maandag 16 januari 2012

Intermezzo – Afvalscheiding

Het wekenlange gediscussieer, ge-opinieer, gejeremieer en geprovoceer over de nieuwe wijze van afvalinzameling hing me plotseling zo de keel uit, dat ik besloot een daad te stellen: ik begaf me afgelopen week naar het gemeentehuis. Niet om de ruiten in te gooien. Ook niet om de verantwoordelijke wethouder of ambtenaren voor rotte vis uit te maken. Wél om in het gemeentelijk archief nu eens op zoek te gaan naar feiten. Historische feiten. Binnen een uur vond ik een antwoord op een karrenvracht aan vragen. Slechts één vraag bleef onbeantwoord.
Sinds wanneer wordt in Horst van gemeentewege huisvuil opgehaald?
Sinds 1 januari 1934.
Wie gaf de aanzet hiertoe?
Gemeenteraadslid Jacques Toma.
Hoezo?
Hij vroeg in de gemeenteraadsvergadering van 10 april 1933 of het niet mogelijk was het huisvuil in het centrum van Horst tegen betaling te laten ophalen.
Hoe reageerde het college van burgemeester en wethouders?
Dat beloofde de mogelijkheden te bekijken.
Met als resultaat?
Een verordening op ‘de heffing van rechten voor het ophalen van haardasch en huisvuil’. Die werd besproken en unaniem goedgekeurd in de raadsvergadering van 20 juni 1933 (klik op de afbeelding voor een vergroting).
Wat waren de overwegingen van het college?
In de verordening genoemde argumenten voor een vuilnisophaaldienst waren de steeds dichtere bebouwing in het centrum van Horst, de aanzienlijke afstand tot de stortplaats, de volksgezondheid en de openbare orde.
Volksgezondheid en openbare orde?
Inderdaad. In de overwegingen bij de verordening ging het college hier verder niet op in, maar uit een verslag van de raadsvergadering in de Nieuwe Venlosche Courant van 22 juni blijkt waarom ook de volksgezondheid en openbare orde in het geding waren: ‘Soms [wordt] tot ergernis der omwonenden op een buurtweg het vuil gestort, wat uit een oogpunt van gezondheid en openbare orde is af te keuren. Ook is zulke handelwijze strafbaar maar moeilijk te constateeren.’
Was deelname aan de vuilnisophaaldienst verplicht?
Nee. Wie wenste dat z’n huisvuil werd opgehaald, moest zich bij de gemeenteontvanger melden en tegelijkertijd het verschuldigde bedrag voldoen.
Hoe hoog was dat bedrag?
Vier gulden per jaar per huisadres. Volgens wethouder Thomeer was aanvankelijk gedacht aan vijf gulden per jaar, ‘doch nader is gebleken, dat we er met f 4 wel komen’.
Om hoeveel adressen ging het?
In het eerste jaar, 1934, werd het huisvuil op 56 adressen opgehaald.
Dit aantal liep geleidelijk op tot zeventig in 1939 (klik op de afbeeldingen voor een vergroting).
Hoe moest het afval worden aangeboden?
In een bak of ander voorwerp.
Hoe vaak en waarmee werd het opgehaald?
Er kwam wekelijks een vuilniskar langs.
Wie was de eerste Horster vuilnisman?
Als laagste inschrijver kreeg Jozef Achten-Beelen het werk gegund.
Wat verdiende hij ermee?
Het eerste half jaar per adres vijf cent per keer. Vanaf 1 juli 1934 kwamen daar nog twee cent bovenop.
Leverde de vuilnisdienst de gemeente ook nog wat op?
Weinig. Zowel in 1934 als in 1935 kwam er aan inkomsten 212 gulden binnen. De uitgaven bedroegen respectievelijk 191,10 gulden en 190,19 gulden.
Was Jozef Achten-Beelen de eerste en de laatste Horster vuilnisman met een dubbele achternaam?
Dat is die ene vraag waarop ik u het antwoord schuldig moet blijven.
N.B. Mail me als u geïnteresseerd bent in de inventarisnummers van de bestudeerde documenten.

1 opmerking: