‘Weet jij wanneer garage Willems tegen de vlakte gaat? Alles is leeg daar nu,
auto’s en hekken ook allemaal weg.’ Aldus Peter Janssen afgelopen dinsdag. Nee,
geen idee wanneer garage Willems tegen de vlakte gaat. Dacht dat ooit ‘maart’ was
gezegd – wat gezien het bericht van Peter dus wel eens zou kunnen kloppen. ‘Ga
ik er vandaag toch nog eens kijken’, schrijf ik Peter terug. En inderdaad:
Garage Willems blijkt niet ontdaan van álles wat het ontsierde, wel van een
hele hoop. Anderhalve maand geleden noemde ik (klik
hier) garage Willems ‘het
mooiste gebouw van Horst’. Enkele zinnen verderop nuanceerde ik dat weer. Maar zonder
al die auto’s, zonder die hekken, zonder die reclamedoeken weet ik het opnieuw
zeker: garage Willems is het mooiste gebouw van Horst.
Nog maar eens herhaald: een sprankelend, niets verhullend, transparant gebouw. Een
gebouw dat is wat het is: beton, veel glas, hoge plafonds, rechte lijnen, licht,
geen tierlantijntjes. Een toonbeeld van wederopbouwarchitectuur, een exponent
van een tijd(geest).
Ik maak een hele serie foto’s. Hoop op een deur die van het slot is. Tevergeefs.
Dan maar van buiten foto’s maken van het interieur.
Onderweg naar iets anders kom ik er woensdag opnieuw aan voorbij. Geopende deuren,
lawaai. Buiten zijn twee mannen met elkaar in gesprek. Het blijken de eigenaar
en de makelaar te zijn. ‘Mag ik binnen misschien foto’s maken?’ Hoezo dat? ‘Omdat
ik dit het mooiste gebouw van Horst vind.’ Jazeker mag ik binnen foto’s maken.
Soms betreur ik het dat ik geen geschoold fotograaf ben. Nu bijvoorbeeld. Het
lukt me niet het karakter en de sfeer van het gebouw optimaal in foto’s te
vangen. Maar neem van me aan: door garage Willems lopen is een ervaring. De
betekenis van de uitdrukking ‘baden in het licht’ dringt hier pas echt goed tot
me door. Zonde dat ik het in de foto’s niet tastbaar weet te maken. Kan iemand
die gezegend is met meer fotografische kwaliteiten hier niet een reportage gaan
maken?
‘En?’, vraagt de eigenaar. ‘Fantastisch! Hartstikke bedankt dat ik foto’s mocht
maken. Zo jammer dat het er binnenkort niet meer is.’ Waarop hij alle kwaliteiten
van het gebouw opsomt, bijna letterlijk in mijn bewoordingen van hierboven. Een
speciale lofzang houdt hij op de betonconstructie. ‘Alleen: het gebouw is niet
rendabel te maken, de energiekosten zijn gigantisch.’ Dat neem ik graag van hem
aan en ik begrijp dat hij ook niet van de wind alleen kan leven. Toch blijft de
pijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten