‘Uitbreiding Kleefsedijk uitgesloten’, kopte dagblad De Limburger op 14
maart 2018. ‘Typisch gevalletje vooruitlopen op de feiten’, noemde ik dat toen (klik hier). Nu, ruim zeven jaar later, lijkt het er gelukkig op dat ik
destijds ongelijk had. Met de nadruk op ‘lijkt’.
Wat is er aan de hand? Na een proces van bijna twintig (!) jaar besloot het
college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas dinsdag de milieuvergunning
voor een varkensbedrijf aan de Kleefsedijk in Sevenum in te trekken. Dit moet
de komst van een megastal ter plekke voorkomen. Dit uiteraard tot grote vreugde
van de omwonenden – verenigd in de Werkgroep Kleefsedijk – die sinds jaar en
dag fel streden tegen de voorgenomen bouw van de megastal.
Wat in de berichtgeving over het collegebesluit is ondergesneeuwd, is dat er mogelijk
nog een juridische strijd in het verschiet ligt. Het college schrijft (klik
hier): ‘Gezien het langdurig niet-gebruik van de vergunning, de
maatschappelijke onrust en de uitgesloten uitbreidingsmogelijkheden in het bestemmingsplan,
acht het college het intrekken van de vergunning juridisch mogelijk én
maatschappelijk evenredig.’ Cruciaal in deze zin is het woord ‘acht’. Het college
denkt dit besluit op goede gronden te hebben genomen, maar mocht de betreffende
varkenshouder het collegebesluit aanvechten, dan blijkt pas hoe rechter-proof het
besluit is.
Bovendien ligt er bij de gemeente nog een aanvraag van de varkenshouder voor
een nieuwe vergunning. ‘De aanvraag is op meerdere onderdelen onvolledig en
onvoldoende onderbouwd’, schrijft het college. De ondernemer krijgt nu de kans zijn
aanvraag beter te onderbouwen en de ontbrekende onderdelen aan te leveren. ‘Daarna
zal de aanvraag getoetst worden aan wet- en regelgeving.’ De wethouders
Beurskens en Martens hebben al meerdere malen verklaard het onmogelijk te
achten dat de aanvraag die toets doorstaat. Maar ook hiervoor geldt dat een
rechter daar anders over kan denken. Verder is de opstelling van de gewiekste adviseurs
van de varkenshouder van belang. Zij lijken nu in hun hemd te staan. Leggen ze
zich daar bij neer? Of halen ze alles uit de kast om revanche te nemen?