Populieren
Men noemt het ruischen, maar zijn ’t geen stemmen?
En waren ’t stemmen, is er dan geen mond
Om één keer te zwijgen in dit beklemmende
Aanzwellen, dat, aanvangverloren, geen einde vond?
De kussen die zij buigende elkaar toedragen
Strijken niet verder, gaan niet naar omlaag, en rustig-
koel
Blijven de stammen zonder eenig bindend doel
Hun eeuwig kozende kronen schragen.
S. Vestdijk, 1931
Drie weken geleden bracht ik hier een ode aan het prachtige
populierenbosje aan de Rotvenweg in Horst. Ik vergeleek het - in navolging van Pier Paolo Pasolini - met een kathedraal
en riep Horster filmers op de filmische potentie van de populiergaard te
benutten. Welnu, Horster filmers kunnen camera en statief onberoerd laten: een uur of vier geleden ontdekte ik dat de populiergaard vandaag voor de helft ten prooi is
gevallen aan de kettingzaag (klik op de pijl om het filmpje te starten).
‘Gelukkig hebben we de foto’s nog’, schijn je in dergelijke omstandigheden te moeten zeggen. Zal best, maar mij troost je er niet mee. Quelle horreur.
Herinnering aan Holland
Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,
boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.
H. Marsman, 1936
Geen opmerkingen:
Een reactie posten