Met carnaval in aantocht is zo ongeveer heel Horst behangen met Gedraag ow-posters.
Hoe verschrikkelijk de aanleiding hiervoor ook mag zijn, het heeft óók wel iets
verfrissends dat een oproep om je te gedragen eens een keer niet van bovenaf wordt
gedaan maar voortkomt uit de bevolking.
Als het gaat om het reguleren van menselijke gedragingen in het algemeen en die
van de viering van carnaval (dan wel vastenavond) in het bijzonder, stonden en staan
overheden doorgaans op de eerste rij. Openbare bestuurders was en is het daarbij
te doen om het handhaven van de openbare orde en rust. Kerkelijke autoriteiten
wilden gelovigen behoeden voor drankmisbruik, overmatig cafébezoek en het
samenzijn van vrouwen en mannen, dat het risico van seks buiten het huwelijk
met zich meebracht.
Wereldlijke en kerkelijke overheden werkten van oudsher nauw samen bij het
beteugelen van feestelijkheden. Bijvoorbeeld toen de Roermondse bisschop Cools
in 1680 constateerde dat de wereldlijke autoriteiten niet streng genoeg
optraden tegen excessen tijdens de vastenavonddagen. Prompt besloten de
wereldlijke autoriteiten dat schandaleus gedrag met vastenavond en het houden
van vastenavondbijeenkomsten gedurende de vasten zouden leiden tot een boete
van twee gulden.

Of in 1705 in Horst een vergelijkbaar een-tweetje plaatsvond valt niet meer te
achterhalen, maar vaststaat dat schout Reinier van Eindt op 24 januari van dat
jaar de teugels strakker aantrok wat betreft vastenavondbijeenkomsten. Hem was namelijk
ter ore gekomen dat (jonge)mannen op zon- en heiligendagen bij particulieren
thuis vastenavondbijeenkomsten hielden. Omdat dat indruiste tegen de regels stond
de organisator van zo’n bijeenkomst voortaan een boete van een gulden te
wachten. De feestvierders zelf konden rekenen op een boete van een halve
gulden.
Van Eindt beriep zich onder meer op regels die in 1689 waren uitgevaardigd.
Daarin was ook bepaald dat mannen tot negen uur in herbergen mochten verblijven
en vrouwen herbergen vóór zonsondergang dienden te verlaten.
Deze regel werd in de nacht van 16 op 17 februari 1715 – een week voor vastenavond
– flagrant overtreden in herberg De Speulhof in Meterik. Daar stond kastelein
Andries van Crommentuyn toe dat een ‘troep jonggesellen’ zich tot in de vroege
ochtend kostelijk vermaakte met drank en muziek, tot ‘groot schandael’ van de
omgeving. Wat het aannemelijk maakt dat toen geregeld ‘Gedraag ow!’ door de
Meterikse nacht moet hebben geklonken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten