.
De hand miëst ôp de rug, ma
aaltied kloar um d’r iën ôp te staeke,
aas ut durrum woar begôs…

Wie Mart heeft gekend, moet het beeld dat Geert hier oproept onmiddellijk herkennen. Toch: hoe prachtig, hoe treffend ook, er ontbreekt iets: zijn fluiten. Mart was een fluiter. Een uit-innerlijke-noodzaak-fluiter, dunkt me. Net als Jean-Pierre. Net als werkman bij buurman.


5. De uit-innerlijke-noodzaak-fluiter – zelfs werkman bij buurman – staat op een hoger plan dan de ik-doe-net-alsof-er-niets-aan-de-hand-is-fluiter (hoogst irritant), de hoor-mij-eens-goed-kunnen-fluiten-fluiter (irritant), de uit-angst-voor-een-stilte-fluiter (irritant), de ik-zal-dat-deuntje-wel-eens-een-beetje-oppimpen-fluiter (hoogst irritant), de theatraal-uit-volle-borst-fluiter (irritant). Om nog maar te zwijgen van de ik-sta-op-een-steiger-en-word-dus-geacht-lekkere-wijven-op-een-fiets-na-te-fluiten-fluiter.
6. Er zijn vier typen uit-innerlijke-noodzaak-fluiters: de melodieuze-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter, de niet-melodieuze-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter, de melodieuze-niet-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter, de niet-melodieuze-niet-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter.


7. Mart Wismans was een melodieuze-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter. Werkman bij buurman is een niet-melodieuze-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter. Jean-Pierre Geelen is, vermoed ik, een melodieuze-niet-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter, al zou hij ook een melodieuze-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter kunnen zijn.
8. Ik? Ik ben een niet-melodieuze-niet-de-schaamte-voorbij-zijnde-uit-innerlijke-noodzaak-fluiter. Een thuisfluiter.