Zulke vragen spoken sinds een week door m’n kop. Maandagavond op de winkelwagentjesparkeerplaats bij de Plus viel in het schemerduister m’n oog op een briefje dat ik in eerste instantie aanzag voor een kassabon. Mede omdat het nogal nat en enigszins beduimeld was, liet ik het onaangeroerd. Maar na gedane zaken lag het er nog steeds. Was het niet veel te breed voor een kassabon? Dus toch maar m’n speciale witte boodschappenbriefjes-opraaphandschoenen tevoorschijn getoverd. Bepaald niet tevergeefs, zo werd me meteen duidelijk (met het oog op de privacy heb ik de onderste regels van het briefje waarop twee voornamen staan vermeld weggelaten; klik op de afbeelding om haar te vergroten):
Als het handgeschreven boodschappenbriefje over tien jaar heeft plaatsgemaakt voor het digitale, zullen we dan later zeggen ‘De revolutie begon in Horst met een jong stel (laten we hem Ot en haar Sien noemen) dat dacht het wiel uit te vinden door in Word een tweekoloms lijstje te maken van meest voorkomende boodschappen, dat lijstje telkens als er boodschappen moesten worden gedaan te printen en vervolgens met balpen voor elk aan te schaffen product de benodigde hoeveelheid te noteren’? Zou kunnen. Zou Horst in elk geval ook over tien jaar nog (of: weer) op de kaart zetten.
Laten we echter niet te vroeg juichen. Zoals bekend is vooruitgang een kwestie van trial and error. Ik ben ervan overtuigd dat we met het Ot-en-Sienbriefje een duidelijk error-gevalletje te pakken hebben. Het mag nog zo efficiënt en bij de tijd lijken, het ís het niet. Ot en Sien zullen daar binnen de kortste keren achter komen. Hun briefje is een typisch wittebroodswekenproduct. Ontstaan in een fase waarin Sien wel registreert dat de scheten van Ot onnoemelijk stinken maar zich er nog niet aan ergert. Een fase ook waarin Ot wel constateert dat Sien juist op het moment dat hij naar Studio Sport wil gaan kijken weer zo’n teringsoap bij de commerciëlen opzet, maar hij nog in de veronderstelling verkeert dat dat vanzelf wel weer over gaat. Kortom: de toekomst oogt nog zonnig.
In die alles-kan-en-alles-mag-sfeer ontstaat ook het
geprinte boodschappenbriefje. De eerste keer, als ze nog samen boodschappen
doen, werkt het perfect. De tweede keer, als Ot Sien op pad stuurt, zet hij
voor de duidelijkheid maar ‘boeryog’ achter ‘yoghurt’,
anders zul je ook nog zien dat Sien met Griekse yoghurt
thuiskomt en als Ot ergens een hekel aan heeft, is het wel Griekse yoghurt. De
derde keer, als Ot aan de beurt is, heeft Sien ‘huismerk’ achter ‘cola’ gezet,
‘Van Dobben’ achter ‘kroketten’, ‘fijn gesneden’ achter ‘vleeswaar’, ‘Venz’
achter ‘hagelslag’, ‘Lays paprika’ achter ‘chips’ en ‘Friesche vlag’ achter ‘koffiemelk’.
De vierde keer, als de wittebroodsweken op hun einde lopen, Sien de scheten van
Ot stinkzat is en Ot een eigen televisie heeft aangeschaft, komen ze samen tot
de conclusie dat een handgeschreven boodschappenbriefje toch praktischer
is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten