Waar je tegenwoordig ook nooit meer wat over hoort, is de
landschappelijke inpassing van Van Dijck Groenteproducties, op de kruising
Peelheideweg–Midden Peelweg in America. Waar zijn ze, de horsten en slenken, de
educatieve borden, de houtwallen, de paden voor recreanten en toeristen, de
bosstroken, de mantel- en zoomvegetatie, de struikbeplanting, de notenbomen, de oeververflauwing, de plas-draszone, de taluds met
een hellinggraad van vijf à tien procent, de vruchtdragende heesters, de in de
grondwal ingebedde werktuigenloods en ga zo maar door? Allemaal ooit beloofd –
allemaal nooit gekomen.
Onder grote tijdsdruk ging de Horster gemeenteraad op 28
juni 2012 unaniem akkoord met de verplaatsing van Van Dijck Groenteproducties van
Meterik naar de Peelheideweg. De daarmee gepaard gaande aantasting van het
ontginningslandschap ter plekke nam de raad voor lief. De pijn werd verzacht
door alle bovengenoemde beloften, gedaan in het dertien pagina’s – exclusief
bijlagen – tellende advies ‘Landschappelijke inpassing Van Dijck
Groenteproducties’ (klik hier, ga naar agendapunt 10 en klik op 10d). En
inderdaad, wie zou niet onder de indruk raken van alle daarin opgenomen artist’s impressions? Wie zou niet onder
de indruk raken van de ‘groene dooradering’ die het gebied zou gaan kenmerken?
Wie zou niet onder de indruk raken van de ‘verbondenheid tussen het bedrijf en
het landschap’ die zou ontstaan?
Op de koop toe bevestigde verantwoordelijk wethouder Leon
Litjens: ‘Het infiltratiegebeuren wordt opengesteld voor mensen bij Meerdal.’ Hij
verzekerde verder: ‘Er wordt ingestoken op de toerist: dat hij kan gaan kijken
bij de boer, om het zo maar te noemen.’
Vier jaar later blijkt dat niets, werkelijk helemaal niets,
is terechtgekomen van alle landschappelijke inpassingsbeloftes. Horsten en
slenken zijn in geen velden of wegen te bekennen. Oeververflauwing,
plas-draszone, mantel- en zoomvegetatie, vruchtdragende heesters? Noppes. Een
beukenhaag, niet meer en niet minder.
Een rij notenbomen dan tussen bedrijfshal en Peelheideweg? Naar
mijn beste weten zijn het gewoon eiken.
Een bosstrook evenwijdig aan de Midden Peelweg? Niet meer
dan hier en daar wat armzalige boompjes. Houtwallen? Nergens. Wel ligt er langs
de noord- en oostzijde een massieve, metershoge, honderden meters lange, onbegroeide
wal.
‘In plaats van een steile grondwal wordt een flauw oplopend
talud aangelegd’, heette het in het advies. Flauw oplopend? Zelfs berggeiten
zouden hier niet overleven!
De werktuigenloods zou worden ingebed in de grondwal. Wat
denk je?
Het ‘infiltratiegebeuren’ opengesteld voor bezoekers
Meerdal? Educatieve borden? Wandelpaden? Verbondenheid tussen het bedrijf en het landschap? Allemaal niks van waar. Allemaal holle
woorden. Allemaal praatjes voor de vaak.
Nu wordt zelfs het beetje landschappelijke inpassing op het terrein aan de zijde van de Midden Peelweg vervangen door verharding. Wordt hier nog op gehandhaafd?
BeantwoordenVerwijderen