zondag 16 juni 2024

Intermezzo – Woo-verzoek (9)

Deze week maakte de provincie Limburg een grote hoeveelheid documenten openbaar (klik hier) over wat ze zelf ‘het dossier Californië’ noemt: de omstreden gronddeals tussen grondbedrijf Californië BV en zijn toenmalig bestuurder Lodewijk Burghout. Je kunt dat inderdaad ‘het dossier’ noemen – ‘de kwestie’, ‘de zaak’, ‘de affaire’ of ‘het schandaal’ doet de werkelijkheid meer recht. Maar dit geheel terzijde.


Gedeputeerde Staten (het dagelijks bestuur van de provincie) hebben vier kantjes nodig om uit te leggen waarom ze hebben besloten de documenten openbaar te maken. De derde alinea is met grote afstand de grappigste van allemaal:
‘Gedeputeerde Staten hebben in het dossier Californië van begin af aan ingezet op transparantie. Onze insteek was, en is, om de onderste steen boven te krijgen in het dossier Californië. In het kader van zorgvuldigheid, ook naar andere betrokken partijen, zijn wij eerder terughoudend geweest in het openbaar maken van (delen van) informatie.’
Waarom die alinea zo grappig is? Omdat Gedeputeerde Staten vanaf het begin transparantie schuwden in ‘het dossier Californië’ en juist hun uiterste best deden een rookgordijn op te trekken. Van een ‘insteek’ om de onderste steen boven te krijgen viel lange tijd niets te bespeuren – pas nu de kat in het nauw komt, worden wat pogingen gedaan enkele tegels te lichten. Maar minstens zo grappig is dat Gedeputeerde Staten hun bewering dat ze ‘van begin af aan’ hebben ingezet op transparantie in de derde zin van de geciteerde alinea eigenhandig vakkundig ondergraven met de erkenning dat ze eerder terughoudend zijn geweest in het openbaar maken van informatie.


De terughoudendheid van Gedeputeerde Staten met het openbaar maken van informatie heb ik zelf ook ervaren. Op 19 april 2023 verzocht ik Gedeputeerde Staten mij in het kader van de Woo (Wet open overheid) inzage te verschaffen in de notulen van aandeelhoudersvergaderingen met en over grondbedrijf Californië BV. Op 6 juni 2023, een week na het verstrijken van de wettelijke beslistermijn, ontving ik bericht van Gedeputeerde Staten dat ze weigerden de gevraagde stukken openbaar te maken. Ik liet het er vervolgens bij zitten.


Tot mijn grote verrassing trof ik bij de deze week openbaar gemaakte documenten ook de afhandeling aan van mijn Woo-verzoek door Gedeputeerde Staten (klik hier en ga naar document nummer 22). Daarin is mijn naam acht keer zwartgelakt. Maar tot mijn grote ergernis is mijn naam daarin ook tot twee keer toe niet onleesbaar gemaakt.


Daardoor komt mijn persoonlijke levenssfeer in het geding. Dat verzin ik niet zelf, nee dat is het oordeel van Gedeputeerde Staten:
‘Daar waar in het document de naam, de handtekening/paraaf en/of andere persoonsgegevens van een derde en/of ambtenaren onleesbaar is gemaakt, zijn wij tot het oordeel gekomen dat openbaarmaking van deze informatie ertoe leidt dat zijn of haar persoonlijke levenssfeer in geding komt, en dat aan die omstandigheid zodanig gewicht moet worden toegekend dat het belang van openbaarmaking daarvoor moet wijken.’
Conclusie: met de zelfbenoemde zorgvuldigheid van Gedeputeerde Staten is het al net zo treurig gesteld als met de zelfbenoemde transparantie.

1 opmerking:

  1. Hier is toch wel een excuus van de GS op zijn plaats, er wordt in ons land voor minder excuses aangeboden.
    Hier laat je het er toch niet bij zitten?

    BeantwoordenVerwijderen