Het moet een jaar of tien geleden zijn geweest. Een
zaterdagmorgen aan het einde van de lente. Het is warm. De bel gaat. Aan de
deur staat een jongeman, op het oog begin twintig. Hij draagt een grote zwarte
map van naar schatting 1,50 bij 0,75 meter.
‘Goedemorgen, ik ben student aan de kunstacademie en wil
graag wat werk laten zien.’
‘Wat een eer! Kom binnen.’
‘Graag. Ik loop al een uur te zeulen met die map, maar
niemand die me binnenlaat. Geen buurt hier van grote kunstliefhebbers, geloof
ik.’
‘Zou je wel eens gelijk in kunnen hebben. Maar wat kan ik je
te drinken aanbieden? Koffie? Thee? Iets fris?’
‘Graag iets fris. Het is zó warm.’
De jongeman blijkt student te zijn aan Akademie St. Joost in
Breda. Eenmaal per jaar worden de studenten met een busje in een willekeurige
woonwijk gedropt om buurtbewoners hun werk te tonen. Niet zozeer om dat werk te
verkopen als wel om mensen te confronteren met hedendaagse kunst. Z’n map
blijkt om en nabij de dertig schilderijen en tekeningen van een aantal medestudenten
te bevatten. Abstract, figuratief, geometrisch, surrealistisch, naïef, noem
maar op. Variërend van bagger tot niet onaardig. Wat volgt is een geanimeerd
gesprek van meer dan een uur over kunst, kunstbeleving, de jongeman z’n ambities,
z’n opleiding, bezochte tentoonstellingen enzovoort. Het doet ’m zichtbaar goed
z’n verhaal nu eindelijk eens kwijt te kunnen aan een geïnteresseerde.
Toch maar eens informeren of de werken die hij bij zich
heeft niet te koop zijn. Als student zal hij het niet breed hebben en dan ook
nog in deze hitte met zo’n zware map overal bot moeten vangen.
‘Zestig euro per tekening of schilderij.’
Oei. Toch een heel bedrag. Al staat daar wel een kunstwerk tegenover van iemand die later misschien uitgroeit tot een
beroemdheid. Toch maar doen, óók vanwege die aardige jongeman? Goed dan. Dit
wordt het:
Na nog een laatste glas fris vertrekt hij, niet
nadat hij omstandig z’n dank heeft betuigd voor de aankoop.
Wacht, hij heeft de naam van de maker helemaal niet genoemd! Snel op de fiets gesprongen, maar geen spoor meer van de jongeman, z’n
medestudenten of het busje. Dan later maar eens informeren bij Akademie St.
Joost, eerst het schilderij laten inlijsten.
Drie dagen later. Bij lijstenmakerij (en galerie en
kunstuitleen) IROK.
‘Ha ha! Er ook al in getrapt! Ik had jullie toch hoger
ingeschat!’
Die aardige jongeman aankomend kunstenaar? Nee hoor, hij
beoefent een heel andere stiel: het aan de hand van lulverhaaltjes verkopen van
weliswaar originele, ergens in het Verre Oosten voor een habbekrats vervaardigde
kopieën van bestaande kunstwerken. Ook een vak.
‘Toch inlijsten?’
‘Tja. Ach, waarom ook niet?’
Tien jaar later heeft het schilderij, ingelijst en wel, nog
altijd een prominente plaats. Zie het als eerbetoon aan het vakmanschap van de
bedreven oplichter. En een heel klein beetje als permanente waarschuwing voor een
teveel aan naïviteit.
(Bovenstaande als
tegenwicht voor alle waarschuwingen van de politie (klik bijvoorbeeld hier en hier) voor zogeheten babbeltrucs. Nodeloze
bangmakerij! Een goede babbeltruc is toch iets om respect voor te hebben? Bovendien
confronteert slachtoffer worden van een babbeltruc je met je eigen gebreken.
Waarom zou dat geen geld mogen kosten? Ik geef u op een briefje dat een
divansessie bij de psychiater duurder is.)
Voelde ik iets of?....weken geen tijd gehad/genomen om eens rustig Horstsweethorst te lezen...zie ik daar in mijn ooghoek een plaatje/kopietje van een 'Wil Willemsen' op mijn blog, dus even tijd maken en doorklikken. Leuk verhaaltje. Ga zo nog maar eens verder lezen ben nu toch bezig )). Groetjes Ingrid
BeantwoordenVerwijderen