Sinds Geert Wilders het op van alles en nog wat van toepassing verklaart, is het woord ‘schande’ ernstig aan inflatie onderhevig. Desondanks wil ik dat woord gebruiken om de gang van zaken rond de aanleg van een nieuwe skatebaan in Horst te betitelen.
Een korte voorgeschiedenis. Vanwege de bouw van appartementencomplex Torenzicht aan de Doolgaardstraat moest in 2006 de enige skatebaan in Horst-centrum verdwijnen. De gemeente ging op zoek naar een nieuwe locatie en vond die na veel vijven en zessen op een groenstrook tussen de A73 en de Van Merwijckstraat. Voor overlast bevreesde buurtbewoners uitten hun ongenoegen over deze locatiekeuze. De gemeente toonde zich hierdoor niet geïmponeerd en begon met de voorbereidingen voor de aanleg van de baan.Daarop stapten de buurtbewoners naar de rechter. Die gelastte stopzetting van de bouwactiviteiten en oordeelde dat de skatebaan in strijd is met het bestemmingsplan. Maar de gemeente houdt vast aan de geplande locatie. Als tegemoetkoming aan de buurtbewoners gaat ze nu aan twee zijden van de baan twee meter hoge doorzichtige geluidsschermen plaatsen om geluidsoverlast te voorkomen. De buurtbewoners hebben al aangekondigd zich ook hiertegen te gaan verzetten.En zo blijft Horst voorlopig skatebaanloos. Mogelijk valt de gemeente in deze zaak het een en ander te verwijten. Maar het is de houding van de buurtbewoners die mij vooral tegen de borst stuit. De eerste skateplank is nog in geen velden of wegen te bekennen of zij hebben hun oordeel (‘overlast’) al klaar. Vooringenomenheid noem ik zoiets. Waarom die skaters niet eerst een eerlijke kans gegund? Ook jongeren hebben toch recht op hun vertier? En mocht die gevreesde overlast zich daadwerkelijk voordoen, dan kunnen de veroorzakers daar toch op worden aangesproken? Maar ik ben er heilig van overtuigd dat het zover niet zal komen. Dat hier sprake is van koudwatervrees. Dat die skaters gewoon een vredelievend, gezagsgetrouw volkje zijn. Waar ik die overtuiging op baseer? Op het doodeenvoudige feit dat al dat geëmmer van de afgelopen drie jaar nog niet tot een skatersopstand heeft geleid. Geen harde acties, geen demonstraties, geen ingegooide ruiten. Knap hoor. Als ik skater zou zijn (ik ben het niet, ik sta alleen al bij het aanschouwen van die capriolen doodsangsten uit) geloof ik niet dat ik erin was geslaagd mij zó lang zó koest te houden.
Horst aan de Maas liefdevol, verontwaardigd, uitdagend, kritisch en verwonderd beschouwd
maandag 26 januari 2009
Actualisatie – Zwaluwstraatflats (1)
Op 23 juli 2008 vroeg ik mij af waarom in 2007 slechts drie van de zes flats aan de Zwaluwstraat een facelift hadden ondergaan. Een antwoord op die vraag heb ik nooit ontvangen – ik ontvang sowieso slechts hoogstzelden antwoorden op mijn vragen –, maar is ook niet meer echt van belang: vanaf eind januari krijgen ook de drie resterende flats een opknapbeurt. Wonen Horst steekt er maar liefst een miljoen euro in. Een bijzonder lovenswaardig initiatief. Na afloop van de renovatie worden de appartementen te koop aangeboden aan de bewoners. Ik zou daarover wel weer allerlei kritische vragen kunnen gaan stellen (wat gebeurt er als de bewoners de koopprijs niet kunnen of willen betalen? Wat gebeurt er als ze liever gehuurd blijven wonen?), maar laat ik het feestje nou maar niet bederven. Bovendien zou ik waarschijnlijk toch nooit een antwoord op die vragen ontvangen.
maandag 19 januari 2009
Klein mysterie 52 – Witte reiger
Rijdend over de Australiëweg zag ik een dag of tien geleden langs een sloot in de buurt van de Gortmeule ineens een grote vogel staan. In alles deed hij me denken aan een blauwe reiger, met dit verschil dat deze vogel wit was. Een witte reiger? Bestaan die dan? Een ooievaar? Die is toch niet helemaal wit en overwintert bovendien in zuidelijker streken? Een wat wit uitgevallen blauwe reiger? Bij gebrek aan betere verklaring hield ik het daar maar op.
Ik stond er verder niet meer bij stil. Tot afgelopen donderdag. Onderweg naar de wandelroutes aan de Bergsteeg trok aan de Dr. Droesenweg (naamsverklarende regel onder bordje afwezig)ineens een opvliegende grote vogel mijn aandacht. Wederom in alles gelijkend op een blauwe reiger, maar wederom wit. Bij thuiskomst besloot ik toch maar eens mijn vogelgidsen (hoewel ik meer nanoloog dan ornitholoog ben, bezit ik toch enkele vogelgidsen) te raadplegen. Die boden geen uitkomst, dus restte mij niets anders dan mijn toevlucht te zoeken tot het worldwide web. ‘Witte reiger’ ingetikt bij Google en binnen een halve minuut wist ik dat ik tot twee keer toe een grote zilverreiger moest hebben gezien: een iets grotere versie van de blauwe reiger die vanaf de jaren zeventig steeds algemener is geworden in Nederland. Eigenlijk dus vreemd dat mijn eerste waarneming van de vogel pas in 2009 plaatsvond. Met die late ontdekking sta ik overigens beslist niet alleen, zo blijkt uit de reacties op het natuurdagboek van Koos Dijksterhuis.
Een vogel waarnemen is één ding, hem vervolgens op de gevoelige plaat vastleggen een ander. Toen ik de witte reiger donderdag langs de Dr. Droesenweg signaleerde, had ik geen fototoestel op zak. Ik kon mezelf wel voor het hoofd slaan: krijg je een eenmalige kans een foto te maken van iets unieks, vergeet je je fototoestel! Maar bij nader inzien bleek het helemaal niet om een eenmalige kans te gaan. In het gebied tussen Meterikse Veld en Lollebeek ontwaarde ik sinds donderdag elke dag minimaal één grote zilverreiger. Een bange vogel die graag afstand bewaart, mogen we wel zeggen. Telkens als ik hem tot op circa honderdvijftig meter was genaderd, vloog hij op.
Dit verklaart de matige kwaliteit van foto’s en filmpjes (gemaakt met een toestel zonder telelens). Ik reken op uw begrip.
Ik stond er verder niet meer bij stil. Tot afgelopen donderdag. Onderweg naar de wandelroutes aan de Bergsteeg trok aan de Dr. Droesenweg (naamsverklarende regel onder bordje afwezig)ineens een opvliegende grote vogel mijn aandacht. Wederom in alles gelijkend op een blauwe reiger, maar wederom wit. Bij thuiskomst besloot ik toch maar eens mijn vogelgidsen (hoewel ik meer nanoloog dan ornitholoog ben, bezit ik toch enkele vogelgidsen) te raadplegen. Die boden geen uitkomst, dus restte mij niets anders dan mijn toevlucht te zoeken tot het worldwide web. ‘Witte reiger’ ingetikt bij Google en binnen een halve minuut wist ik dat ik tot twee keer toe een grote zilverreiger moest hebben gezien: een iets grotere versie van de blauwe reiger die vanaf de jaren zeventig steeds algemener is geworden in Nederland. Eigenlijk dus vreemd dat mijn eerste waarneming van de vogel pas in 2009 plaatsvond. Met die late ontdekking sta ik overigens beslist niet alleen, zo blijkt uit de reacties op het natuurdagboek van Koos Dijksterhuis.
Een vogel waarnemen is één ding, hem vervolgens op de gevoelige plaat vastleggen een ander. Toen ik de witte reiger donderdag langs de Dr. Droesenweg signaleerde, had ik geen fototoestel op zak. Ik kon mezelf wel voor het hoofd slaan: krijg je een eenmalige kans een foto te maken van iets unieks, vergeet je je fototoestel! Maar bij nader inzien bleek het helemaal niet om een eenmalige kans te gaan. In het gebied tussen Meterikse Veld en Lollebeek ontwaarde ik sinds donderdag elke dag minimaal één grote zilverreiger. Een bange vogel die graag afstand bewaart, mogen we wel zeggen. Telkens als ik hem tot op circa honderdvijftig meter was genaderd, vloog hij op.
Dit verklaart de matige kwaliteit van foto’s en filmpjes (gemaakt met een toestel zonder telelens). Ik reken op uw begrip.
Intermezzo – Jachthut (3)
Nu kom ik toch al sinds 1970 in de Schadijkse bossen, maar het heeft tot zondag 18 januari 2009 moeten duren voordat ik er achter kwam dat zich daar tussen Bergsteeg en Silvesterweg een jachthut bevindt. 39 jaar over het hoofd gezien! Ik schaam me diep. Zijn er verzachtende omstandigheden aan te voeren? Zonder twijfel. Neem bijvoorbeeld het feit dat de hut diep verscholen in het bos ligt, het dichtstbijzijnde pad is wel tweehonderd meter verwijderd. Of het gegeven dat het we hier van doen hebben met een mobiele jachthut. Dit zou er op kunnen wijzen dat ze er misschien nog wel helemaal niet zo lang staat. Erg zeker ben ik daar trouwens niet van, want de onderbouw maakt een behoorlijk vastgeroeste indruk. Ach, misschien moet ik verder ook maar niet naar uitvluchten zoeken, mezelf niets verwijten en me tevreden stellen met de conclusie dat ik nu toch al drie Horster jachthutten heb weten te traceren. Op 20 oktober van het afgelopen jaar sprak ik de hoop ooit dat er ooit een moment zou komen waarop ik minimaal een top 3 van Horster jachthutten samen zou kunnen stellen. En ziedaar, drie maanden later is het zover:
1. Reulsberg: 2. America, langs spoorlijn: 3. Schaak:Nu op naar de vijf!
1. Reulsberg: 2. America, langs spoorlijn: 3. Schaak:Nu op naar de vijf!
dinsdag 13 januari 2009
Intermezzo – Stoepje schoonvegen
Het Nederlands kent het gezegde ‘ieder moet zijn eigen stoep schoonvegen’. Het toeval wilde dat ik de afgelopen week vanwege malheur aan mijn auto vaker dan anders gebruik moest maken van de benenwagen. Omdat het toeval tevens wilde dat er afgelopen week een flink pak sneeuw lag, diende zich als vanzelf de gelegenheid bij uitstek aan om dat gebod om de eigen stoep schoon te vegen eens letterlijk aan de praktijk te toetsen. Over andere plaatsen kan ik niet oordelen, maar voor Horst luidt in elk geval de conclusie dat het met die burgerplicht bedroevend is gesteld. Halsbrekende toeren heb ik uit moeten halen om heelhuids thuis te komen. En dan daar tegenover: al dat geklaag over de gemeente die er niet in slaagde in een mum van tijd de openbare weg sneeuwvrij te krijgen. Zullen we voortaan toch maar weer eerst ons eigen stoepje schoonvegen? (Klinkt, als ik het zo teruglees, wel erg reactionair – zou mijn leeftijd me soms parten beginnen te spelen?)
maandag 12 januari 2009
Klein mysterie 51 – Verboden toegang voor onbevoegden
Voor een jager op kleine mysteries blijft de Moelbaerenbos een dankbaar gebied. Zomaar een wandeling van een half uurtje levert stof voor weken op. Vandaag wil ik het weer eens hebben over mijn geliefde sportpark Ter Horst. Mooier gelegen voetbalvelden tref je in de wijde omtrek niet aan (‘Nattere evenmin’, zullen cynici zeggen, maar daar gaat het nu niet om). Onlangs viel me de aanwezigheid van dit bordje op: Daarna dit fraaie ensemble: Toen ik enkele meters verderop dit bordje ontdekte, stond één ding als een paal boven water: onbevoegden worden bij Wittenhorst niet bepaald met open armen ontvangen. Andere verplichtingen verhinderden op dat moment een meer diepgravende analyse.
Gelukkig was ik vandaag in de gelegenheid me wat verder te verdiepen in de kennelijk weinig harmonieuze verhouding tussen Wittenhorst en onbevoegden. Baggerend door de smeltende sneeuw trof ik rondom het sportpark nog tien van zulke verboden-toegang-voor-onbevoegden-bordjes aan. Die moeten de club (of de gemeente) toch al gauw enkele honderden euro’s hebben gekost. Weggegooid geld als je het mij vraagt. Ik vermoed dat met de onbevoegden vooral inbrekers en wildvoetballers worden bedoeld. Maar zouden die zich door de bordjes laten weerhouden? Stelt u zich eens voor: een inbreker die van plan is zijn slag te slaan in de Wittenhorstkantine ziet zo’n bordje, beseft dat hij een onbevoegde is, druipt af en zoekt een ander doelwit uit zonder zo’n bordje. Te belachelijk voor woorden natuurlijk.Dan de wildvoetballers. Uit eigen ervaring weet ik dat er niets mooiers is dan voetballen op locaties waar dat eigenlijk niet mag. Hoeveel uren zou ik in mijn tienerjaren niet hebben doorgebracht op de hockeyvelden om daar (voetbal)partijtjes van 2 tegen 2 te spelen? Met veel genoegen denk ik ook terug aan die keer dat we illegaal onze acties maakten op een besneeuwd hoofdveld van Wittenhorst. Spannend! Neem van mij aan: voor wildvoetballers bestaat er geen grotere uitdaging dan het onbevoegd betreden van een voetbalveld. Bovendien is het nog maar helemaal de vraag of je wildvoetballers in hun activiteiten moet willen belemmeren. Wittenhorst zou ze juist moeten koesteren: hoe meer er wordt gevoetbald, hoe beter en dat kan op de lange duur alleen maar profijtelijk zijn voor Wittenhorst. Daarom: als er dan toch bordjes moeten komen – ik ben daar eigenlijk geen voorstander van omdat de Moelbaerenbos toch al te lijden heeft onder een te grote bordjes- en paaltjesdichtheid – laat dat dan bordjes zijn die verwijzen naar een speciaal voor wildvoetballers gecreëerd gedeelte van het sportpark.
Gelukkig was ik vandaag in de gelegenheid me wat verder te verdiepen in de kennelijk weinig harmonieuze verhouding tussen Wittenhorst en onbevoegden. Baggerend door de smeltende sneeuw trof ik rondom het sportpark nog tien van zulke verboden-toegang-voor-onbevoegden-bordjes aan. Die moeten de club (of de gemeente) toch al gauw enkele honderden euro’s hebben gekost. Weggegooid geld als je het mij vraagt. Ik vermoed dat met de onbevoegden vooral inbrekers en wildvoetballers worden bedoeld. Maar zouden die zich door de bordjes laten weerhouden? Stelt u zich eens voor: een inbreker die van plan is zijn slag te slaan in de Wittenhorstkantine ziet zo’n bordje, beseft dat hij een onbevoegde is, druipt af en zoekt een ander doelwit uit zonder zo’n bordje. Te belachelijk voor woorden natuurlijk.Dan de wildvoetballers. Uit eigen ervaring weet ik dat er niets mooiers is dan voetballen op locaties waar dat eigenlijk niet mag. Hoeveel uren zou ik in mijn tienerjaren niet hebben doorgebracht op de hockeyvelden om daar (voetbal)partijtjes van 2 tegen 2 te spelen? Met veel genoegen denk ik ook terug aan die keer dat we illegaal onze acties maakten op een besneeuwd hoofdveld van Wittenhorst. Spannend! Neem van mij aan: voor wildvoetballers bestaat er geen grotere uitdaging dan het onbevoegd betreden van een voetbalveld. Bovendien is het nog maar helemaal de vraag of je wildvoetballers in hun activiteiten moet willen belemmeren. Wittenhorst zou ze juist moeten koesteren: hoe meer er wordt gevoetbald, hoe beter en dat kan op de lange duur alleen maar profijtelijk zijn voor Wittenhorst. Daarom: als er dan toch bordjes moeten komen – ik ben daar eigenlijk geen voorstander van omdat de Moelbaerenbos toch al te lijden heeft onder een te grote bordjes- en paaltjesdichtheid – laat dat dan bordjes zijn die verwijzen naar een speciaal voor wildvoetballers gecreëerd gedeelte van het sportpark.
zondag 11 januari 2009
Actualisatie – Groene Woud (2)
Afgelopen donderdag is Jan Derix overleden. Ik heb hem zo ongeveer mijn hele leven in vele hoedanigheden meegemaakt: als buurman van mijn opa en oma, als vader van Richard, als journalist van het Dagblad voor Noord-Limburg, als echtgenoot van een collega van mijn vader, als lid van een Wittenhorstbestuur dat veel stof deed opwaaien, als kennis van mijn ouders en vooral als opdrachtgever nadat hij voor zichzelf was begonnen.
Hoe zal ik me Jan Derix herinneren? Als uiterst veelzijdig schrijver, als meesterlijk verhalenverteller, als trotse opa, als iemand met bravoure, als iemand zonder autoriteitenvrees. Als iemand ook die van zijn hart geen moordkuil maakte. Luid en duidelijk zijn – soms dwarse – mening verkondigend. Alles wat in Horst gebeurde kritisch volgend. Zich ergerend aan de teloorgang van zíjn Dagblad De Limburger. Conflicten niet uit de weg gaand – sterker nog, ik verdenk hem ervan dat hij er heimelijk wel eens van genoot.
Om dat alles zal ik Jan Derix gaan missen. Waar ik hem zeker óók om zal gaan missen, zijn z’n ingezonden brieven. Als hem iets niet zinde, was hij nooit te beroerd zijn standpunt te openbaren middels een ingezonden brief. ‘J. Derix, Horst’ werd op die manier een vertrouwde naam voor lezers van NRC Handelsblad en De Volkskrant en vooral De Echo van Horst en Dagblad De Limburger. Op 2 januari, minder dan een week voor zijn overlijden, verscheen in De Echo van Horst zijn allerlaatste ingezonden brief. Veel van wat Jan Derix tot Jan Derix maakte, komt daarin terug. Als eerbetoon hier die brief (waarvan de inhoud me uit het hart gegrepen is, maar dit terzijde):
Hoe zal ik me Jan Derix herinneren? Als uiterst veelzijdig schrijver, als meesterlijk verhalenverteller, als trotse opa, als iemand met bravoure, als iemand zonder autoriteitenvrees. Als iemand ook die van zijn hart geen moordkuil maakte. Luid en duidelijk zijn – soms dwarse – mening verkondigend. Alles wat in Horst gebeurde kritisch volgend. Zich ergerend aan de teloorgang van zíjn Dagblad De Limburger. Conflicten niet uit de weg gaand – sterker nog, ik verdenk hem ervan dat hij er heimelijk wel eens van genoot.
Om dat alles zal ik Jan Derix gaan missen. Waar ik hem zeker óók om zal gaan missen, zijn z’n ingezonden brieven. Als hem iets niet zinde, was hij nooit te beroerd zijn standpunt te openbaren middels een ingezonden brief. ‘J. Derix, Horst’ werd op die manier een vertrouwde naam voor lezers van NRC Handelsblad en De Volkskrant en vooral De Echo van Horst en Dagblad De Limburger. Op 2 januari, minder dan een week voor zijn overlijden, verscheen in De Echo van Horst zijn allerlaatste ingezonden brief. Veel van wat Jan Derix tot Jan Derix maakte, komt daarin terug. Als eerbetoon hier die brief (waarvan de inhoud me uit het hart gegrepen is, maar dit terzijde):
maandag 5 januari 2009
Actualisatie – Verschnaufpause
De Echo van Horst bevatte afgelopen week het bericht dat Jan Nabben heeft uitgeplozen dat het geografisch middelpunt van de nieuwe gemeente Horst aan de Maas in Meterik ligt, namelijk naast de blokhut van Jong Nederland aan de Speulhofsbaan. Dat herinnerde mij er weer aan dat ik lezers van dit weblog op 26 juli heb opgeroepen eens op zoek te gaan naar het geografisch middelpunt van de huidige gemeente Horst aan de Maas. Uit het feit dat ik geen enkele reactie op die oproep heb gehad, leid ik af dat iedereen nog altijd zoekende is dan wel de moed heeft opgegeven. Daarom zal ik het maar verklappen: het geografisch middelpunt van de gemeente Horst aan de Maas ligt nog tot en met 31 december aan de Bergsteeg in Meterik, omstreeks tweehonderd meter ten zuiden van de in aanbouw zijnde schiethal van Davy Crockett. Zou de boom trouwens na 31 december worden verplaatst naar de blokhut van Jong Nederland?
Klein mysterie 50 – Bedelaarster (1)
Hebt u het ook gelezen in Dagblad De Limburger? ‘Mensen moeten elkaar weer bewust en oprecht gaan groeten op straat en meer complimenten aan elkaar uitdelen.’ Deze oproep deed burgemeester Hubert Bruls van Venlo tijdens zijn nieuwjaarstoespraak. Beter had hij de spijker niet op z’n kop kunnen slaan. Weg met dat chagrijn! Weg met die kilte! Weg met dat langs elkaar heen kijken!
Hoe zit het in Horst eigenlijk met dat ‘bewust en oprecht groeten op straat’? Mijn indruk is dat op dit gebied nog veel winst valt te behalen. Ik kan me niet heugen dat ik, lopend door het toch oergezellige centrum van Horst, ooit bewust en oprecht ben gegroet. Af en toe een minzaam hoofdknikje of een doodenkele keer een zuinig ‘Hallo’, maar een bewuste en oprechte groet: never. Of nee, wacht, stop, nu doe ik toch echt iemand ernstig tekort. Er is wel degelijk iemand die mij altijd bewust en oprecht groet. Een vrouw, van middelbare leeftijd en ogenschijnlijk van Oost-Europese komaf. Vaak te vinden in de omgeving van de ingang van de supermarkten Plus en Lidl waar ze de daklozenkrant aan de man probeert te brengen. Altijd een welgemeend ‘Goedemorgen/middag/avond meneer’ en – na afname van een krant – ‘Dank u wel, meneer’. Nooit een onvertogen woord, nooit opdringerig of agressief. Kortom, een vrouw die als rolmodel zou kunnen dienen voor burgemeester Bruls.
Tot zover mijn mening. ‘Henk’ denkt er heel anders over. Hij betoogt op het weblog van Roy Bouten dat het de spuigaten uitloopt met deze ‘dame’. Dat ze daar één keer staat, ach, daar kan hij nog wel mee leven, maar ‘bijna dagelijks’ vindt hij ‘zeer vervelend’, temeer omdat ‘bedoelde dame schijnt te worden geparachuteerd door Bulgaren of andere oost-europesche lieden’. Zijn conclusie: ‘Ik vind dat Horst geen bedelaars moet toestaan.’ Hij roept de PvdA op hier eens wat aan te doen.
‘Tsja’, zou Martin Bril zeggen.
Is bedoelde dame hinderlijk? Nee.
Zorgt bedoelde dame voor overlast? Nee.
Bedelt bedoelde dame? Nee.
Benadert bedoelde dame winkelend publiek agressief? Nee.
Staat bedoelde dame voor haar lol in weer en wind daklozenkranten te verkopen? Nee.
Groet bedoelde dame bewust en oprecht? Ja!Als ik de PvdA was, zou ik de oproep van ‘Henk’ om ‘hier eens wat aan te doen’ mooi naast me neerleggen en bedoelde dame binnenkort eens een keer gaan verrassen met een welverdiende bos rode rozen.
Hoe zit het in Horst eigenlijk met dat ‘bewust en oprecht groeten op straat’? Mijn indruk is dat op dit gebied nog veel winst valt te behalen. Ik kan me niet heugen dat ik, lopend door het toch oergezellige centrum van Horst, ooit bewust en oprecht ben gegroet. Af en toe een minzaam hoofdknikje of een doodenkele keer een zuinig ‘Hallo’, maar een bewuste en oprechte groet: never. Of nee, wacht, stop, nu doe ik toch echt iemand ernstig tekort. Er is wel degelijk iemand die mij altijd bewust en oprecht groet. Een vrouw, van middelbare leeftijd en ogenschijnlijk van Oost-Europese komaf. Vaak te vinden in de omgeving van de ingang van de supermarkten Plus en Lidl waar ze de daklozenkrant aan de man probeert te brengen. Altijd een welgemeend ‘Goedemorgen/middag/avond meneer’ en – na afname van een krant – ‘Dank u wel, meneer’. Nooit een onvertogen woord, nooit opdringerig of agressief. Kortom, een vrouw die als rolmodel zou kunnen dienen voor burgemeester Bruls.
Tot zover mijn mening. ‘Henk’ denkt er heel anders over. Hij betoogt op het weblog van Roy Bouten dat het de spuigaten uitloopt met deze ‘dame’. Dat ze daar één keer staat, ach, daar kan hij nog wel mee leven, maar ‘bijna dagelijks’ vindt hij ‘zeer vervelend’, temeer omdat ‘bedoelde dame schijnt te worden geparachuteerd door Bulgaren of andere oost-europesche lieden’. Zijn conclusie: ‘Ik vind dat Horst geen bedelaars moet toestaan.’ Hij roept de PvdA op hier eens wat aan te doen.
‘Tsja’, zou Martin Bril zeggen.
Is bedoelde dame hinderlijk? Nee.
Zorgt bedoelde dame voor overlast? Nee.
Bedelt bedoelde dame? Nee.
Benadert bedoelde dame winkelend publiek agressief? Nee.
Staat bedoelde dame voor haar lol in weer en wind daklozenkranten te verkopen? Nee.
Groet bedoelde dame bewust en oprecht? Ja!Als ik de PvdA was, zou ik de oproep van ‘Henk’ om ‘hier eens wat aan te doen’ mooi naast me neerleggen en bedoelde dame binnenkort eens een keer gaan verrassen met een welverdiende bos rode rozen.
zaterdag 3 januari 2009
Actualisatie – Verdwijnende reclame-uitingen
Op 6 oktober schreef ik: ‘Stel dat er een prijs bestond voor de best verborgen Horster reclame-uiting en stel verder dat er een prijs bestond voor de vanuit een laagvliegend vliegtuig best zichtbare Horster reclame-uiting; dan was ik ervan overtuigd dat deze gevelreclame in beide gevallen hoge ogen zou gooien’:Drie maanden later kan deze reclame-uiting helemaal niet meer meedingen naar zulke prijzen: ze is samen met het pand waarop ze was aangebracht, verdwenen. 12 december 2008 is waarschijnlijk de enige dag in het bestaan van deze muurreclame geweest waarop ze in volle glorie te bewonderen was. Ik prijs me daarom gelukkig dat ik er uitgerekend op die dag een foto van heb gemaakt:
Actualisatie – Gevelreclames
Van de metamorfose die de voormalige apotheek aan de Venrayseweg onderging, was ik u nog één foto schuldig. Deze had u op 27 augustus al gezien; deze (vanochtend gemaakt) nog niet:
Ook in dit geval: verandering betekent niet altijd verslechtering. Of positiever gesteld: verandering betekent soms verbetering.
Ook in dit geval: verandering betekent niet altijd verslechtering. Of positiever gesteld: verandering betekent soms verbetering.
donderdag 1 januari 2009
Actualisatie – Tuinkabouterbevrijdingsfront
Wie had kunnen denken dat ik het bericht van afgelopen maandag over de tuinkabouter bij de Sint-Norbertuskerk vandaag alweer zou moeten actualiseren?
Wees gewaarschuwd: het is bepaald geen vrolijk nieuws dat ik u te melden heb. De kabouter, die hoogstwaarschijnlijk op wereldreis was, is namelijk op brute wijze vermoord. Zondag zat hij nog fier op een stronk bij zijn paddestoel: Vanochtend was dit het trieste beeld:Slechter kan een jaar natuurlijk niet beginnen. Ik heb zo’n vermoeden dat de kabouter slachtoffer is geworden van een staaltje zinloos nieuwjaarsgeweld, gepleegd door opgeschoten jongeren: ‘Kijk eens wat ik stoer ben, ik durf een weerloze tuinkabouter een kopje kleiner te maken.’ Requiescat in pace.
Wees gewaarschuwd: het is bepaald geen vrolijk nieuws dat ik u te melden heb. De kabouter, die hoogstwaarschijnlijk op wereldreis was, is namelijk op brute wijze vermoord. Zondag zat hij nog fier op een stronk bij zijn paddestoel: Vanochtend was dit het trieste beeld:Slechter kan een jaar natuurlijk niet beginnen. Ik heb zo’n vermoeden dat de kabouter slachtoffer is geworden van een staaltje zinloos nieuwjaarsgeweld, gepleegd door opgeschoten jongeren: ‘Kijk eens wat ik stoer ben, ik durf een weerloze tuinkabouter een kopje kleiner te maken.’ Requiescat in pace.
Abonneren op:
Posts (Atom)