‘White Cube in de jungle’, kopte NRC
Handelsblad op 27 april van dit jaar. Uit het bijbehorende artikel bleek
dat The White Cube een spierwit, door architectenbureau OMA (Rem Koolhaas!) ontworpen
kunstmuseum is in Lusanga, een plaats in de binnenlanden van Congo, op een dag
reizen van hoofdstad Kinshasa (even googlen en u vindt meer informatie over dit
ambitieuze en niet onomstreden project van de Nederlandse kunstenaar Renzo
Martens).
Meterik is geen Congo, het Meterikseveld is geen jungle, de Schadijkerweg is
nog onontgonnen terrein voor architectenbureau OMA, een kunstmuseum in Meterik
is wensdenken en een pentagonale constructie is geen kubus. En toch moest ik
onmiddellijk aan The White Cube denken toen ik begin mei aan de Schadijkerweg
in Meterik ineens werd geconfronteerd met deze stralend witte verschijning:
Geen idee waar ze vandaan kwam, maar héél lang kon ze er nog niet staan: in de
leegte van het Meterikseveld trok ze al van verre en van alle kanten de
aandacht naar zich toe, een eyecatcher
in de meest letterlijke zin van het woord.
Ik viel als een blok voor de Meterikse White Cube. Zó zuiver, zó zelfbewust, zó
onaangedaan, zó dominant, zó volmaakt. Zó intrigerend ook: geen ramen, deuren
of andere tierlantijntjes te bekennen, niets dat afbreuk deed aan de
volmaaktheid. Dat er op gezette tijden ook nog eens onbestemde geluiden uit weerklonken,
vergrootte de aantrekkingskracht alleen maar. De enige dissonanten waren
feitelijk het hek, de bomen en de aanpalende woning die een volkomen vrij zicht
op de kubus die geen kubus was onmogelijk maakten.
Natuurlijk nam ik me voor een stukje over de Meterikse White Cube op
Horst-sweet-Horst te publiceren. Natuurlijk kwam het er niet van. Toen, het zal
eind juni, begin juli zijn geweest, was ie zomaar ineens verdwenen, even
plotseling als ie was gekomen. Ik zal niet zeggen dat ik ontroostbaar was, maar
het gevoel van een zeker gemis sleepte ik daarna toch steeds met me mee. Totdat afgelopen donderdag ’t
Krèntje, ‘dorpsblad voor en door Meterik’, in de bus viel. Fragment uit de
mededelingen van de dorpsraad: ‘De witte
tent bij Driesven is tijdelijk en zal ieder jaar weer terugkomen voor het
oppotten van planten.’ Kunt u zich voorstellen hoe gelukkig ik was?
Dat het nog een klein jaar duurt voor de Meterikse White Cube weer te
bewonderen valt, deert me niet, al was het maar omdat er nu ruimschoots de tijd
is om het hek, de bomen, de aanpalende woning (en al het andere dat een vrij
zicht op de kubus die geen kubus is verhindert) uit de weg te ruimen.