7 augustus 1976. Een zaterdag. Dat betekent met buurtgenoten
en hun vaders voetballen op het trapveldje midden in de Schadijkse Bossen.
Zoals elke jaren zeventigzaterdagmiddag. Buigen of barsten, weer of geen weer.
’s Zomers om vier uur, ’s winters een uur eerder. Eén keer is daarvan afgeweken:
op 24 augustus 1974, toen laat in de middag het nieuwe Horster gemeentehuis officieel
werd geopend en enkele vaders daar ambtshalve bij aanwezig moesten zijn en
pogingen van die vaders om de opening te verplaatsen naar een andere dag, of
tenminste een ander tijdstip, vruchteloos waren gebleven. Vandaag wordt de
tweede keer.
VVV, het twee maanden eerder naar de ere-divisie gepromoveerde
VVV, speelt aan het einde van deze zaterdagmiddag een oefenwedstrijd tegen Barcelona, dat
onder leiding staat van Rinus Michels en Johan I en Johan II in zijn gelederen
heeft. Vaderlijke pogingen om VVV en Barcelona te bewegen de wedstrijd te
verplaatsen naar een andere dag, of tenminste een ander tijdstip, zijn achterwege
gebleven – de betreffende vaders staan niet bekend om hun nederigheid maar in
dit uitzonderlijke geval kenden ze hun plaats. Het wekelijkse potje voetbal wordt
daarom enkele uren vervroegd en de gebruikelijke mokkastick na afloop bij ’t
Hukske wordt voor één keer overgeslagen. Net zoals de derde helft aan de
Meterikseweg.
Snel in bad en met de hoar
nag naat de Eend in, op naar De Koel. De barstensvolle Koel, de nog nooit
eerder zo volle Koel zelfs. VVV is hotter
than hot. In tegenstelling tot Johan Cruijff. ’s Werelds beste voetballer
van dat moment is in Nederland uitgekotst. Wordt weggezet als geldwolf en
praatjesmaker. De dramatische EK-nederlaag eerder die zomer tegen
Tsjechoslowakije, met een constant tegen de scheidsrechter zeikende Cruijff, heeft
de deur helemaal dichtgedaan. Nederland heeft het wel gehad met de eeuwige
querulant Cruijff.
En dus wordt Cruijff uitgefloten in De Koel. Bij elke
balaanraking. Totdat Asensi, een vaardige, langharige adjudant van de maestro, een
bloedende hoofdwond oploopt en het spel even stil komt te liggen. De meeste spelers
maken van deze ongeplande pauze gebruik om wat te keuvelen en vocht tot zich te
nemen. Zo niet Cruijff. Bij de dug-outs, precies tegenover mijn gekoesterde
plaatsje onderaan het hek bij het reclamebord van Nederlandse Draadindustrie
Blerick, staat een blond jongetje op krukken. Cruijff loopt op het jongetje toe
en geeft hem een handtekening. Achttienduizend mensen klappen hun handen stuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten