Geachte heer De Hoon,
Op mijn weblog heb ik de afgelopen weken enkele malen aandacht geschonken aan de mogelijke nieuwbouw van ijssalon Passi. Zoals ik ook schrijf in een van de stukjes vond ik dat u in de raadsvergadering van 31 maart de juiste (kritische en naar ik dacht retorische) vragen stelde. Ik leidde daaruit af dat u tegen nieuwbouw was. Het standpunt van de rest van de CDA-fractie was me toen niet helemaal duidelijk, maar ik meende een beetje te proeven dat die voorstander van nieuwbouw was. Dat bleek dinsdag tijdens de raadsvergadering inderdaad zo te zijn. Wat me bevreemdde, was dat de CDA-fractie unaniem akkoord ging met de nieuwbouw van Passi. Dat betekent dus dat ook u het collegevoorstel steunt. Ik kan dat eerlijk gezegd niet goed rijmen met uw opstelling op 31 maart. Vond u het belang van de zaak nu ook weer niet zo groot dat u daarover een minderheidsstandpunt in diende te nemen? Waren uw vier vragen op 31 maart, anders dan ik veronderstelde, misschien niet retorisch? Of hebben de argumenten van de voorstanders u in de tussentijd overtuigd?
Ik begrijp dat u zich dinsdag als voorzitter van de vergadering niet actief in de discussie kon gaan mengen. Maar had u dan geen stemverklaring af kunnen leggen? Ik vind het onbegrijpelijk dat de fracties die tegen het collegevoorstel waren daar niet om vroegen. Omdat zij het niet deden, doe ik het maar.
Met vriendelijke groet,
Wim Moorman