Twee weken geleden publiceerde ik de tekst van het betoog dat Ans van der Beele
in de gemeenteraadsvergadering van 6 februari hield over de mogelijke bouw van
een megastal aan de Kleefsedijk in Sevenum (klik
hier). Gemeenteraadslid
Richard van der Weegen (PvdA) reageerde op dit betoog met de woorden ‘Ik schrik gewoon
van deze inbreng.’ Waarop ik hem vroeg waarom hij zo was geschrokken. Ook na
twee weken heeft Richard niet geantwoord op mijn vraag. Jammer, gemiste kans, nu blijft het gissen. Misschien moet ik dan maar eens m’n eigen gevoelens over de
inbreng van Ans van der Beele proberen te verwoorden.
Ook ik schrok. Sterker, ik was zelfs aangedaan. Dit is dus wat politiek óók met
mensen doet. Zó emotioneel, zó schril, zó recht voor z’n raap hoor je het
slechts zelden in de raadszaal. Zo hoeft het ook beslist niet elke keer. Maar als
je de bewoners van de Kleefsedijk en omgeving één ding niet kunt verwijten, is
het wel dat ze louter op de emotie spelen. Integendeel: ze strijden al meer dan
tien jaar voor hun zaak op basis van argumenten, ze hebben door de jaren heen
een inhoudelijke kennis van de materie verworven die die van menig
gemeenteraadslid, bestuurder en ambtenaar overtreft. Talloze malen hebben ze inmiddels
al ingesproken in de gemeenteraad en nooit voerde emotie de boventoon. Mag dat
dan misschien voor één keer wel?
Cruciaal in het betoog van Ans van der Beele zijn voor mij de twee laatste
zinnen:
‘Dat land, dat bedoeld is om door te geven aan de kinderen van
morgen, wordt helemaal vernacheld. Ik denk dat dat héél, héél erg is.’
Afgelopen vrijdag heb ik de hele dag gefungeerd als gids voor iemand die een
tocht wilde maken door het buitengebied van Horst aan de Maas. Confronterend
hoor. De tranen sprongen ons in de ogen, en niet alleen van de kou. Je wéét
het, maar je staat er niet altijd bij stil: de gigantische loodsen, de veel te
grote vrachtwagens op smalle wegen, de lelijkheid, de enorme schaal van de
bebouwing bestemd voor de intensieve veehouderij, de eindeloze akkers en
weilanden waaruit al het leven is verdwenen, de kilometerslange kassen, de verrommeling
van het landschap, de op plaatsen ondraaglijke stank.
Hoezo rentmeesterschap?
Met Ans van der Beele zeg ik: ‘Dat land, dat bedoeld is om door te geven aan
de kinderen van morgen, wordt helemaal vernacheld. Ik denk dat dat héél, héél
erg is.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten