Volkskrantcolumniste Sylvia Witteman bracht vorig jaar haar
herfstvakantie door in Zuid-Limburg. Nou, dat hebben we geweten! Geen spaan
liet ze heel van Limburg en de Limburgers. In haar column van 1 november schreef
Witteman dat ze in de drukke trein terug van Maastricht naar Amsterdam nog
plaats vond bij drie meisjes van een jaar of twintig. De dames zaten levendig
met elkaar te praten. In een dialect. ‘Een
voor mij onbegrijpelijk dialect.’ En na een uitwijding over het Letzeburgs:
‘Die meisjes lieten, midden in hun
koeterwaalse gekeuvel, opeens in glashelder Nederlands de woorden “genitale
verminking” vallen. (…) Kent het Limburgs geen woorden voor “genitale
verminking”?’
‘Goeie vraag’, hoor je dan te zeggen. Het antwoord zou ik
bij god niet weten. Ik weet ook niet zeker of ik het wel wíl weten. Misschien
iets voor u om een dialectbenaming voor ‘genitale verminking’ te bedenken? Mail me uw suggesties en ik maak er een top 5 van. Al zal het zover wel niet komen,
gezien de zo langzamerhand spreekwoordelijke lethargie van Horst-sweet-Horstlezers.
Ondertussen heeft het probleem dat Sylvia Witteman aansnijdt
– geen dialectwoord kennen voor een anderstalig begrip – een minstens zo
interessante tegenhanger: een gesprek voeren in het Nederlands en dan ineens op
een woord stuiten waarvan je alleen de dialectversie kent. Een gevaar dat bij
elke rechtgeaarde dialectspreker levensgroot op de loer ligt. Voor alle
duidelijkheid: dan doel ik dus niet op een klassiek Limburgisme als ‘Hij gaat
zich omkleden’. En al evenmin op mijn eigen faux
pas toen ik ooit ergens bij binnenkomst meedeelde: ‘Ik ben vanochtend om
zeven uur aangereden.’ Medelijden viel me ten deel – pas toen ik weer thuis was
begreep ik waarom.
Enfin, daar gaat het me dus niet om. Waar het mij dan wel om
gaat? Misschien kan ik dat het beste illustreren aan de hand van een dialoogje:
‘Wat zit je toch
moeilijk te doen met dat brood!’
‘Ja, sorry hoor, maar
ik ben een enorme hampeleman.’
‘Hampeleman?’
‘Ik bedoel: ik zit
daar altijd mee te plare.’
‘Plare?’
‘Ik bedoel: als hampeleman zit ik altijd te plare met het mütske.’
Probeer dan nog maar eens serieus te worden genomen. Stel je
toch eens voor dat la Witteman zo’n dialoogje ter ore zou komen. Ze zou er gehakt
van maken. Terwijl Als hampeleman zit ik
altijd te plare met het mütske welbeschouwd veel beter weergeeft waar je
mee bezig bent dan de Nederlandse vertaling: Als stuntelaar worstel ik altijd met het kontje. Onwillekeurig komt
dan toch weer de genitale verminking om de hoek kijken.
Een historisch moment dient zich aan: de eerste keer dat ik een foutje meen te ontdekken in één van je artikelen. Hoort het klassiek Limburgisme "hij gaat zich omkleden" niet "hij ga zich omtrekken" te zijn?
BeantwoordenVerwijderen@ Peter: Helemaal gelijk, natuurlijk is dat klassiek Limburgisme niet 'Hij gaat zich omkleden' maar 'Hij gaat zich omtrekken'. Wil je er alsjeblieft wel voor zorgen dat Sylvia Witteman dit stukje nooit onder ogen krijgt?
BeantwoordenVerwijderenOm het helemaal compleet te maken:" hij gaat zich omtrekken".
BeantwoordenVerwijderenMart
och ja, ik heb ook wel eens langs arabische dames gezeten hier in Nederland die tussen hun gesprek dan ineens glashelder 'paspoort' of 'peuterspeelzaal' of 'bakker' zeiden in een brie van voor mij onverstaanbare keelklanken en harde g's. Die Witteman is geloof ik nog niet erg multi culti.
BeantwoordenVerwijderen