Nog maar eens over Maaspark Ooijen-Wanssum. Omdat ik het niet begrijp.
Meer dan tien jaar is gewerkt aan Maaspark Ooijen-Wanssum. Meer dan tweehonderd
miljoen euro is erin geïnvesteerd. Het resultaat mag er zijn. Ontstaan is een
gebied van een kleine vijfhonderd hectare dat bijdraagt aan de bescherming
tegen Maasoverstromingen. Op de koop toe is ook nog eens een natuur- en
landschapsparadijsje gecreëerd om je vingers bij af te likken. Een mes dat aan
meerdere kanten snijdt. Beter kun je het niet hebben. Zuinig op zijn. Zou je
denken.
Op de website van het Maaspark valt nog steeds te lezen dat de provincie
Limburg, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer zorgen voor het natuurbeheer in het
gebied: ‘Zij gaan samen het gebied als één grote begrazingseenheid beheren
zoals in de plannen is vastgelegd.’ Of dat inderdaad zal gebeuren is inmiddels
twijfelachtig. De machtige boerenlobby heeft namelijk bij de provincie Limburg weten
af te dwingen dat ook boeren in aanmerking komen voor beheer van het gebied. Waarmee
de in de plannen vastgelegde begrazingseenheid ineens op losse schroeven is
komen te staan.
Stichting Maaspark Ooijen-Wanssum reageert ‘met ongeloof en verbijstering’ op de
provinciale koerswending. Ze vreest versnippering van het gebied en definieert
nog maar eens het begrip ‘beheer’: ‘Beheer is meer dan een paar dieren door een
boer laten grazen. Het gaat ook om toezicht en handhaving, educatie, excursies,
promotie, georganiseerde wandelingen, of wel het “'beleefbaar”' maken van dit
unieke natuurgebied.’
Over de aard van het boerenbeheer hoeven we ons weinig illusies te maken.
Provinciale Statenlid
Herman Nijskens
(VVD), die zich zo’n beetje heeft ontpopt als spreekbuis van de boeren, zei
onlangs al in
De Limburger: ‘Ik kan me voorstellen dat je een bepaalde
vorm van bemesting toestaat. Dat zou interessant kunnen zijn voor een grote
teler van vleesvee.’ Het kind met het badwater weggooien. Of in de woorden van
Keesjan van den Herik, vijftien jaar lang omgevingsmanager van het gebied: ‘Dan
zet je de hele filosofie van dit gebied bij het grofvuil. Het gebied is af,
geliefd en heeft zijn waarde in alle opzichten bewezen. Wat is dan je motief om
de belevingswaarde, de biodiversiteit en de landschappelijke kwaliteiten om
zeep te helpen? En hoe leg je uit dat het belastinggeld dat we hier in hebben
gestopt voor niets is geweest?’
Inderdaad, hoe leg je het allemaal uit? Valt het wel uit te leggen? Ik begrijp
er in elk geval geen snars van.
Overigens: uiteindelijk beslist de provincie Limburg over het beheer, de gemeente
Horst aan de Maas heeft er geen zeggenschap in. Toch was het verheugend wethouder
Eric Beurskens (Essentie) afgelopen dinsdag tijdens de raadsvergadering in reactie op vragen van de grote voorvechtster van Maaspark Ooijen-Wanssum, Eveline Baas (D66/GroenLinks), te horen zeggen:
‘Wij vinden dat het beheer uniform dient te
gebeuren en dat het natuurdoeltype rivier- en moeraslandschap in stand moet worden
gehouden. Het liefst hebben we ook één beheerpartij. Wel juichen we het toe als
agrariërs een deelbeheer krijgen onder de paraplu van de grote regisseur van
het gebied.’
Toch een duwtje in de juiste richting.
(Een kortere versie van dit stukje verscheen gisteren in Via Horst-Venray)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten