zondag 25 februari 2018

Intermezzo – Megastal Kleefsedijk (11)

Twee weken geleden publiceerde ik de tekst van het betoog dat Ans van der Beele in de gemeenteraadsvergadering van 6 februari hield over de mogelijke bouw van een megastal aan de Kleefsedijk in Sevenum (klik hier). Gemeenteraadslid Richard van der Weegen (PvdA) reageerde op dit betoog met de woorden ‘Ik schrik gewoon van deze inbreng.’ Waarop ik hem vroeg waarom hij zo was geschrokken. Ook na twee weken heeft Richard niet geantwoord op mijn vraag. Jammer, gemiste kans, nu blijft het gissen. Misschien moet ik dan maar eens m’n eigen gevoelens over de inbreng van Ans van der Beele proberen te verwoorden.


Ook ik schrok. Sterker, ik was zelfs aangedaan. Dit is dus wat politiek óók met mensen doet. Zó emotioneel, zó schril, zó recht voor z’n raap hoor je het slechts zelden in de raadszaal. Zo hoeft het ook beslist niet elke keer. Maar als je de bewoners van de Kleefsedijk en omgeving één ding niet kunt verwijten, is het wel dat ze louter op de emotie spelen. Integendeel: ze strijden al meer dan tien jaar voor hun zaak op basis van argumenten, ze hebben door de jaren heen een inhoudelijke kennis van de materie verworven die die van menig gemeenteraadslid, bestuurder en ambtenaar overtreft. Talloze malen hebben ze inmiddels al ingesproken in de gemeenteraad en nooit voerde emotie de boventoon. Mag dat dan misschien voor één keer wel?


Cruciaal in het betoog van Ans van der Beele zijn voor mij de twee laatste zinnen: ‘Dat land, dat bedoeld is om door te geven aan de kinderen van morgen, wordt helemaal vernacheld. Ik denk dat dat héél, héél erg is.’


Afgelopen vrijdag heb ik de hele dag gefungeerd als gids voor iemand die een tocht wilde maken door het buitengebied van Horst aan de Maas. Confronterend hoor. De tranen sprongen ons in de ogen, en niet alleen van de kou. Je wéét het, maar je staat er niet altijd bij stil: de gigantische loodsen, de veel te grote vrachtwagens op smalle wegen, de lelijkheid, de enorme schaal van de bebouwing bestemd voor de intensieve veehouderij, de eindeloze akkers en weilanden waaruit al het leven is verdwenen, de kilometerslange kassen, de verrommeling van het landschap, de op plaatsen ondraaglijke stank.

Hoezo rentmeesterschap? Met Ans van der Beele zeg ik: ‘Dat land, dat bedoeld is om door te geven aan de kinderen van morgen, wordt helemaal vernacheld. Ik denk dat dat héél, héél erg is.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten