Horst-sweet-Horst deed toch niet meer aan ingezonden bijdragen? Maar ooit
(klik hier) heb ik geschreven dat bijdragen van ex-wethouders te allen tijde
welkom zijn. Leon Litjens is ex-wethouder van de gemeente Horst aan de Maas. Hij kreeg de vraag morgen in OJC Niks deel te
nemen aan het panelgesprek over het boek De Vriendenreünie. Daar ziet hij van
af. In plaats daarvan reflecteert hij met deze ingezonden bijdrage op De
Vriendenreünie (en meer).
Een betere politiek begint bij onszelf
Ik ben gevraagd te reflecteren op het boek De Vriendenreünie. Ik heb daar geen zin in omdat dit net als de sms’jes van
Rutte een symptoom is van een veel groter vraagstuk. Daarover later meer.
We hebben in Nederland, maar ook in de rest van de wereld, zeer
grote uitdagingen: klimaatadaptie, energietransitie, biodiversiteit, opwarmen
van de oceanen etc. Daar komen in Nederland ook nog stikstof, grondwaterstand en
beschikbaarheid en de kwaliteit van het
water bij.
Het is tien over twaalf. We lopen achter de feiten aan:
- we hebben te weinig tijd
om aan gemaakte internationale afspraken te voldoen;
- er is een groot tekort aan
mensen om de transitie te bewerkstellingen;
- proceduretermijnen zijn te
lang;
- er is veel weerstand als
een besluit gevolgen heeft voor de eigen directe omgeving met allerlei
bezwaar- en beroepsmogelijkheden;
- rechterlijke uitspraken
dwingen ons om op korte termijn te komen tot daadwerkelijke oplossingen;
- allerlei
randvoorwaardelijke wetgeving moet nog worden geregeld.
Het is ook niet eenvoudig om de vraagstukken op te lossen omdat
het een systeemdiscussie betreft. Normaliter komen grote systeemveranderingen
alleen tot stand via revoluties en oorlogen. Laten we niet hopen dat het zo ver
moet komen. Dit kan alleen als we het systeem begrijpen* en van binnenuit gaan
veranderen.
Daarbij: naast urgentie is een wenkend perspectief noodzakelijk
om veranderingsprocessen tot een succes te maken. Niemand laat zich naar de
slachtbank leiden maar wel naar een perspectiefvolle toekomst. De traditionele
sectoren waarmee wij als regio ons inkomen verdienen gaan fundamenteel
veranderen. Dus waar gaan we als samenleving ons inkomen verdienen? Hoe ziet
onze toekomstige samenleving eruit? Dit vraagt een wenkend perspectief.
Maar naast urgentie en een wenkend perspectief moeten we het
met elkaar ook eens worden over die koers en richting. Deze besluiten moeten we
nemen in een democratisch proces. Lukt dat niet dan zal er zoveel spanning in
het systeem gaan ontstaan dat die spanning op een andere manier tot uitbarsting
komt.
In het huidige tijdsgewricht is echter eerder sprake van
meer polarisatie dan van consensus. Dit baart mij zorgen en dit is voor mij dan
ook het hoofdvraagstuk – niet een boek of gewiste sms’jes. Een boek of gewiste
sms’jes zijn uitingen van het hoofdprobleem. Ik denk dat de huidige politieke
leiders op alle niveaus weten dat het anders moet. Maar krijgen ze ook de
ruimte om tot oplossingen te komen? Ik denk dat dit het hoofdprobleem is en
gezien de vraag aan mij om te reflecteren zoom ik daarbij meer in op de rol van
de media in dezen. Daarbij besef ik terdege dat ook andere actoren (waaronder
wij de burger) een grote verantwoordelijkheid hebben om te komen tot een
klimaat waarin consensus kan worden bereikt.
Iedereen die ik ken gaat de politiek in vanuit idealisme.
Iedereen wil vanuit zijn of haar eigen overtuiging de wereld een beetje beter
maken. Om een flink salaris te verdienen kun je beter naar het bedrijfsleven
gaan. De functie van (burger)raadslid, wethouder, burgemeester is keihard
werken. Je bent ‘vrij wild’, iedereen mag iets van je vinden met terechte maar
ook met onterechte en op de man gespeelde kritiek en persoonlijke bedreigingen.
Waar het vroeger een respectabele functie was, is het tegenwoordig voor de
meeste politici lastig om na hun carrière aan een baan te komen. Dus wie wil er
nog in de politiek of werken bij een overheid? Terwijl er juist behoefte is aan
goede en voldoende mensen om de vraagstukken tot een oplossing te brengen.
Er moet dus een politiek klimaat ontstaan waarbij mensen en
partijen elkaar de hand gaan reiken in plaats van elkaar voor rotte vis uit te
maken. Hiervoor is een andere omgangsnorm/politiek klimaat nodig: niet
verwijten, terugkijken en hijgerig reageren op berichten en een andere ‘tone of
voice’.
Een van mijn leermeesters zij altijd ‘De baas krijgt de
mensen die hij verdient’. De baas van Nederland is niet de politiek maar dat
zijn wij allemaal. Dus als we op deze wijze met elkaar omgaan dan krijgen we
ook de politiek die daar bij past. Dus we moeten niet naar de politiek wijzen
maar naar onszelf. Oftewel: een betere politiek begint bij onszelf. Ik vind het
dan ook zeer goed dat het nieuwe gemeentebestuur van Horst aan de Maas
cultuurverandering en het samen doen als belangrijk uitgangspunt neemt voor de
nieuwe bestuursperiode.
Dus de oplossing begint bij onszelf. Wij bepalen zelf welke
‘baas’ we willen hebben. Oftewel: een betere politiek begint bij onszelf.
De media spelen in dit geheel ook een belangrijke rol. De
scheiding der machten wordt ook wel trias politica genoemd.
Dat betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht in
een land bij verschillende instellingen moeten liggen. Daarbij hebben de
media de belangrijke rol te vervullen om de macht te controleren. Persvrijheid
is een groot goed en het is zeer belangrijk dat dit behouden blijft. Maar
‘macht’ brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Het is wel zaak dat media
zorgen dat ze volledig zijn en dat feitelijk klopt wat ze schrijven en zeggen.
Zeker omdat bij onzorgvuldige en onvolledige berichtgeving mensen geruïneerd en
geestelijk kapot gemaakt kunnen worden. Ook kunnen beelden worden gecreëerd die
eerder polariseren dan dat ze leiden tot een klimaat waarin consensus kan
worden bereikt. Ik schrijf dit bewust op omdat ik gedurende mijn functie in het
openbaar bestuur maar ook daarna voorbeelden heb gezien waarbij aantoonbaar de
media niet zorgvuldig en/of volledig zijn geweest.
Waar ik mij zorgen over maak is dat media steeds meer
geconcentreerd in handen komen van enkele bedrijven en buitenlandse
investeerders. Ik lees dagelijks meerdere kranten. Als ik De Limburger
heb gelezen dan heb ik ook de helft van De Telegraaf gelezen. In het
verleden had elke zuil zijn eigen krant en journalisten. Dit zorgde ervoor dat
zaken vanuit diverse perspectieven werden beschreven. Ik vind deze
ontwikkeling zorgelijk. Daarbij worden de mediaconcerns gedreven door
‘shareholder-value’. Dus oplagen en kijkcijfers. Komt dit de kwaliteit en de onafhankelijkheid
en daarmee de controlerende taak van de media ten goede? Zonder uitgemaakt te
willen worden voor communist heb ik de volgende vragen:
- is vrije, onafhankelijke
kwalitatieve pers die de macht kan controleren in een wereld waar we
geconfronteerd worden met fake-nieuws, juice-kanalen en de opkomst van
technologie – waarmee je fake-nieuws qua geloofwaardigheid een enorm
betrouwbaar uiterlijk kunt geven – niet dermate van belang dat we dat los
moeten gaan koppelen van ‘shareholders-value’ en buitenlandse
investeerders (eventjes los van de vraag hoe we dat gaan doen)?;
- moeten we willen dat
journalisten tegen een vergoeding optreden in een tv-programma c.q. hun
artikelen commercieel gaan verwaarden door het schrijven van een boek? Dit
omdat er dan een financieel en commercieel belang gaat ontstaan dat op
gespannen voet kan staan met de controlerende taak.
- moet brononderzoek op
school niet meer aandacht krijgen: wie schrijft welk artikel en met welk
belang zodat kinderen meer in staat zijn fake-nieuws van echt nieuws te
onderscheiden?
Een betere politiek begint bij onszelf. Bij mij en jou.
Leon Litjens
* Om de
verandering te bewerkstelligen moeten we kijken naar de ‘drivers’ van het
systeem. Een voorbeeld (er zijn meer voorbeelden te noemen maar ik neem dit omdat
ik toevallig veel kennis en ervaring in dit segment heb):
De schaalvergroting in de landbouw wordt met name
gedreven door globalisering, het wegnemen van handelsbarrières en
machtsconcentratie aan de afnemerszijde. Hieraan ten grondslag ligt een
politiek van economische groei. Ik snap de focus op economische groei. Ik vind
namelijk dat het niet kan dat in Nederland iemand met één baan zijn gezin geen
fatsoenlijk leven kan bieden. Economische groei kan dus ook die groep meer
welvaart bieden. Met grote schaamte hoor ik dat op radio en tv reclame wordt
gemaakt voor de website secondjob.nl.
Ik vind dit te triest voor woorden. Het is wel zaak dat de voordelen van de
groei terechtkomen bij de juiste mensen. Daarbij moet meer werken voor een
parttimer lonen. Dus daar moeten positieve prikkels in zitten.
Maar globalisering, het wegnemen van handelsbarrières en
machtsconcentratie aan de afnemerszijde zorgen voor een prijsdrukkend effect
voor de agrarische producten. Als een bepaald agrarisch product in Nederland
een paar cent duurder is dan haalt de supermarktorganisatie het product uit een
ander land. Dus een eerlijk verdienmodel voor de agrariër lossen wij niet in
Nederland op. Net zoals we belastingontduiking van de grote techbedrijven
alleen op mondiale schaal kunnen oplossen.
Zolang wij als consument (en dat zijn wij allemaal) in
het weekend op de fiets een mooi landschap willen zien, met bloemrijke akkers,
mooie landschapselementen, stromende beekjes, koetjes in de wei, maar vervolgens
bij de supermarkt toch weer kiezen voor het goedkoopste product, zal dit leiden
tot schaalvergroting. Als wij het anders willen dan moeten we niet ‘de agrariër’
de schuld geven maar zorgen dat we meer en eerlijk gaan betalen voor voedsel
(en mensen met minder inkomen in staat stellen dat te betalen) en zorgen dat we
de groene-blauwe-landschapsdiensten die de agrariër verricht voor de
maatschappij eerlijk betalen. Hoe werkt het nu? Voorbeeld: de 7de
nitraatrichtlijn schrijft voor dat agrariërs een deel van hun land moeten
onttrekken aan productie ten behoeve van andere maatschappelijke doelen. Hier
staat geen opbrengst tegenover – wel extra kosten. Daarom is het niet gek dat
de agrariër die 24/7 met zijn bedrijf bezig is voor een schamel loon wel gedwongen
is te kiezen voor schaalvergroting. We moeten kijken naar het systeem en de
‘drivers’ en daarop ingrijpen in plaats van te ‘blamen’.
Het bovenstaande is niet te wijten aan één politieke
partij in een coalitieland, één bank of welke andere organisatie dan ook. Dit
is een gevolg van een systeem dat wij zelf als maatschappij aanjagen en in
stand houden.