Onlangs een voormalige collega op bezoek gehad. Genoeglijk zitten keuvelen, zelfs na zijn ontboezeming dat ie bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen op Ger Driessen had gestemd. De voormalige collega had al van tevoren aangekondigd dat hij ter aanvulling van mijn collectie een tuinkabouter mee zou nemen (die met de bril, rechts op de foto). Daar hoorde mijnerzijds uiteraard iets tegenover te staan. Omdat ik weet dat hij zich verhangt voor kruisbessenvlaai, informeerde ik bij bakkerij Gerards-Steeghs (inderdaad, die van de overheerlijke kersenkruimelvlaai) of het misschien mogelijk was voor de volgende dag een stekbaerevlaaike te bestellen. Annie, de dienstdoende winkelbediende, dacht van wel, maar informeerde voor de zekerheid even bij de bakker zelf: ‘Ard, kunde geej vur merge en kruusbessevlaaike make?’ Waarop Ard bevestigend antwoordde. Dus ik de volgende ochtend terug. ‘Ik kóm mien stekbaerevlaaike hale.’ Waarop May, de echtgenote van Ard, reageerde: ‘Ik dócht ál, wurrum stiet daat kruusbessevlaaike doa toch?’
Mijn voormalige collega was blij verrast door het vlaaitje (‘Ha! Steekbeere!’) en genoot er met volle teugen van. Zelf was ik op dat moment nog altijd volledig uit het veld geslagen door het kruusbessevlaaike van zowel Annie als May. Als beide dames nu allochtonen, jongere autochtonen of geen dialectsprekers waren, dan had ik het wel kunnen plaatsen. Maar nee, beiden spreken dialect, beiden zijn voor zover ik weet in Horst geboren en getogen en beiden zijn ouder dan ik. Waarom dan kruusbesse in plaats van stekbaere? Het lijkt me uitgesloten dat ze het woord stekbaere niet kennen. Waarom gebruiken ze het dan niet? De enige verklaring die ik kan verzinnen is dat ze bang zijn niet begrepen te worden als ze het woord stekbaere in de mond nemen en daarom maar hun toevlucht hebben gezocht tot het verhollandste semi-dialectwoord kruusbesse. Aanpassing dus. Tot op zekere hoogte begrijpelijk, want niets vervelender dan niet begrepen te worden. Zo ben ik zelf al geruime tijd geleden door de knieën gegaan bij esbaere (niemand die nog begrijpt dat ik het dan over aardbeien heb)
en ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat brándbaere (bramen) wel eens het volgende slachtoffer zouden kunnen zijn. Moelbaere (bosbessen) zie ik het nog wel een tijdje volhouden, maar als zelfs stekbaere hun leven niet meer zeker zijn, zouden ook miemere (aalbessen) het wel eens moeilijk kunnen krijgen.
Is dit allemaal erg? Nee.
Is het dan jammer? Ja.
Is er misschien iets aan te doen? Weinig, vrees ik. Een definitief antwoord schort ik even op tot ik de Dialectatlas van het Nederlands uit heb.
Wat een fan-tas-tisch boek! Kopen!
Het exemplaar bij Willems en Rietjens is inmiddels verkocht? Ik kwam het boek bij Donner in Rotterdam tegen. Mooie atlas met mooie woorden.
BeantwoordenVerwijderenMaar bramen zijn in het Horsters toch Brombaere?