dinsdag 7 juni 2022

Ingezonden – Een betere politiek begint bij onszelf

Horst-sweet-Horst deed toch niet meer aan ingezonden bijdragen? Maar ooit (klik hier) heb ik geschreven dat bijdragen van ex-wethouders te allen tijde welkom zijn. Leon Litjens is ex-wethouder van de gemeente Horst aan de Maas. Hij kreeg de vraag morgen in OJC Niks deel te nemen aan het panelgesprek over het boek De Vriendenreünie. Daar ziet hij van af. In plaats daarvan reflecteert hij met deze ingezonden bijdrage op De Vriendenreünie (en meer).

Een betere politiek begint bij onszelf

Ik ben gevraagd te reflecteren op het boek De Vriendenreünie. Ik heb daar geen zin in omdat dit net als de sms’jes van Rutte een symptoom is van een veel groter vraagstuk. Daarover later meer.

We hebben in Nederland, maar ook in de rest van de wereld, zeer grote uitdagingen: klimaatadaptie, energietransitie, biodiversiteit, opwarmen van de oceanen etc. Daar komen in Nederland ook nog stikstof, grondwaterstand en  beschikbaarheid en de kwaliteit van het water bij.

Het is tien over twaalf. We lopen achter de feiten aan:

  • we hebben te weinig tijd om aan gemaakte internationale afspraken te voldoen;
  • er is een groot tekort aan mensen om de transitie te bewerkstellingen;
  • proceduretermijnen zijn te lang;
  • er is veel weerstand als een besluit gevolgen heeft voor de eigen directe omgeving met allerlei bezwaar- en beroepsmogelijkheden;
  • rechterlijke uitspraken dwingen ons om op korte termijn te komen tot daadwerkelijke oplossingen;
  • allerlei randvoorwaardelijke wetgeving moet nog worden geregeld.

Het is ook niet eenvoudig om de vraagstukken op te lossen omdat het een systeemdiscussie betreft. Normaliter komen grote systeemveranderingen alleen tot stand via revoluties en oorlogen. Laten we niet hopen dat het zo ver moet komen. Dit kan alleen als we het systeem begrijpen* en van binnenuit gaan veranderen.

Daarbij: naast urgentie is een wenkend perspectief noodzakelijk om veranderingsprocessen tot een succes te maken. Niemand laat zich naar de slachtbank leiden maar wel naar een perspectiefvolle toekomst. De traditionele sectoren waarmee wij als regio ons inkomen verdienen gaan fundamenteel veranderen. Dus waar gaan we als samenleving ons inkomen verdienen? Hoe ziet onze toekomstige samenleving eruit? Dit vraagt een wenkend perspectief.

Maar naast urgentie en een wenkend perspectief moeten we het met elkaar ook eens worden over die koers en richting. Deze besluiten moeten we nemen in een democratisch proces. Lukt dat niet dan zal er zoveel spanning in het systeem gaan ontstaan dat die spanning op een andere manier tot uitbarsting komt.

In het huidige tijdsgewricht is echter eerder sprake van meer polarisatie dan van consensus. Dit baart mij zorgen en dit is voor mij dan ook het hoofdvraagstuk – niet een boek of gewiste sms’jes. Een boek of gewiste sms’jes zijn uitingen van het hoofdprobleem. Ik denk dat de huidige politieke leiders op alle niveaus weten dat het anders moet. Maar krijgen ze ook de ruimte om tot oplossingen te komen? Ik denk dat dit het hoofdprobleem is en gezien de vraag aan mij om te reflecteren zoom ik daarbij meer in op de rol van de media in dezen. Daarbij besef ik terdege dat ook andere actoren (waaronder wij de burger) een grote verantwoordelijkheid hebben om te komen tot een klimaat waarin consensus kan worden bereikt.

Iedereen die ik ken gaat de politiek in vanuit idealisme. Iedereen wil vanuit zijn of haar eigen overtuiging de wereld een beetje beter maken. Om een flink salaris te verdienen kun je beter naar het bedrijfsleven gaan. De functie van (burger)raadslid, wethouder, burgemeester is keihard werken. Je bent ‘vrij wild’, iedereen mag iets van je vinden met terechte maar ook met onterechte en op de man gespeelde kritiek en persoonlijke bedreigingen. Waar het vroeger een respectabele functie was, is het tegenwoordig voor de meeste politici lastig om na hun carrière aan een baan te komen. Dus wie wil er nog in de politiek of werken bij een overheid? Terwijl er juist behoefte is aan goede en voldoende mensen om de vraagstukken tot een oplossing te brengen.

Er moet dus een politiek klimaat ontstaan waarbij mensen en partijen elkaar de hand gaan reiken in plaats van elkaar voor rotte vis uit te maken. Hiervoor is een andere omgangsnorm/politiek klimaat nodig: niet verwijten, terugkijken en hijgerig reageren op berichten en een andere ‘tone of voice’.

Een van mijn leermeesters zij altijd ‘De baas krijgt de mensen die hij verdient’. De baas van Nederland is niet de politiek maar dat zijn wij allemaal. Dus als we op deze wijze met elkaar omgaan dan krijgen we ook de politiek die daar bij past. Dus we moeten niet naar de politiek wijzen maar naar onszelf. Oftewel: een betere politiek begint bij onszelf. Ik vind het dan ook zeer goed dat het nieuwe gemeentebestuur van Horst aan de Maas cultuurverandering en het samen doen als belangrijk uitgangspunt neemt voor de nieuwe bestuursperiode.

Dus de oplossing begint bij onszelf. Wij bepalen zelf welke ‘baas’ we willen hebben. Oftewel: een betere politiek begint bij onszelf.

De media spelen in dit geheel ook een belangrijke rol. De scheiding der machten wordt ook wel trias politica genoemd. Dat betekent dat de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht in een land bij verschillende instellingen moeten liggen. Daarbij hebben de media de belangrijke rol te vervullen om de macht te controleren. Persvrijheid is een groot goed en het is zeer belangrijk dat dit behouden blijft. Maar ‘macht’ brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Het is wel zaak dat media zorgen dat ze volledig zijn en dat feitelijk klopt wat ze schrijven en zeggen. Zeker omdat bij onzorgvuldige en onvolledige berichtgeving mensen geruïneerd en geestelijk kapot gemaakt kunnen worden. Ook kunnen beelden worden gecreëerd die eerder polariseren dan dat ze leiden tot een klimaat waarin consensus kan worden bereikt. Ik schrijf dit bewust op omdat ik gedurende mijn functie in het openbaar bestuur maar ook daarna voorbeelden heb gezien waarbij aantoonbaar de media niet zorgvuldig en/of volledig zijn geweest.

Waar ik mij zorgen over maak is dat media steeds meer geconcentreerd in handen komen van enkele bedrijven en buitenlandse investeerders. Ik lees dagelijks meerdere kranten. Als ik De Limburger heb gelezen dan heb ik ook de helft van De Telegraaf gelezen. In het verleden had elke zuil zijn eigen krant en journalisten. Dit zorgde ervoor dat zaken vanuit diverse perspectieven werden beschreven. Ik vind deze ontwikkeling zorgelijk. Daarbij worden de mediaconcerns gedreven door ‘shareholder-value’. Dus oplagen en kijkcijfers. Komt dit de kwaliteit en de onafhankelijkheid en daarmee de controlerende taak van de media ten goede? Zonder uitgemaakt te willen worden voor communist heb ik de volgende vragen:

  • is vrije, onafhankelijke kwalitatieve pers die de macht kan controleren in een wereld waar we geconfronteerd worden met fake-nieuws, juice-kanalen en de opkomst van technologie – waarmee je fake-nieuws qua geloofwaardigheid een enorm betrouwbaar uiterlijk kunt geven – niet dermate van belang dat we dat los moeten gaan koppelen van ‘shareholders-value’ en buitenlandse investeerders (eventjes los van de vraag hoe we dat gaan doen)?;
  • moeten we willen dat journalisten tegen een vergoeding optreden in een tv-programma c.q. hun artikelen commercieel gaan verwaarden door het schrijven van een boek? Dit omdat er dan een financieel en commercieel belang gaat ontstaan dat op gespannen voet kan staan met de controlerende taak.
  • moet brononderzoek op school niet meer aandacht krijgen: wie schrijft welk artikel en met welk belang zodat kinderen meer in staat zijn fake-nieuws van echt nieuws te onderscheiden?

Een betere politiek begint bij onszelf. Bij mij en jou.

Leon Litjens

Om de verandering te bewerkstelligen moeten we kijken naar de ‘drivers’ van het systeem. Een voorbeeld (er zijn meer voorbeelden te noemen maar ik neem dit omdat ik toevallig veel kennis en ervaring in dit segment heb):

De schaalvergroting in de landbouw wordt met name gedreven door globalisering, het wegnemen van handelsbarrières en machtsconcentratie aan de afnemerszijde. Hieraan ten grondslag ligt een politiek van economische groei. Ik snap de focus op economische groei. Ik vind namelijk dat het niet kan dat in Nederland iemand met één baan zijn gezin geen fatsoenlijk leven kan bieden. Economische groei kan dus ook die groep meer welvaart bieden. Met grote schaamte hoor ik dat op radio en tv reclame wordt gemaakt voor de website secondjob.nl. Ik vind dit te triest voor woorden. Het is wel zaak dat de voordelen van de groei terechtkomen bij de juiste mensen. Daarbij moet meer werken voor een parttimer lonen. Dus daar moeten positieve prikkels in zitten.

Maar globalisering, het wegnemen van handelsbarrières en machtsconcentratie aan de afnemerszijde zorgen voor een prijsdrukkend effect voor de agrarische producten. Als een bepaald agrarisch product in Nederland een paar cent duurder is dan haalt de supermarktorganisatie het product uit een ander land. Dus een eerlijk verdienmodel voor de agrariër lossen wij niet in Nederland op. Net zoals we belastingontduiking van de grote techbedrijven alleen op mondiale schaal kunnen oplossen.

Zolang wij als consument (en dat zijn wij allemaal) in het weekend op de fiets een mooi landschap willen zien, met bloemrijke akkers, mooie landschapselementen, stromende beekjes, koetjes in de wei, maar vervolgens bij de supermarkt toch weer kiezen voor het goedkoopste product, zal dit leiden tot schaalvergroting. Als wij het anders willen dan moeten we niet ‘de agrariër’ de schuld geven maar zorgen dat we meer en eerlijk gaan betalen voor voedsel (en mensen met minder inkomen in staat stellen dat te betalen) en zorgen dat we de groene-blauwe-landschapsdiensten die de agrariër verricht voor de maatschappij eerlijk betalen. Hoe werkt het nu? Voorbeeld: de 7de nitraatrichtlijn schrijft voor dat agrariërs een deel van hun land moeten onttrekken aan productie ten behoeve van andere maatschappelijke doelen. Hier staat geen opbrengst tegenover – wel extra kosten. Daarom is het niet gek dat de agrariër die 24/7 met zijn bedrijf bezig is voor een schamel loon wel gedwongen is te kiezen voor schaalvergroting. We moeten kijken naar het systeem en de ‘drivers’ en daarop ingrijpen in plaats van te ‘blamen’.

Het bovenstaande is niet te wijten aan één politieke partij in een coalitieland, één bank of welke andere organisatie dan ook. Dit is een gevolg van een systeem dat wij zelf als maatschappij aanjagen en in stand houden.

2 opmerkingen:

  1. De systeemwijziging zit nu in en de initiatiefase. De oorlog in Oekraïne komt Europa en de EG heel goed om het faillissement van het Europees beleid, de funding van de zwakke Zuid-Europese landen het funeste monetaire beleid dat het einde van de euro gaat betekenen, te verbloemen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooie genuanceerde brief

    BeantwoordenVerwijderen