De Oude Lind is een café-restaurant aan de Venrayseweg in
Horst. Het heeft een geschiedenis die op z’n minst teruggaat tot de negentiende
eeuw. Een jaar geleden verwoestte een brand de bovenverdieping van het
inmiddels Aan Tafel geheten etablissement. Bovendien ontstond ernstige schade
aan de benedenverdieping. Sindsdien oogt het pand als een bouwval.
Op nieuwjaarsdag kreeg ik van een lezer een e-mail over De
Oude Lind: ‘Jij als historicus zal je
ongetwijfeld ergeren aan het historische pand De Oude Lind, hoe het er
momenteel bijligt. Een aanfluiting voor Horst. Hoe heeft het zover kunnen
komen? Waarom gebeurt daar niks? Wie is nu eigenaar van het pand? De “vorige
eigenaar” heeft het pand nog gerenoveerd. Momenteel lijkt het wel of er steeds
meer ruiten ingegooid worden, en dat het ook de huidige eigenaar weinig
interesseert! Is hier geen rol voor de gemeente weggelegd? Allemaal vragen, die
niet alleen mij maar ook velen bezig houden.’
De e-mail bevat vier vragen: hoe heeft het zover kunnen
komen? Waarom gebeurt er niets? Wie is de eigenaar? Kan de gemeente er iets aan
doen? Allemaal vragen die ook mij bezighouden, maar op alle vier heb ik niet
eens het begin van een antwoord. Laat ik me daarom beperken tot het vermoeden van
de e-mailer dat ik me erger aan de tegenwoordige staat van De Oude Lind. Is dat
zo? Erger ik me aan het huidig aanzien van De Oude Lind? Goeie vraag. Na rijp
beraad met mezelf ben ik tot de slotsom gekomen dat de huidige toestand me wel
bevreemdt, maar dat ik me er niet aan
erger. Waarom niet? Ook daar heb ik lang over nagedacht. Ik denk dat vier
factoren een rol spelen:
1. ik ben te jong om de glorietijd van De Oude Lind nog te
hebben meegemaakt, ze is voor mij stukken minder legendarisch dan voor de
generaties voor mij;
2. het pand op zich is (was?) geen architectonisch
hoogstandje, niet eens erg markant. Dit in tegenstelling tot de ligging en de
oude linde zelf;
3. ik erger me wat inrichting van de openbare ruimte betreft
veel minder snel aan het doen en laten van particulieren dan aan het doen en
laten van overheden;
4. ook in verval schuilt schoonheid, zelfs in het verval van
De Oude Lind.
Mijn divansessie bracht me verder tot het inzicht dat De
Oude Lind vooral in mijn hoofd huist. Zeg ‘De Oude Lind’ en onmiddellijk komen herinneringen
boven aan de hellingbaan die toegang verschafte tot de zaal, aan koffietafels, aan
het terras waar je je nauwelijks verstaanbaar kon maken, aan presentaties van
verschillende boeken, aan elkaar steeds sneller opvolgende uitbaters, aan
recepties, aan de kegelbaan, aan lezingen van het LGOG, aan bruiloften, aan de
bij welke uitbater dan ook slechte bediening, aan de benauwde vergaderzaaltjes
op de bovenverdieping.
Misschien iets te kort door de bocht geformuleerd: de
teloorgang van het fenomeen dat De Oude Lind ooit was doet me pijn, de
herinneringen eraan zijn me dierbaar, de boom is onvervangbaar, maar het pand
kan me gestolen worden. Zelfs als historicus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten