vrijdag 25 juli 2025

Intermezzo – Magastal Kleefsedijk (16)

‘Uitbreiding Kleefsedijk uitgesloten’, kopte dagblad De Limburger op 14 maart 2018. ‘Typisch gevalletje vooruitlopen op de feiten’, noemde ik dat toen (klik hier). Nu, ruim zeven jaar later, lijkt het er gelukkig op dat ik destijds ongelijk had. Met de nadruk op ‘lijkt’.


Wat is er aan de hand? Na een proces van bijna twintig (!) jaar besloot het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas dinsdag de milieuvergunning voor een varkensbedrijf aan de Kleefsedijk in Sevenum in te trekken. Dit moet de komst van een megastal ter plekke voorkomen. Dit uiteraard tot grote vreugde van de omwonenden – verenigd in de Werkgroep Kleefsedijk – die sinds jaar en dag fel streden tegen de voorgenomen bouw van de megastal.


Wat in de berichtgeving over het collegebesluit is ondergesneeuwd, is dat er mogelijk nog een juridische strijd in het verschiet ligt. Het college schrijft (klik hier): ‘Gezien het langdurig niet-gebruik van de vergunning, de maatschappelijke onrust en de uitgesloten uitbreidingsmogelijkheden in het bestemmingsplan, acht het college het intrekken van de vergunning juridisch mogelijk én maatschappelijk evenredig.’ Cruciaal in deze zin is het woord ‘acht’. Het college denkt dit besluit op goede gronden te hebben genomen, maar mocht de betreffende varkenshouder het collegebesluit aanvechten, dan blijkt pas hoe rechter-proof het besluit is.


Bovendien ligt er bij de gemeente nog een aanvraag van de varkenshouder voor een nieuwe vergunning. ‘De aanvraag is op meerdere onderdelen onvolledig en onvoldoende onderbouwd’, schrijft het college. De ondernemer krijgt nu de kans zijn aanvraag beter te onderbouwen en de ontbrekende onderdelen aan te leveren. ‘Daarna zal de aanvraag getoetst worden aan wet- en regelgeving.’ De wethouders Beurskens en Martens hebben al meerdere malen verklaard het onmogelijk te achten dat de aanvraag die toets doorstaat. Maar ook hiervoor geldt dat een rechter daar anders over kan denken. Verder is de opstelling van de gewiekste adviseurs van de varkenshouder van belang. Zij lijken nu in hun hemd te staan. Leggen ze zich daar bij neer? Of halen ze alles uit de kast om revanche te nemen?

woensdag 23 juli 2025

Intermezzo – Druppels

Vorige week dinsdag. Ik hoor Caspar Veldkamp, onze – dus ook mijn – minister van Buitenlandse Zaken, zeggen als het gaat over maatregelen tegen Israël: ‘Nederland slaat in z’n eentje geen deuk in een pakje boter.’


Zaterdag. Ik hoor Maarten van Rossem zeggen: ‘Ik vind het hoogst ongelukkig dat de gemeenteraad van Utrecht een motie over een boycot van Israëlische producten aan moet nemen, want daar gaat de gemeenteraad van Utrecht helemaal niet over. Gemeenten voeren nu eenmaal geen buitenlandse politiek.’

Maandag. Ik word wakker met Vandaag, een dagelijkse podcast van NRC. Redacteur Midden-Oosten Derk Walters verhaalt over het Israëlische plan om de volledige bevolking van de Gazastrook samen te drijven in een afgesloten kamp in het zuiden van Gaza, op de ruïnes van de stad Rafah. In dat plan is een hoofdrol weggelegd voor de Caterpillar D9, een tank met een soort bulldozer ervoor die alles vernietigt wat hij tegenkomt en in Israël het koosnaampje doobi (teddybeer) heeft. Walters: ‘Caterpillars D9 houden zó huis dat er slechts een vlakte overblijft. Elk bewijs dat er überhaupt leven plaatsvond in een gebied wordt weggevaagd.’

Ik probeer het me te verbeelden: de gemeenten Horst aan de Maas en Venray – samen precies even groot als de hele Gazastrook – bevolkt door twee miljoen mensen, die bij elkaar worden gestopt in een kamp op de ruïnes van Kronenberg en Evertsoord, terwijl de overige 28 kernen inclusief buitengebieden van beide gemeenten volledig zijn platgewalst door Caterpillars D9.

Ik erger me aan de apathie die spreekt uit de woorden van Caspar Veldkamp en Maarten van Rossem. Inderdaad, Nederland kan in z’n eentje geen deuk in een pakje boter slaan. Maar wel een deukje. En inderdaad, gemeenten voeren geen buitenlandse politiek. Maar gemeenten kunnen wel uiting geven aan hun verontwaardiging over wat Israël uitvreet in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever, bijvoorbeeld in de vorm van een boycot van Israëlische producten.

Als je niets doet, als individu, als gemeente, als landje, weet je zeker dat er niets verandert. Ook als individu, als gemeente, als landje, kan je wel degelijk iets bewerkstelligen. Maar zelfs als je machteloos bent of je zo voelt, kan het uiting geven aan die (veronderstelde) machteloosheid effect hebben.

Waarom blijft het in Horst aan de Maas en Venray zo angstvallig stil als het gaat om de verschrikkingen die Israël aanricht? Kom op, laat je horen, spreek je uit! Druppels op een gloeiende plaat? Elke druppel draagt bij aan afkoeling.

(Dit stukje verscheen vandaag ook in Via Horst-Venray)

vrijdag 18 juli 2025

Intermezzo – Sleurhut

Ineens stond het er, vorig weekend, aan de Meteriksebaan in America. Geparkeerd aan de bosrand, onder een paar overhangende takken. Niet schreeuwend om aandacht, maar één met zijn omgeving. Alsof het er al jaren stond. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was dat het er stond. Opvallend door zijn onopvallendheid. Wat het was? Van afstand deed het denken aan een sleephut, een gemakkelijk verplaatsbare kleine jachthut op wielen die je soms bij een akker- of bosrand ziet staan: óók op wielen (geel in dit geval, mogelijk kinderwagenwielen), vergelijkbare locatie, vergelijkbare afmetingen, vergelijkbare schutkleur. 


Van dichterbij had het toch meer weg van een sleurhut, een vreselijk woord, maar in dit uitzonderlijke geval toch te verkiezen boven caravan omdat caravan een grootte en een mate van luxe suggereert die het object aan de Meteriksebaan volkomen vreemd waren.

Wat sleurhut tot een meer geschikte benaming maakt dan sleephut, is dat dit object sterk de indruk wekte een (geïmproviseerde) mobiele woning of op z’n minst een mobiele slaaplocatie te zijn, inclusief puntdak met in de nok een ruitvormig raam. Daarom is de op het eerste oog eveneens in aanmerking komende benaming fietskar(retje) ongeschikt: een fietskar is doorgaans niet bedoeld om in te slapen.


Achter de sleurhut stond zo nu en dan een damesfiets geparkeerd, met een aan het stuur bevestigd rieten mandje. Aan de voorzijde van de hut zat iets dat je een deur zou kunnen noemen. Daarin was iets dat je een raampje zou kunnen noemen uitgespaard. Achter dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen hing iets dat je vitrage zou kunnen noemen. Het geheel oogde als een vredig, huiselijk tafereeltje, zelfs op die momenten dat de damesfiets met het rieten mandje er niet stond en dat dat iets dat je een deur zou kunnen noemen was afgesloten met een hangslot.

Op 7 juli was er op dat iets dat je een raampje zou kunnen noemen een geprint briefje geplakt met het opschrift 7 juli ’25. Een dag later hing er een geprint briefje met het opschrift 8 juli ’25.


De sleurhut aan de Meteriksebaan prikkelde zowel de nieuwsgierigheid als de verbeelding. Toegeven aan de nieuwsgierigheid en overgaan tot ontraadseling van het raadsel lag op de loer, maar zou dodelijk zijn voor de verbeelding.

Na enkele dagen was de sleurhut weer verdwenen. Die verdwijning voorkwam de ontraadseling. Waardoor de verbeelding gewoon haar werk kan blijven doen. Laat de sleurhut aan de Meteriksebaan voor altijd een raadsel blijven.

(Dit stukje verscheen eerder deze week in Via Horst-Venray)

woensdag 16 juli 2025

Top 5 – Alternatieve straatnamen op wegomleggingsborden

Beetje door de omleidingsborden de weg niet meer zien, dezer dagen in Horst aan de Maas. Je hoort er als straat blijkbaar niet meer bij als er bij jou géén wegwerkzaamheden zijn die omleidingsroutes noodzakelijk maken.


Wie ‘omleidingsroutes’ zegt, zegt ‘omleidingsborden’. En wie ‘omleidingsborden’ zegt, zegt ‘Als dat maar goed gaat met de spelling van straatnamen’. Het lijkt erop dat de omleidingsbordenbeteksters ditmaal bijzonder zorgvuldig te werk zijn gegaan. Meer dan één foutje (zie hieronder bij 3) heb ik althans niet weten te ontdekken. Dat was in het verleden wel eens anders. Komt-ie, de exclusieve Horst-sweet-Horst top 5 van alternatieve straatnamen op wegomleggingsborden in Horst aan de Maas:

5. Waterweg


‘Nieuwe Waterweg’ leerden we op de lagere school bij aardrijkskunde. Horst heeft een oude Waterstraat. 

 4. St. Janstraat


Een foutje? Of een statement van de betreffende omleidingsbordenbetekster? De officiële benaming van deze Meterikse straat is Sint-Jansstraat met dubbel s. Sint-Janstraat is dus fout. Maar waarom eigenlijk? Het is toch ook Prins Bernhardstraat en niet Prins Bernhardsstraat? Dr. Lemmenstraat en niet Dr. Lemmensstraat? Maar dan weer wel Sint-Maartensweg. Raar. Wat maakt heiligen anders? Misschien is dat wat de omleidingsbordenbetekster aan de orde wilde stellen.
 
3. Kloosterweg


Roermond heeft een Kloosterweg. Siebengewald ook. Someren ook. Heerlen ook. Waalwijk ook. Maar in Grubbenvorst heet het toch echt Kloosterstraat. Net als in Tienray. En in Horst.

2. Bremsweg


In Scherpenheuvel is een Monseigneur Bremsstraat en in Oud Gastel een Bremswegje. Dan houdt het op. In Duitsland is zowel in Lübbecke als in Schwerin een Bremsweg. Vertaald in het Nederlands: Remweg. Nederland heeft geen Remweg. En evenmin een Remstraat. Nederland heeft wel Bremwegen. Onder meer in Horst.

1. Loevenstraat


Waarom heet de Loevestraat de Loevestraat? Ik vermoed dat de naam verwijst naar Loef/Loeff van der/den Cloot/Kloot, in de tweede helft van de zestiende eeuw schout van de heerlijkheid Horst. Waarom de straat dan Loevestraat heet en niet Loef(f)enstraat of Klo(o)tenstraat? Geen idee. Wat ik wel weet, is dat loeven ‘tegen de wind op zeilen’ betekent. En in straattaal ‘houden van’: ‘Ik loev de vibe.’

zondag 13 juli 2025

Intermezzo – Griendtsveen, een stervend dorp? (5)

Verder met de serie over de bijzondere scriptie uit 1949 van Jet Jansen over Griendtsveen. Vandaag de vijfde aflevering over middenstand, zelfvoorziening en infrastructuur in Griendtsveen in 1949. Klik hier, hier, hier en hier voor de eerdere afleveringen.

Griendtsveen telde in 1949 drie winkels: een bakker, een slager en een kruidenier. In de behoefte aan groenten voorzagen de meeste inwoners zelf. Het Griendtsveense veebestand bestond met name uit kippen en varkens. Jet: ‘Zoals in de meeste plattelandsgezinnen voelen ook hier de mensen zich niet gelukkig zonder een huisvarken, 52 gezinnen hebben er een, 51 gezinnen houden kippen.’


Voor andere eerste levensbehoeften waren de inwoners vooral aangewezen op Deurne. Jet: ‘Een manufacturenwinkel, een schoenenwinkel en dergelijke ontbreken in Griendtsveen en voor de aanschaf van een artikel op dit gebied moeten de huisvrouwen op zijn minst naar Deurne fietsen, heen en terug een tocht van 14 kilometer. Oudere mensen die deze tocht niet meer kunnen volbrengen zijn aangewezen op de een of andere marskramer die af en toe door het dorp trekt, of op de welwillendheid van de buren.’ Wel hield een kapper uit Deurne eenmaal per week zitting in Griendtsveen.


De inwoners van Griendtsveen voelden zich nauwelijks betrokken bij de gemeente Horst. Andersom gold hetzelfde. Jet:
‘De gemeente kent de bewoners van Griendtsveen met hun wel en wee niet zo goed. Wil zij zich al eens met de een of andere zaak in Griendtsveen inlaten dan wordt haar al gauw door de Maatschappij aan het verstand gebracht, dat de Maatschappij niet erg op die bemoeienis gesteld is. Daar het hele dorp eigendom van de Maatschappij is blijft er voor de gemeente niet veel anders over dan zich hier maar bij neer te leggen.’

De afzijdigheid van de gemeente leidde er onder meer toe dat de wegen in Griendtsveen in abominabele staat verkeerden. Jet:
‘Men ziet van tijd tot tijd wel enkele arbeiders van de Maatschappij aan het werk met wat grint, water en een soort wals met twee paarden ervoor om de wegen op te knappen, maar de veenachtige bodem werkt spoedige verzakking in de hand.’

Het isolement van het dorp werd verder in de hand gewerkt door het ontbreken van een trein- of busverbinding. Jet: ‘Men is dus in Griendtsveen aangewezen op de fiets. Oudere mensen komen het dorp practisch niet meer uit. Een auto huren is te kostbaar, daar de enige taxi-onderneming in America eerst al een ritje moet maken om in Griendtsveen te komen.’

N.B. De eerste twee foto's bij dit stukje zijn afkomstig uit de Panorma van 21 augustus 1962.

vrijdag 11 juli 2025

Intermezzo – Boodschappenbriefje (14) | Riekske

Wat ook een eeuwigdurende bron van fascinatie blijft, is het dialect. Gedachtevorming over het dialect begint bij mij geregeld bij opgeraapte boodschappenbriefjes. Daarop tref ik wel eens woorden als appelsiene of petatte aan. Op het vorige week bij Albert Heijn in Horst opgeraapte briefje van pasfotoformaat ging mijn aandacht in eerste instantie uit naar het woord mettler. Nooit eerder gehoord of gelezen. Ineens viel me in dat het misschien hoorde bij garen kleur 1457 van de regel erboven. Googelen. En precies zo was het. Daarna viel mijn oog op snijworst. Vleesonnozel als ik ben, dacht ik dat elke worst snijworst is. Googelen. Niet dus: snijworst is een specifiek soort worst (dat ik graag aan me voorbij laat gaan).


Boven snijworst staat mik. Met mik heb ik van oudsher een problematische verhouding. Ik ben een native Horster dialectspreker. Mik is in het Nederlands een bepaald soort brood, maar in het Horster dialect staat mik als ik het wel heb voor brood in het algemeen. Net als wek. Terwijl ik ben grootgebracht met broëd. Dan komt mik er niet meer in. Onvolkomenheidje in mijn opvoeding, waarop ik voor de rest weinig heb aan te merken.


Ik besloot de onvolprezen Dialectatlas van het Nederlands uit 2011 er eens bij te pakken. Omdat ik dacht dat die een verspreidingskaart bevatte van dialectwoorden voor brood. Niet dus. Al bladerend bleef ik vervolgens hangen bij een kaart waarop de gangbare benamingen voor het woord vork in de Nederlandse en Vlaamse dialecten is weergegeven. Wat blijkt? In Noord-Limburg zou riekske de meest voorkomende benaming voor vork zijn. Riekske? Verket zal je bedoelen! Riekske (‘kleine riek’) is een prachtig, poëtisch woord, maar ik heb het nog nooit gehoord, ook niet als reekske, zoals het in het Horster dialect zou luiden. In de woordenboeken van het Horster, het Meerlo-Wanssums, het Venrays en het Venloos dialect kom ik riekske/reekske ook niet tegen in de betekenis van vork. Maar zie daar, Sevenum zou Sevenum niet zijn als het weer eens anders was. Uit het Sevenums woordenboek: Rikske  vork. “Met ’t riksken aete, Riekske, nit met ’t vuûsje.”’  


Om te verifiëren dat mik in het Nederlands inderdaad een bepaald soort brood is en niet brood in het algemeen, pakte ik de Van Dale erbij. Inderdaad: ‘Brood van fijn roggemeel.’ Andere betekenis van mik, volgens Van Dale: ‘Boomtak in de vorm van een tweetandige vork.’ Een verket? Een reek/riek(ske)? Nee, dat is dan weer een vörk in het Horster dialect. Enzovoort.

(Dit stukje verscheen deze week ook in Via Horst-Venray)

dinsdag 8 juli 2025

Trapveldjesvoetballers (12)

Ontvallen aan het legioen der trapveldjesvoetballers: Mustafa Abu Amira, Gaza-stad, overleden 30 juni 2025


Strandbar Al-Baqa in Gaza-stad was een van de weinige plekken in de Gazastrook met een stabiele internetverbinding. Mede daarom groeide de bar uit tot een populair toevluchtsoord voor onder meer jongeren en journalisten. Vorige week maandag, 30 juni, voerden Israëlische gevechtsvliegtuigen aanvallen uit op Al-Baqa. Een bom van 230 kilo doodde meer dan dertig mensen en liet weinig heel van het café.


Een van de dodelijke slachtoffers was Mustafa Abu Amira, voetballer bij verschillende Palestijnse clubs. De aanvaller werd gezien als een van de meest veelbelovende spelers in de Gazaanse competitie. Abu Amira was ook vrijwilliger bij jeugdprogramma’s en trainde kinderen in de vluchtelingenkampen in de Gazastrook.


Waarom Israël de strandbar bombardeerde is onduidelijk. Volgens deskundigen op het gebied van internationaal recht is het gebruik van zulke zware munitie als bij het bombardement op Al-Baqa onrechtmatig en mogelijk een oorlogsmisdaad.

Overal ter wereld zijn trapveldjes. Nergens ter wereld komen zoveel trapveldjesvoetballers om het leven als in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Ter nagedachtenis aan hen deze serie. Die opent telkens met een foto van een trapveldje in Horst aan de Maas, waar trapveldjesvoetballers gelukkig weinig te vrezen hebben. Ditmaal een foto van het trapveldje bij de splitsing Westsingel-Weltersweide in Horst. Klik hier en hier voor de voornaamste bronnen voor dit stukje.

zondag 6 juli 2025

Intermezzo – Biertunnel

Een kleine twee weken geleden begonnen aan de Schoolstraat, nabij de kruising met de Herstraat, graafwerkzaamheden. Het lijkt erop dat die inmiddels nagenoeg zijn afgerond. Pas vandaag realiseerde ik me dat ik daarmee een unieke kans heb laten schieten om met eigen ogen te aanschouwen of de gravers zouden stuiten op een biertunnel of de restanten daarvan.


Een biertunnel? Hoezo dat? Welnu: in de negentiende eeuw was nagenoeg alle grond rondom de kruising Schoolstraat-Herstraat in het bezit van de familie Vullinghs, een brouwersgeslacht. Op het huidige adres Schoolstraat 1, het pand waar nu Anja van de Smid zetelt, was destijds brouwerij De Roskam gevestigd.


In 1883 werd Piet Vullinghs (1848-1901) eigenaar van De Roskam. Hij was in 1894 betrokken bij de oprichting van het Horster Mannenkoor en behoorde tot de eerste bestuursleden. Het Mannenkoor repeteerde aanvankelijk in een café. Concerten vonden plaats in een schoollokaal. In het voorjaar van 1897 gaf Piet Vullinghs opdracht voor de bouw van een eigen concertzaal voor het Mannenkoor op een perceel recht tegenover zijn woonhuis en brouwerij. Die bouw begon op 1 juni 1897. Op donderdag 6 januari 1898 vond het eerste concert plaats in de nieuwe zaal, waarover het Venloosch Weekblad schreef: ‘De zaal, een sierlijk gebouw, op een goed punt in de kom der gemeente gelegen, is lang 23, breed 10 en hoog 7½ meter. Van binnen is zij rijk versierd door een mooi ameublement, waaronder een schoone piano en prachtig tooneel.’

Gezicht vanaf de Veemarkt op de mannenkoorzaal, vóór de bouw van pand Seuren (1912)
Piet Vullinghs verhuurde de zaal voor honderdtien gulden per jaar aan het Mannenkoor. Onderdeel van het contract was dat het koor er uitsluitend bier van Vullinghs mocht schenken. Verder – nu wordt het echt interessant! – had Vullinghs afgedwongen dat hij onder de zaal een kelder mocht bouwen voor de opslag van zijn bier. Hoe dat bier van zijn brouwerij in de tegenover gelegen mannenkoorzaal belandde? Via een biertunnel uiteraard! Dat is althans wat ik verschillende mensen in de loop der jaren heb horen beweren. Broodjeaapverhaal? Of is/was er echt zo’n tunnel? Wie het weet, mag het zeggen.


Overigens was vanaf 1937 de eerste en tot dusverre enige Horster bioscoop gevestigd in de mannenkoorzaal. Later werd ze het onderkomen van discotheek Modern en tegenwoordig van Flash Casino.   

Zoek de verschillen met de foto uit het begin van de vorige eeuw...
Geraadpleegde bronnen: Loe Derix, Oud Horst in het nieuws 1 (Horst 1990) p. 198-200; Marcel Pennings e.a., 100 jaar Horster Mannenkoor in woord en beeld (Horst 1994).

vrijdag 4 juli 2025

Trapveldjesvoetballers (11)

Ontvallen aan het legioen der trapveldjesvoetballers: Muhannad Al-Lili, Maghazi (Gaza), overleden 3 juli 2025, 30 jaar


Op de dag dat Diogo Jota overleed, overleed ook Muhannad Al-Lili, speler van Khadamat Al-Maghazi. Muhannad raakte maandag gewond bij een Israëlische luchtaanval op zijn huis in het vluchtelingenkamp Maghazi, in het centrum van de Gazastrook. Met ernstig hoofdletsel en zware bloedingen werd hij naar een ziekenhuis vervoerd, waar hij gisteren bezweek aan zijn verwondingen. Bij de Israëlische luchtaanval van maandag vielen talrijke dodelijke slachtoffers.


Muhannad begon zijn carrière bij Khadamat Al-Maghazi. Met deze club promoveerde hij in 2017 naar de Palestijnse Premier League. Daarna stapte hij over naar Shabab Jabalia waarmee hij in 2019 als tweede eindigde in de Palestijnse Premier League. Na twee seizoenen verkaste hij naar Gaza Sports Club, maar een kruisbandblessure gooide roet in het eten. Muhannad keerde terug naar de club waar hij zijn loopbaan begon: Khadamat Al-Maghazi.

Kort voor het begin van de Israëlische oorlog tegen Gaza reisde de zwangere echtgenote van Muhannad voor haar werk naar Noorwegen. Daar beviel ze enkele maanden later van een zoon. Muhannad heeft hem nooit in levenden lijve gezien.

Overal ter wereld zijn trapveldjes. Nergens ter wereld komen zoveel trapveldjesvoetballers om het leven als in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever. Ter nagedachtenis aan hen deze serie. Die opent telkens met een foto van een trapveldje in Horst aan de Maas, ditmaal dat aan de Asterstraat in Grubbenvorst. Klik hier voor de voornaamste bron voor dit stukje.