woensdag 3 november 2021

Intermezzo – Perspectief

Ik lees in Liefde en revolutie, het onlangs verschenen boek van Lotte Spreeuwenberg, een jonge filosoof afkomstig uit Melderslo. Geen gemakkelijke kost voor iemand die zich vooral aan de oppervlakte beweegt, zich bij voorkeur verre houdt van bespiegelingen over en analyses van ons zijn en die in zijn studietijd overal een voldoende voor haalde behalve voor filosofie. Ik kom in Liefde en revolutie woorden tegen waarvan ik het bestaan niet kende, laat staan hun betekenis: cis, suprematist, validisme, heliocentrisch. Toch lees ik door. Omdat het me bewust maakt van mijn eigen valkuilen en zwakke plekken. Omdat het me met de neus op feiten drukt. Feiten die ik wel ken maar waar ik te weinig bij stilsta.   


Iets wat ik me bijvoorbeeld vaak onvoldoende realiseer, is hoe bepalend iemands perspectief is voor iemands wereldbeeld. Het maakt nogal verschil of je de wereld beziet als witte of als zwarte, als man of als vrouw, als arme of als rijke, als christen of als moslim, als Chinees of als Nederlander. Jezelf daarvan losmaken is slechts tot op bepaalde hoogte mogelijk. Maar jezelf ervan bewust zijn dat er meerdere perspectieven zijn, is te allen tijde mogelijk.



Wat voor verschil het maakt vanuit welk perspectief je iets bekijkt, werd me vorige week ook op een andere manier duidelijk. In Venray is men voornemens het voormalige Boschveldcollege – nu onderdeel van Raayland College – te slopen. Toen ik hierover de eerste keer hoorde leidde dit bij mij niet tot tranen van verdriet. Wat bezien vanuit mijn perspectief van een voormalige leerling die zes jaar lang met de pest in zijn lijf naar Boschveld is gefietst, geen bevreemding hoeft te wekken. Pas toen het lokale CDA, in de persoon van Martin Wijnhoven, aandacht vroeg voor de architectonische waarde van het gebouw drong tot me door dat je het Boschveldcollege ook vanuit een ander perspectief kunt bekijken. Hoe vreemd het ook klinkt, nota bene uit de mond van iemand met belangstelling voor architectuur: ik geloof niet dat ik het voormalige Boschveldcollege ooit als een gebouw met een bepaalde waarde heb gezien. Het stond er gewoon, het was er. Een instituut, een leerfabriek waarin de menselijke maat er te bekaaid vanaf kwam en die me weinig heeft gebracht. Terwijl anderen er waarschijnlijk de tijd van hun leven hadden. En weer anderen het dus zien als een toonbeeld van wederopbouwarchitectuur.


‘Alles wat we zien is een perspectief, niet de waarheid.’ Marcus Aurelius zei het al. Vaker aan denken.

(Dit stukje verscheen vandaag ook in Via Horst-Venray; Liefde en revolutie is onder meer verkrijgbaar bij Natuurwijzer, Steenstraat 2 in Horst; de afbeelding van het Boschveldcollege is gescand uit 25 jaar Boschveldcollege.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten