De gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar beginnen zo
langzamerhand hun schaduwen vooruit te werpen. Zo kondigde de PvdA onlangs al
aan afscheid te nemen van haar partner, de PK – de kiezer in vertwijfeling achterlatend
met de vraag wat er in de toekomst toch moet worden van die zo grandioos uit de
verf gekomen Duidelijk Diepere Politiek van de afgelopen jaren.
Ook het CDA heeft een eerste stap gezet in de volgende fase
van zijn aftakelingsproces. Blijkbaar in de verwachting dat er mensen zijn die
in de voetsporen durven te treden van Leon de Grote hebben de leden van die
partij op 9 januari het profiel van de nieuwe lijsttrekker bepaald. Niet zomaar
een profiel, nee, een competentieprofiel.
Dat telt vijf ‘CDA-specifieke kenmerken’ en acht ‘algemene kenmerken’. Hoewel de
verleiding groot was ze hier stuk voor stuk onder het vergrootglas te leggen,
heb ik mezelf onder het motto ‘Niet te veel woorden vuilmaken aan een marginale
partij’ de beperking opgelegd dat ik van zowel de CDA-specifieke als de
algemene kenmerken er hier slechts één mag bespreken.
Van de CDA-specifieke kenmerken is dat na een langdurige
afweging kenmerk 3 geworden. Daarin staat dat van de lijsttrekker wordt
verwacht dat hij of zij ‘Beschikt over de
CDA-houding, die gericht is op in- en externe samenwerking, het overwegen van
pro- en contra-argumenten om vervolgens de genomen besluiten (inter)actief uit
te voeren.’ Staat u van te kijken, hè? Inderdaad mogen we gerust spreken
van een revolutie. Kenmerkte de CDA-houding zich sinds de middeleeuwen door het
juiste wiel volgen, slaafs doen wat je gezegd wordt en het te allen tijde
voorrang geven aan het agrarisch ondernemersbelang, nu wordt ineens van de
lijsttrekker verwacht dat hij uit een heel ander vaatje gaat tappen. Je houdt
je hart vast.
Bij de algemene kenmerken was het veel minder moeilijk
kiezen. Daar is het kenmerk 7 dat er duidelijk bovenuit springt. Het eist van
de lijsttrekker dat hij of zij ‘Beschikt
over een “Horst aan de Maas-mentaliteit” waaronder wordt verstaan dat hij
waardering heeft voor maatschappelijke initiatieven, kleinschaligheid,
ondernemerschap en de beschikking heeft over een flinke dosis “boeren-verstand”.’
Jarenlang ben je er naar op zoek en daar staat ze dan zomaar, weggestopt in een
competentieprofiel voor de CDA-lijsttrekker bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen:
de definitie van de Horst aan de Maasmentaliteit. Ik moet die definitie nog
even op me laten inwerken.
Boerenverstand en waardering voor maatschappelijke
initiatieven, kleinschaligheid en ondernemerschap: is dat niet een beetje mager
voor die zo beroemde Horst aan de Maasmentaliteit waar we allerwegen zo om
worden benijd? Doen we onszelf hiermee niet gigantisch tekort? Is dat nu wat
ons onderscheidt van pakweg Gronsveld, Klaaswaal en Lutjebroek? En had het niet
wat beeldender gekund, in de trant van ‘niet
lullen maar doen’, ‘handen uit de
mouwen’ of desnoods ‘geen 9 tot
5-mentaliteit’? Is boerenverstand heden ten dage nog wel een aanbeveling? Hadden
we dat van dat boerenverstand trouwens niet al eens eerder ergens gelezen? Bij
die partij van die Duidelijk Diepere Politiek?
En dan durven sommigen ook nog met droge ogen te beweren dat
partijen niet inwisselbaar zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten